33 629 (R2005) Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en Saint Vincent en de Grenadines inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen; Willemstad, 28 september 2009

B/ Nr. 2 ADVIES RAAD VAN STATE VAN HET KONINKRIJK EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk d.d. 13 maart 2013 en het nader rapport d.d. 12 april 2013, aangeboden aan de Koningin door de minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 13 februari 2013, no.13.000248, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, bij de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en Saint Vincent en de Grenadines inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen; Willemstad, 28 september 2009 (Trb. 2009, 201 en Trb. 2010, 94), met toelichtende nota.

Het verdrag ziet op de uitwisseling van informatie met het oog op de belastingheffing. De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk onderschrijft de goedkeuring van het verdrag, maar maakt daarbij de volgende kanttekeningen.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 13 februari 2013, no. 13.000248, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk haar advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 13 maart 2013, nr. W02.13.0028/II/K, bied ik U hierbij aan.

1. Bescherming persoonsgegevens

In de toelichting op artikel 8 van het verdrag wordt ingegaan op het beschermingsniveau voor persoonsgegevens die door Saint Vincent en de Grenadines worden verstrekt aan het Caribische deel van Nederland (de BES-eilanden), aan Curaçao of aan Sint Maarten. De toelichtende nota gaat echter niet in op de relevante vraag naar het beschermingsniveau voor persoonsgegevens die door de BES-eilanden, Curaçao of Sint Maarten worden verstrekt aan Saint Vincent en de Grenadines.

De Afdeling adviseert om in de toelichting op artikel 8 van het verdrag ook in te gaan op het beschermingsniveau voor aan Saint Vincent en de Grenadines verstrekte persoonsgegevens.

1. Bescherming persoonsgegevens

De toelichting op artikel 8 is aangevuld, in aanmerking genomen het advies van de Raad.

2. Belastingen waarop het verdrag van toepassing is

In artikel 3, tweede lid, van het verdrag staat dat het verdrag ook van toepassing is op alle in wezen gelijksoortige belastingen die na de datum van ondertekening van het verdrag (28 september 2009) naast of in plaats van de bestaande belastingen worden geheven, mits de bevoegde autoriteiten zulks overeenkomen. Na genoemde datum – namelijk met ingang van 1 januari 2011 – geldt op de BES-eilanden een nieuw fiscaal stelsel, met onder meer een vastgoedbelasting en een opbrengstbelasting. In de toelichting op artikel 3 van het verdrag wordt daarover opgemerkt dat het verdrag na de staatkundige hervorming op (onder meer) deze belastingen van toepassing zal zijn «mits de bevoegde autoriteiten zulks overeenkomen». De Afdeling gaat ervan uit dat de intentie bestaat om na goedkeuring van het verdrag deze overeenstemming te bereiken met de bevoegde autoriteiten van Saint Vincent en de Grenadines. Dit blijkt echter niet eenduidig uit de toelichtende nota.

De Afdeling adviseert de toelichtende nota op dit punt aan te vullen.

2. Belastingen waarop het verdrag van toepassing is

De toelichting op artikel 3, tweede lid, is aangevuld, in aanmerking genomen het advies van de Raad.

3. Redactionele verbeteringen

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om enkele redactionele verbeteringen aan te brengen.

De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld verdrag wordt overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal en aan de Staten van Curaçao en aan die van Sint Maarten, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De vice-president van de Raad van State van het Koninkrijk,

J.P.H. Donner

Ik moge U verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal en tevens over te leggen aan de Staten van Curaçao en aan de Staten van Sint Maarten.

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Naar boven