Aan de vicevoorzitter van de Europese Commissie
Den Haag, 14 november 2013
De vaste commissies voor Immigratie en Asiel / JBZ-raad (I&A/JBZ) en Veiligheid en
Justitie (V&J) van de Eerste Kamer der Staten-Generaal hebben zich gebogen over het
voorstel voor een verordening betreffende het EU-Agentschap voor justitiële samenwerking
in strafzaken (Eurojust).2 De leden van de fracties van de VVD3 en SP4 hebben in het kader van de politieke dialoog met de Europese Commissie de volgende
opmerkingen en vragen ten aanzien van het voorstel.
De leden van de VVD-fractie hebben een aantal vragen naar aanleiding van de gelekaartprocedure
bij het verordeningsvoorstel tot instelling van het Europees Openbaar Ministerie.
Deze leden wensen van de Europese Commissie te vernemen welke consequenties deze procedure
heeft voor het verordeningsvoorstel Eurojust. Ziet de Europese Commissie aanleiding
om het verordeningsvoorstel Eurojust opnieuw te bezien? Verder wensen deze leden te
vernemen welke elementen uit de gemeenschappelijke aanpak voor gedecentraliseerde
EU-agentschappen in dit voorstel zijn verwerkt en op welke manier. Ten slotte vragen
de leden van de VVD-fractie zich af welke knelpunten er tot op heden zijn of worden
ervaren voor wat betreft de bevoegdheden van de nationale leden van Eurojust. Deze
leden vragen de Europese Commissie of zij kan aangeven in hoeverre zij verwacht dat
met het voorgestelde artikel 8 (bevoegdheden van nationale leden) in het verordeningsvoorstel
Eurojust deze knelpunten toekomstbestendig worden opgelost.
De leden van de fractie van de SP merken op kritisch tegenover de verordening te staan
omdat de verordening een direct voortvloeisel achten van de oprichting van een Europees
Openbaar Ministerie.
De leden van de SP-fractie vragen zich af waarom Eurojust de taken van het Europees
Openbaar Ministerie niet zelf zou kunnen uitvoeren. Is de Europese Commissie van mening
dat Eurojust onvoldoende functioneert? Indien dit het geval is, wensen de leden te
vernemen welke problemen de Europese Commissie bij Eurojust constateert.
De leden van de SP-fractie wensen verder van de Europese Commissie te vernemen of
Eurojust en de lidstaten onvoldoende functioneren bij het opvolgen van de onderzoeken
van het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF). De leden vragen zich in dit
kader af wat de Europese Commissie er voor heeft doen kiezen om de oprichting van
een Europees Openbaar Ministerie voor te stellen.
De leden van de SP-fractie vragen zich af, wanneer de situatie zich voordoet dat lidstaten
geen actie ondernemen nadat ze informatie hebben ontvangen van OLAF, dat aan de lidstaten
ligt, aan de eventuele slechte kwaliteit van OLAF-onderzoeken en vormfouten van het
bureau of mogelijk het gebrek aan coördinatie door Eurojust. De leden van de SP-fractie
wensen van de Europese Commissie te vernemen op welke wijze de verordening een oplossing
voor deze problemen biedt.
De leden van de commissies voor Immigratie en Asiel / JBZ-raad en Veiligheid en Justitie
kijken met belangstelling uit naar de antwoorden van de Europese Commissie en ontvangen
deze graag uiterlijk 3 maanden na dagtekening van deze brief.
Voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad, G. ter Horst
Voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, A.W. Duthler