33 750 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2014

Nr. 12 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 oktober 2013

Het MIRT-onderzoek Noordkant Amsterdam is gereed en op basis van de probleemanalyse en de mogelijke oplossingsrichtingen hebben het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM), de Provincie Noord Holland en de Stadsregio Amsterdam besloten om de geconstateerde verkeersknelpunten aan te pakken.

Doormiddel van deze brief wil ik u informeren over de uitkomsten van het MIRT-onderzoek en over de besluiten over vervolgstudies1.

Aanleiding MIRT-onderzoek Noordkant Amsterdam

Het verbeteren van de bereikbaarheid ten noorden van Amsterdam is in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2011) genoemd als opgave van nationaal belang. In de Nationale Markt- en Capaciteitsanalyse (2011) zijn de reistijden op de A7 en de A9 als knelpunt benoemd. In het BO MIRT van najaar 2011 is daarom besloten dat Rijk en regio gezamenlijk een MIRT-onderzoek uitvoeren om meer zicht te krijgen op de knelpunten en mogelijke oplossingen op de noordcorridor (A7/A8/A10) en op de A9 Uitgeest–knooppunt Raasdorp, voor de periode na 2020. In het MIRT-onderzoek is onderzocht of het regionale project Doortrekking A8 als één van de mogelijke oplossingen voor de knelpunten op de noordcorridor A7/A8/A10 en als mogelijke oplossing voor de knelpunten op de A9 tussen Uitgeest en knooppunt Raasdorp, kan dienen.

Uitkomsten MIRT-onderzoek Noordkant Amsterdam

  • – Het MIRT-onderzoek bevestigt de aanzienlijke NOMO-knelpunten die de NMCA 2011 op de NOMO-trajecten A7/A8 (Coentunnel-Hoorn) en de A9 (Badhoevedorp–Alkmaar) laat zien. De problematiek op de A7/A8 is groter dan op de A9.

  • – In het onderzoek zijn een aantal oplossingsrichtingen uitgewerkt. Gebleken is dat kosteneffectieve verbeteringen in de bereikbaarheid aan de Noordkant van Amsterdam realiseerbaar zijn. Deze oplossingen leveren in het RC-scenario voldoende en in het GE-scenario ruim voldoende maatschappelijke baten op om de investeringen te rechtvaardigen vanuit economische rendement (MKBA) bezien.

  • – De Doortrekking A8 leidt, in combinatie met uitbreiding van de capaciteit op het traject knooppunt Zaandam–knooppunt Coenplein, tot aanzienlijke reistijdbaten. De doortrekking leidt verder tot tot een verbetering van de leefbaarheid in grote delen van Zaanstad, draagt bij aan de robuustheid van het wegennet en kent een goede kosten/baten verhouding. De doortrekking draagt nauwelijks bij aan het oplossen van de verkeerskundige knelpunten op de A7/A8 en de A9.

Vervolgstudies

Naar aanleiding van het MIRT-onderzoek Noordkant Amsterdam heb ik besloten om een verkenning te starten op het traject A7/A8 Coentunnel-Purmerend noord en een MIRT-onderzoek te starten op het traject A9 Alkmaar–Raasdorp. De regio heeft besloten om eerst een samenwerkingsovereenkomst op te stellen en daarna te starten met een provinciale planstudie voor de Heemskerkvariant van de Doortrekking A8.

MIRT-Verkenning A7/A8 Coentunnel-Purmerend noord

IenM start in 2014 met een MIRT-verkenning voor het traject Coentunnel–Purmerend noord. De MIRT-verkenning is vooral gericht op capaciteitsuitbreiding van de corridor A7/A8/A10. Het rijk zal de in het infrafonds gedane reservering (€ 300 mln) voor de aanpak van de knelpunten aan de Noordkant Amsterdam gereserveerd houden ten behoeve van de verkenning A7/A8 Coentunnels-Purmerend Noord.

MIRT-onderzoek A9 Alkmaar-Raasdorp

IenM start in 2014 met een MIRT-onderzoek voor het traject A9 Raasdorp–Alkmaar. Dit MIRT-onderzoek wordt ingericht op basis van de nieuwe aanpak bereikbaarheidsopgave. Dit betekent dat vooral gekeken wordt naar een aanpak van de mobiliteitsknelpunten door middel van een combinatie van mobiliteitsmaatregelen zonder direct in te zetten op investeringen in nieuwe infrastructuur.

Regionale planstudie Doortrekking A8

De provincie Noord-Holland en de Stadsregio Amsterdam stellen met betrokken gemeenten een samenwerkingsovereenkomst op. Met als doel in 2014 te starten met een planstudie om de A8, die nu ophoudt bij Westzaan, door te trekken naar de A9 bij Heemskerk. Het Rijk zal niet financieel bijdragen aan de Doortrekking A8 omdat uit het MIRT-onderzoek blijkt dat de Doortrekking A8 nauwelijks bijdraagt aan het oplossen van de verkeerskundige knelpunten op de A7/A8 en de A9.

Ik zal u medio 2014 een startbeslissing toe sturen voor de verkenning A7/A8 Coentunnel-Purmerend.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven