33 750 Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën

Nr. 44 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 juni 2014

Bij de regeling van werkzaamheden van dinsdag 3 juni heeft de heer van Hijum verzocht om een brief van het kabinet over extra uitgaven aan onder andere ontwikkelingssamenwerking en andere wensen van Kamerfracties naar aanleiding van berichtgeving in de media (Handelingen II 2013/14, nr. 88, Regeling van Werkzaamheden).

De uitgavenbesluitvorming over de lopende begroting en over de hoofdlijnen van de begroting van volgend jaar heeft, zoals te doen gebruikelijk in het voorjaar, plaats gevonden. De vertaling hiervan voor het jaar 2014 heb ik u doen toekomen in de Voorjaarsnota 2014 (Kamerstuk 33 940, nr. 1). Daarin is, vanuit overwegingen van een prudent begrotingsbeleid, een reservering van 0,6 miljard euro opgenomen, mede in het licht van de gevolgen voor het bbp van de implementatie van de ESA2010-boekhoudregels (zie ook Kamerstuk 33 750 IX, nr. 22). In de zomer verwacht ik meer inzicht te hebben in de gevolgen van ESA 2010 op het bbp en de doorwerking daarvan op de uitgaven.

Komende zomer zullen deze inzichten in combinatie met de meest recente ramingen van het CPB betrokken worden bij de monitoring van de begrotingsuitvoering 2014 en de afronding van de begroting 2015. De uitkomsten van de besluitvorming vindt u terug in de Miljoenennota en de daarbij behorende begrotingen, die op Prinsjesdag aan de Kamer worden aangeboden. De Kamer kan dan haar oordeel vellen over de gepresenteerde beleidsvoornemens en het integrale budgettaire beeld.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Naar boven