33 626 Oprichting Stichting Voorbereiding Pallas-reactor

36 200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023

Nr. 20 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 januari 2023

Op 23 december 2022 heb ik uw Kamer geïnformeerd over het feit dat de Eerste Kamer de behandeling van de Ontwerpbegroting 2023 van VWS heeft uitgesteld naar de tweede helft van januari 2023, omdat er eerst een debat dient plaats te vinden over de jeugdzorg c.q. de hervormingsagenda1. De begroting is hierdoor nog niet goedgekeurd waardoor er voor nieuw beleid geen verplichtingen mogen worden aangegaan en staand beleid terughoudend moet worden uitgevoerd. Dit heeft grote gevolgen voor het Pallas-project. Hieronder wordt gemotiveerd onderbouwd waarom er sprake is van spoedeisend belang in de zin van de Comptabiliteitswet 2016 dat er toe noopt om het Pallas-project vooruitlopend op de goedkeuring van de Ontwerpbegroting 2023 strikt noodzakelijke financiering te verstrekken voor de periode tot en met februari 2023.

Beroep op artikel 2.25, tweede lid, Comptabiliteitswet 2016

Op grond van artikel 2.25, tweede lid van de Comptabiliteitswet 2016 dient de Minister de Staten-Generaal vooraf te informeren over een uitzonderingsgeval waarbij er sprake is van spoedeisend belang waardoor uitstel van het in uitvoering nemen van de in de begroting voorzien nieuw beleid niet in het belang van het Rijk is.

Er is voor het Pallas-project sprake van spoedeisend belang; indien niet zo spoedig mogelijk aanvullende financiering (subsidie in de vorm van een rentedragende lening) aan de Stichting Voorbereiding Pallas-reactor («Stichting») verstrekt wordt voor de voortzetting van de voorbereidingen van de werkzaamheden in aanloop naar het finale kabinetsbesluit over de voortgang van het Pallas-project dat in het tweede kwartaal van dit jaar wordt verwacht, leidt dat tot directe liquiditeitsproblemen bij de Stichting.

De Stichting heeft op mijn verzoek op basis van de liquiditeitsprognose die is gebaseerd op het jaarplan van 2023, geanalyseerd welke financiële middelen strikt noodzakelijk zijn, om tot en met februari de reeds aangegane (financiële) verplichtingen die niet uitgesteld kunnen worden, na te kunnen komen, en de huidige werkzaamheden voort te kunnen zetten zodat het Pallas-project, na een definitief positief kabinetsbesluit, op tijd en binnen budget opgeleverd kan worden. Hiermee wordt geborgd dat de nieuwe reactor op tijd de rol van de bestaande reactor kan overnemen. Dit heeft geleid tot een financieringsverzoek van 31 miljoen euro. Uitstel van bovenstaande is vanwege de daarmee gepaard gaande risico’s, niet in het belang van het Rijk.

Financiering 31 miljoen euro

De gevraagde middelen van 31 miljoen euro worden verstrekt vanuit de 129 miljoen euro die op artikel 2 in de begroting van 2023 is bedoeld voor zowel het continueren van het huidige beleid (de Staat ondersteunt de Stichting sinds 2013 bij de voorbereidingen van het Pallas-project door middel van het verstrekken van subsidies in de vorm van rentedragende leningen waarmee de voorbereidende werkzaamheden worden gefinancierd) alsmede het nieuwe beleid (als gevolg van het genomen kabinetsbesluit en het nog te nemen finale kabinetsbesluit over de voortgang van het Pallas-project2. Het Ministerie van VWS heeft op dit moment financiering aan de Stichting verstrekt tot en met december 2022, waardoor er sprake is van spoedeisend belang voor het verstrekken van aanvullende maar slechts strikt noodzakelijke financiering voor de verplichtingen zoals hierboven genoemd.

Conclusie

Gelet op het bovenstaande ben ik van mening dat er wordt voldaan aan de eis uit het tweede lid van artikel 2.25 van de Comptabiliteitswet 2016, en dat er daardoor sprake is van spoedeisend belang waardoor uitstel niet in het belang is van het Rijk. Op grond van het genoemde artikel informeer ik de Staten-Generaal vooraf.

De Minister voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers


X Noot
1

Kamerstuk 36 200 XVI, nr. 196.

X Noot
2

Kamerstuk 33 626, nr. 16.

Naar boven