33 692 Wijziging van de Wet op de dierproeven in verband met implementatie van richtlijn 2010/63/EU

Nr. 13 AMENDEMENT VAN HET LID HEEREMA

Ontvangen 14 november 2013

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel B, vervalt in artikel 1, eerste lid, onder a, de zinsnede:, met inbegrip van het doden van dieren ten behoeve van het gebruik van hun organen, weefsels of lichaamsvloeistoffen voor een doel genoemd in artikel 1c.

II

In artikel I, onderdeel N, wordt artikel 10a4, eerste lid, als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van onderdeel a wordt «of» toegevoegd.

2. Aan het slot van onderdeel b wordt «;of» vervangen door een punt.

3. Onderdeel c vervalt.

Toelichting

Dit amendement brengt het wetsvoorstel meer in overeenstemming met de artikelen 3 en 42 van richtlijn 2010/63/EU (hierna: de richtlijn).

In artikel 3, eerste lid, van de richtlijn wordt expliciet bepaald dat het doden van dieren met als enig doel het gebruik van hun organen of weefsels niet onder een «procedure» (– oftewel een dierproef –) valt. Dit amendement brengt de definitie van «dierproef» daarmee in overeenstemming. Het amendement regelt dat het doden van dieren ten behoeve van het gebruik van hun organen, weefsels of lichaamsvloeistoffen niet meer onder de definitie van «dierproef» valt.

Verder wordt in artikel 42, eerste lid, van richtlijn 2010/63/EU – dat gaat over het invoeren van een vereenvoudigde administratieve procedure voor bepaalde projecten – niet gesproken over projecten waarin dieren uitsluitend worden gedood ten behoeve van het verkrijgen van organen of weefsels. Dit is wel het geval in de implementatie van deze bepaling in artikel I, onderdeel N, artikel 10a4 van het wetsvoorstel. Dit amendement brengt het voorgestelde artikel 10a4 daarom in overeenstemming met artikel 42 van de richtlijn.

De passages die uit het wetsvoorstel komen te vervallen, staan niet in de richtlijn. Deze passages zorgen voor een nationale kop; een specifiek geldende regel die niet in richtlijn 2010/63/EU vermeld is. Door het schrappen van deze passages worden de administratieve lasten voor het gebruik van onderdelen van dieren in plaats van levende dieren verlaagd. Hierdoor zal het gebruik van (delen van) het dier in meerdere experimenten worden bevorderd. Dit zal uiteindelijk leiden tot een vermindering van het aantal proefdieren, één van de 3V’s.

Heerema

Naar boven