33 750 III Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA), van het Kabinet van de Koning (IIIB) en de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2014

Nr. 4 VERSLAG HOUDENDE EEN VRAAG EN EEN ANTWOORD

Vastgesteld 2 oktober 2013

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst houdende een vraag met het daarop gegeven antwoord.

De vraag is op 26 september 2013 voorgelegd. Bij brief van 30 september 2013 is ze door de minister-president, minister van Algemene Zaken, beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Berndsen-Jansen

Adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx

Vraag 1

In hoeverre wordt bij de totale herziening van het stelsel van adviesorganen ook de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid betrokken? Hoe zal dan de positie van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid zijn? Hoe zal dan de financiering van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid zijn geregeld?

Antwoord

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties betrekt zowel de Strategische Adviesraden die vallen onder de Kaderwet Adviesraden, als de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), die een eigen Instellingswet heeft, in de gesprekken over de herziening van het adviesstelsel. Ook is de WRR betrokken in het kabinetsoverleg met de strategische adviesraden over de wijze waarop zij de komende tijd kunnen adviseren over de kernthema’s van het kabinetsbeleid. De WRR vervult hierin een synergie bevorderende rol. Conform de Instellingswet WRR en conform zijn ondersteunende rol bij de wetenschappelijke fundering van het regeringsbeleid op de langere termijn, blijft de raad worden gefinancierd uit de begroting van het Ministerie van Algemene Zaken.

Naar boven