33 637 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2013)

Nr. 11 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID OMTZIGT TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 9

Ontvangen 16 september 2013

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel VII wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef komt te luiden: De Successiewet 1956 wordt als volgt gewijzigd:.

2. Onder de aanhef wordt ingevoegd:

A

In artikel 33, onderdeel 5°, wordt:

1. de zinsnede «tussen 18 en 40» vervangen door: tussen 18 en 45;

2. de zinsnede «woning dan wel» vervangen door: woning,;

3. na de zinsnede «aflossing van een eigen woningschuld als bedoeld in artikel 3.119a van de Wet inkomstenbelasting 2001» ingevoegd: dan wel voor de aflossing van een na de verkoop van een eigen woning resterende schuld die is aangegaan in verband met die woning,;

4. de zinsnede «tot een bedrag van € 51.407» vervangen door: tot een over ten hoogste vier kalenderjaren oplopend bedrag van ten hoogste € 51.407.

B

Na artikel 33 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 33a

In afwijking in zoverre van artikel 24 bedraagt het tarief van schenkbelasting:

  • a. 5% voor hetgeen wordt verkregen door een kleinkind tussen de 18 en 45 jaar van de grootouders, indien een eigen woning als bedoeld in artikel 3.111, eerste of derde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 is geschonken of een bedrag is geschonken ter zake van de verwerving van een zodanige eigen woning, ter zake van de kosten voor verbetering of onderhoud van die woning, ter zake van de afkoop van rechten van erfpacht, opstal of beklemming met betrekking tot die woning, voor de aflossing van een eigenwoningschuld als bedoeld in artikel 3.119a van de Wet inkomstenbelasting 2001 dan wel voor de aflossing van een na de verkoop van een eigen woning resterende schuld die is aangegaan in verband met die woning, welke kosten aanzienlijk hoger zijn dan gebruikelijk, onder bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden tot een over ten hoogste vier kalenderjaren oplopend bedrag van € 51.407; en

  • b. 10% voor hetgeen wordt verkregen door een persoon tussen 18 en 45 jaar op de wijze bedoeld onder a, anders dan door de grootouders of de ouders, onder bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden tot een over ten hoogste vier kalenderjaren oplopend bedrag van € 51.407.

C

Artikel 75 komt te luiden:.

Toelichting

Dit amendement regelt een drietal aanpassingen van de regels inzake de eenmalig verhoogde vrijstelling van de schenkingsbelasting voor schenkingen van ouders aan kinderen tussen 18 en 40 jaar tot een bedrag van € 51.407 ter zake van de schenking, de aanschaf, de verbetering of het onderhoud van een eigen woning, dat bestemd is voor de afkoop van rechten van erfpacht, opstal of beklemming van die woning, of dat bedoeld is voor de aflossing van een eigenwoningschuld (artikel 33, onderdeel 5°, van de Successiewet 1956). Daarnaast worden met dit amendement twee gereduceerde belastingtarieven geïntroduceerd, namelijk voor schenkingen van grootouders aan kleinkinderen en schenkingen van derden tot een bedrag van € 51.407 ter zake van de hiervoor genoemde doeleinden. Meer in detail regelt het amendement het volgende.

Allereerst behoeft op basis van het amendement het eenmalig van schenkingsbelasting vrijgestelde bedrag van ten hoogste € 51.407 niet langer in één kalenderjaar geschonken te worden. Dit bedrag kan voortaan over vier kalenderjaren worden verspreid, en is dus de som van ten hoogste vier schenkingen. Hierbij geldt dat op grond van artikel 28 van de Successiewet 1956 schenkingen van ouders die gedurende een kalenderjaar aan een kind worden gedaan, worden aangemerkt als één schenking. Feitelijk gezien kunnen gedurende de vier kalenderjaren dus meer dan vier schenkingen plaatsvinden.

Ten tweede komt de eenmalig verhoogde vrijstelling van de schenkingsbelasting tot een bedrag van € 51.407 ook te gelden voor schenkingen van ouders aan kinderen tussen 40 en 45 jaar.

Ten derde komen ook schenkingen van ouders aan hun kinderen ter zake van de aflossing van restschulden onder de vrijstelling van de schenkingsbelasting te vallen.

Ten vierde wordt de schenkingsbelasting voor schenkingen van grootouders aan hun kleinkinderen tot een bedrag van € 51.407 verlaagd naar 5%.

Tot slot komt voor schenkingen van derden tot een bedrag van € 51.407 een gereduceerd belastingtarief van 10% te gelden.

De drie genoemde aanpassingen ten aanzien van schenkingen van ouders aan hun kinderen gelden ook ten aanzien van de geïntroduceerde schenkingen tegen gereduceerde belastingtarieven.

Het amendement op stuk nummer 9 wordt gewijzigd teneinde een technische omissie te herstellen.

Omtzigt

Naar boven