33 726 Afschaffing van de algemene tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten, de compensatie voor het verplicht eigen risico, de fiscale aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten en de tegemoetkoming specifieke zorgkosten en wijziging van de grondslag van de tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten

Nr. 10 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 10 december 2013

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1.

De artikelen VI tot en met IX komen te luiden:

ARTIKEL VI

Na hoofdstuk 7 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk 7a. TEGEMOETKOMING ARBEIDSONGESCHIKTEN

Artikel 63a Tegemoetkoming arbeidsongeschikten

1. De persoon die op 1 juli van het kalenderjaar recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering of een WGA-uitkering, heeft recht op een tegemoetkoming.

2. De persoon, bedoeld in het eerste lid, ontvangt per kalenderjaar een tegemoetkoming van € 342,–.

3. Het bedrag, genoemd in het tweede lid, wordt jaarlijks per 1 januari bij ministeriële regeling vervangen door een ander bedrag. Dat bedrag wordt berekend door het te vervangen bedrag te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, en de uitkomst vervolgens naar boven af te ronden op hele getallen.

4. In afwijking van het derde lid kan het bedrag, genoemd in het tweede lid, bij algemene maatregel van bestuur met ingang van een bij die maatregel aan te geven datum worden vervangen door een ander bedrag.

5. Het UWV verstrekt de tegemoetkoming ambtshalve in het derde kwartaal van het kalenderjaar.

6. De tegemoetkoming is niet vatbaar voor beslag.

7. De tegemoetkoming blijft buiten beschouwing bij de verlening van op het inkomen of vermogen afgestemde publiekrechtelijke uitkeringen en verstrekkingen.

8. De tegemoetkoming is niet vatbaar voor terugvordering of verrekening met openstaande vorderingen of uitbetalingen in verband met een uitkering op grond van deze wet.

9. De tegemoetkoming wordt slecht één keer uitgekeerd in het geval er tevens aanspraak gemaakt kan worden op de tegemoetkoming op grond van artikelen 65l van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 67i van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of 3:75 van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten.

10. De tegemoetkoming en de daarmee gepaard gaande beheerskosten komen ten laste van het Rijk.

ARTIKEL VII

Na hoofdstuk IIB van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk IIC Tegemoetkoming arbeidsongeschikten

Artikel 65l

1. De persoon die op 1 juli van het kalenderjaar recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van deze wet bij een arbeidsongeschiktheid van 35% of meer heeft recht op een tegemoetkoming.

2. De persoon, bedoeld in het eerste lid, ontvangt per kalenderjaar een tegemoetkoming van € 342,–.

3. Het bedrag, genoemd in het tweede lid, wordt jaarlijks per 1 januari bij ministeriële regeling vervangen door een ander bedrag. Dat bedrag wordt berekend door het te vervangen bedrag te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, en de uitkomst vervolgens naar boven af te ronden op hele getallen.

4. In afwijking van het derde lid kan het bedrag, genoemd in het tweede lid, bij algemene maatregel van bestuur met ingang van een bij die maatregel aan te geven datum worden vervangen door een ander bedrag

5. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verstrekt de tegemoetkoming ambtshalve in het derde kwartaal van het kalenderjaar.

6. De tegemoetkoming is niet vatbaar voor beslag.

7. De tegemoetkoming blijft buiten beschouwing bij de verlening van op het inkomen of vermogen afgestemde publiekrechtelijke uitkeringen en verstrekkingen.

8. De tegemoetkoming is niet vatbaar voor terugvordering of verrekening met openstaande vorderingen in verband met een uitkering op grond van deze wet.

9. De tegemoetkoming wordt slecht één keer uitgekeerd in het geval er tevens aanspraak gemaakt kan worden op de tegemoetkoming op grond van artikelen 63a van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 67i van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of 3:75 van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten.

10. De tegemoetkoming en de daarmee gepaard gaande beheerskosten komen ten laste van het Rijk.

ARTIKEL VIII

Na hoofdstuk 3A van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk 3B Tegemoetkoming arbeidsongeschikten

Artikel 67i Tegemoetkoming arbeidsongeschikten

1. De persoon die op 1 juli van het kalenderjaar recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering bij een arbeidsongeschiktheid van 35% of meer, heeft recht op een tegemoetkoming.

2. De persoon, bedoeld in het eerste lid, ontvangt per kalenderjaar een tegemoetkoming van € 342,–.

3. Het bedrag, genoemd in het tweede lid, wordt jaarlijks per 1 januari bij ministeriële regeling vervangen door een ander bedrag. Dat bedrag wordt berekend door het te vervangen bedrag te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, en de uitkomst vervolgens naar boven af te ronden op hele getallen.

4. In afwijking van het derde lid kan het bedrag, genoemd in het tweede lid, bij algemene maatregel van bestuur met ingang van een bij die maatregel aan te geven datum worden vervangen door een ander bedrag

5. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verstrekt de tegemoetkoming ambtshalve in het derde kwartaal van het kalenderjaar.

6. De tegemoetkoming is niet vatbaar voor beslag.

7. De tegemoetkoming blijft buiten beschouwing bij de verlening van op het inkomen of vermogen afgestemde publiekrechtelijke uitkeringen en verstrekkingen.

8. De tegemoetkoming is niet vatbaar voor terugvordering of verrekening met openstaande vorderingen in verband met een uitkering op grond van deze wet.

9. De tegemoetkoming wordt slecht één keer uitgekeerd in het geval er tevens aanspraak gemaakt kan worden op de tegemoetkoming op grond van artikelen 63a van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 65l van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of 3:75 van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten.

10. De tegemoetkoming en de daarmee gepaard gaande beheerskosten komen ten laste van het Rijk.

ARTIKEL IX

Na hoofdstuk 3 van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk 3A tegemoetkoming arbeidsongeschikten

Artikel 3:75 Tegemoetkoming jonggehandicapten

1. De persoon die op 1 juli van het kalenderjaar recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering bij een arbeidsongeschiktheid van 35% of meer of recht heeft op arbeidsondersteuning, heeft recht op een tegemoetkoming.

2. De persoon, bedoeld in het eerste lid, ontvangt per kalenderjaar een tegemoetkoming van € 342,–.

3. Het bedrag, genoemd in het tweede lid, wordt jaarlijks per 1 januari bij ministeriële regeling vervangen door een ander bedrag. Dat bedrag wordt berekend door het te vervangen bedrag te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, en de uitkomst vervolgens naar boven af te ronden op hele getallen.

4. In afwijking van het derde lid kan het bedrag, genoemd in het tweede lid, bij algemene maatregel van bestuur met ingang van een bij die maatregel aan te geven datum worden vervangen door een ander bedrag.

5. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verstrekt de tegemoetkoming ambtshalve in het derde kwartaal van het kalenderjaar.

6. De tegemoetkoming is niet vatbaar voor beslag.

7. De tegemoetkoming blijft buiten beschouwing bij de verlening van op het inkomen of vermogen afgestemde publiekrechtelijke uitkeringen en verstrekkingen.

8. De tegemoetkoming is niet vatbaar voor terugvordering of verrekening met openstaande vorderingen in verband met een uitkering op grond van deze wet.

9. De tegemoetkoming wordt slecht één keer uitgekeerd in het geval er tevens aanspraak gemaakt kan worden op de tegemoetkoming op grond van artikelen 63a van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 65l van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of 67i van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.

10. De tegemoetkoming en de daarmee gepaard gaande beheerskosten komen ten laste van het Rijk.

2.

Het tweede lid, alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid van artikel X vervallen.

3.

In artikel XII wordt «als bedoeld in de artikel 63a van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen» vervangen door: als bedoeld in artikel 10 van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten, zoals dat luidde op 31 december 2013, artikel 63a van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.

4.

In het tweede lid van artikel XVI wordt «31 december 2015» vervangen door: 31 december 2013.

5.

Artikel XVII wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «artikel IV,» vervangen door: artikel IV, artikel V, onderdeel A,.

2. In het tweede lid wordt «artikel V,» vervangen door: artikel V, onderdeel B,.

Toelichting

Punten 1 tot en met 5

Via deze nota worden een aantal technische wijzigingen doorgevoerd. In deze wijzigingen worden:

  • de leden van de artikelen 63a van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 65l van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 67i van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en 3:75 van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten, genoemd in artikelen VI tot en met IX, genummerd (punt 1);

  • geregeld dat het tweede lid van artikel X komt te vervallen, omdat het nog niet duidelijk is wanneer de wet precies in werking gaat treden en indexering van het bedrag in de wet wel nodig is, kan artikel X nog niet per 2 januari 2014 vervallen (punt 2);

  • artikel 10 van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten aan artikel 23, derde lid, onderdeel b, van de Wet op de loonbelasting 1964 toegevoegd om juiste financiële en administratieve afhandeling van de tegemoetkoming van 2013 na 1 januari 2014 mogelijk te maken (punt 3);

  • een verschrijving in artikel XVI aangepast (punt 4); en

  • de inwerkingtredingsdatum van onderdeel A van artikel V aangepast (punt 5).

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven