33 750 I Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2014

Nr. 4 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 2 oktober 2013

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 26 september 2013 voorgelegd. Bij brief van 30 september 2013 zijn ze door de Minister-President, Minister van Algemene Zaken, beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Berndsen-Jansen

Adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx

Vraag 1

Wat is het totaal aan kosten in andere begrotingen, welke te relateren zijn aan het Koninklijk Huis? Kan per departement het bedrag worden gegeven?

Antwoord

Met ingang van de begroting 2010 bevat de begroting van de Koning naast de grondwettelijke uitkeringen aan de drie leden van het koninklijk huis (de Koning, de echtgenote van de Koning en de Koning die afstand van het koningschap heeft gedaan) ook de uitgaven ten behoeve van de constitutionele Koning als staatshoofd. Dit in navolging van de aanbevelingen van de Stuurgroep herziening stelsel kosten koninklijk huis onder voorzitterschap van dr. G. Zalm (Kamerstuk 31 700 I, nr. 5).

In die aanbevelingen is ook uiteengezet dat de uitgaven voor beveiliging worden opgenomen op de begroting van de bewindspersonen die verantwoordelijk zijn voor de beveiliging. Dit is ongeacht of deze uitgaven voor beveiliging betrekking hebben op bijvoorbeeld leden van het kabinet, van de Kamers der Staten-Generaal of van het koninklijk huis. Toerekening van deze uitgaven zou ongewenste veiligheidsrisico’s kunnen opleveren, omdat daar informatie over de beveiliging aan zou kunnen worden ontleend naar de te beveiligen objecten en personen.

Voor de inkomende en uitgaande staats- en werkbezoeken wordt voor 2014 een totaalbedrag geraamd van € 2,0 miljoen binnen de begroting van Buitenlandse Zaken.

In de begroting van Wonen en Rijksdienst is het bedrag van € 14,8 miljoen opgenomen dat is geraamd voor 2014 voor de instandhouding van de paleizen

Vraag 2

Wanneer worden de wetsvoorstellen inzake de benoeming van een Regent en de Voogdij voor de minderjarige Koning ingediend?

Antwoord

De voorstellen van (Rijks)wet houdende de benoeming van een regent en de jaarlijkse uitkering aan de regent alsmede het wetsvoorstel houdende de regeling van het ouderlijke gezag over de minderjarige Koning en het toezicht daarop zijn op 30 september 2013 ingediend bij de Verenigde Vergadering der Staten-Generaal.

Naar boven