Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2013
Tijdens de stemmingen op 2 december over de moties van het notaoverleg MIRT van 25 november
2013 is de gewijzigde motie van de leden Dik-Faber en Van Veldhoven (Kamerstuk 33 750-A, nr. 36) over de Ruit Eindhoven aangenomen.
De motie vraagt mij de Rijksbijdrage voor de Ruit Eindhoven te temporiseren en deze
bijdrage in te zetten op een aantal andere projecten in de regio. Deze projecten zijn
echter deels niet geprogrammeerd. Het inzetten van het gereserveerde budget voor de
Ruit Eindhoven voor deze projecten betekent het schrappen van (een deel van) de bijdrage
voor de Ruit. De motie verzoekt dat echter niet, zij spreekt alleen over temporiseren.
Ik zal de wens van de Kamer om het project te optimaliseren en daarbij rekening te
houden met (potentiële) natuurwaarden van de EHS, en een nieuwe MKBA te maken met
zowel een hoog als een laag groeiscenario op basis van actuele verkeersprognoses aan de provincie overbrengen. Ik zal geen overeenkomst met de regio over dit project tekenen, en dus ook geen
rijksbijdrage verlenen, voordat de resultaten van dit onderzoek bekend zijn.
Ik zal de provincie de ruimte geven tot aan het bestuurlijk overleg MIRT van najaar
2014 om te bekijken hoe voortgang zal worden gegeven aan de Ruit en of zij mogelijk
voorkeur heeft om andere projecten in de regio te versnellen. Tot dat moment zal ik
het budget van de Ruit nog niet temporiseren.
Dit is ruim op tijd om de geprogrammeerde projecten A27 Houten-Hooipolder en de A58
Eindhoven-Tilburg alsnog te versnellen. De start van deze projecten kan pas op zijn
vroegst in 2018 plaatsvinden.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus