33 685 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten van de mogelijkheden tot opsporing, vervolging, alsmede het voorkomen van financieel-economische criminaliteit (verruiming mogelijkheden bestrijding financieel-economische criminaliteit)

Nr. 10 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 16 juni 2014

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I, onderdeel K, artikel 328ter, eerste lid, komt te luiden:

1. Hij die, anders dan als ambtenaar, werkzaam zijnde in dienstbetrekking of optredend als lasthebber, naar aanleiding van hetgeen hij in strijd met zijn plicht in zijn betrekking of bij de uitvoering van zijn last heeft gedaan of nagelaten dan wel zal doen of nalaten, een gift, belofte of dienst aanneemt dan wel vraagt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.

B

Na artikel VI wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VIa

In artikel 2.76, derde lid, van de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied vervalt «177a,».

C

In artikel VII wordt na «vervallen in artikel I» ingevoegd: van deze wet.

Toelichting

Onderdeel A

Het betreft een technische verbetering van de delictsomschrijving opgenomen in artikel 328ter, eerste lid, waarin abusievelijk de zinsnede met betrekking tot het handelen in strijd met de plicht op een verkeerde plaats was opgenomen.

Onderdeel B

Het betreft een wijziging die samenhangt met het vervallen van artikel 177a van het Wetboek van Strafrecht.

Onderdeel C

Dit betreft een verduidelijking.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven