Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 augustus 2023
Op 1 april 2022 informeerde ik uw Kamer over een acuut capaciteitsvraagstuk bij de
forensisch kinderartsen van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Deze situatie
bedreigde de ordentelijke uitvoering van forensische onderzoeken bij minderjarige
slachtoffers van zedendelicten.1 Op het moment van schrijven was een oplossing gevonden voor slachtoffers in de leeftijd
van 0 t/m 12 jaar door een externe aanbieder in te huren (het Landelijk Onderzoeks-
en Expertisebureau FMO, LOEF) die forensisch artsen beschikbaar had. Er werd nog gewerkt
aan een oplossing voor slachtoffers in de leeftijd van 13 t/m 15 jaar. Ik zou uw Kamer
nader informeren zodra er zicht was op een structurele oplossing, of zodra zich een
belangrijke verandering voor zou doen in de noodmaatregelen.
Uw Kamer heeft sindsdien over dit onderwerp twee moties aangenomen, te weten een motie
van de leden Van der Staaij en Bikker die de regering oproept om een duurzame oplossing
te realiseren voor het uitvoeren van forensisch medisch onderzoek bij minderjarige
slachtoffers van seksueel geweld,2 en een motie van het lid Mutluer, die de regering verzoekt om te onderzoeken hoe
groot het tekort aan forensische expertise over kindermisbruik is en wordt verwacht,
hiervoor oplossingen aan te dragen, en de Kamer daarover te informeren.3 Met deze brief informeer ik uw Kamer over de ontwikkelingen sinds mijn vorige brief
over dit onderwerp en over de duurzame oplossing voor deze gevoelige onderzoeken die
ophanden is. Deze brief dient tevens ter afdoening van de genoemde moties.
De situatie die ik beschreef in mijn vorige brief heeft geduurd tot juli 2022. Toen
liet LOEF weten dat zij voldoende capaciteit hadden om ook voor slachtoffers in de
leeftijdsgroep 13 t/m 15 jaar als vangnet kunnen te fungeren. Dat betekende een belangrijke
verbetering in de dienstverlening, omdat hierdoor de zekerheid bestond dat 24/7 op
korte termijn een deskundige forensische arts beschikbaar was. Begin 2023 liet LOEF
weten dat zij inmiddels voldoende waren gegroeid om alle slachtoffers in de leeftijdsgroep
13 t/m 15 jaar te onderzoeken. Na overleg met Politie en OM is besloten om van deze
mogelijkheid gebruik te maken en is met LOEF een overeenkomst gesloten tot eind dit
jaar. Belangrijke overweging hierbij was dat Politie en OM tevreden zijn over de kwaliteit
van de door de artsen van LOEF geleverde specialistische dienstverlening.
In de zoektocht naar een duurzame, meerjarige oplossing zijn sinds de zomer gesprekken
gevoerd met LOEF, GGD GHOR en NFI. Deze partijen is gevraagd om voor eind december
2022 een voorstel neer te leggen waarin zij beschrijven of en hoe zij deze specialistische
onderzoeken zouden kunnen uitvoeren in de periode 2024 t/m 2027. De conclusie na bestudering
van de voorstellen was dat alleen LOEF kan garanderen dat zij per genoemde datum de
onderzoeken kunnen uitvoeren conform de eisen die Politie, OM en NFI hieraan stellen.
Deze eisen zijn gebaseerd op (internationale) normen over onder andere de blootstelling
die een forensische arts minimaal nodig heeft om deskundig te blijven voor deze onderzoeken.
Op korte termijn zullen besprekingen met het LOEF worden gevoerd om tot een overeenkomst
voor de periode 2024 t/m 2027 te komen.
Met de meerjarige inzet van LOEF is de uitvoering van het forensische onderzoek bij
minderjarige slachtoffers van zedendelicten duurzaam geborgd. Voor de oplossing van
het bredere probleem van een tekort aan forensische artsen verwijs ik u naar het halfjaarbericht
politie dat ik onlangs aan uw Kamer stuurde.4
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius