33 625 Hulp, handel en investeringen

Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 oktober 2013

Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Economische Zaken, de reactie aan op het verzoek van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 10 september 2013 inzake de wijze waarop Nederland Tanzania ondersteunt met scholing en technische assistentie in de olie- en gassector.

Wijze van ondersteuning

In 2011 is besloten dat Tanzania niet langer de status van partnerland heeft. Na dit besluit wordt de ontwikkelingssamenwerkingsrelatie met Tanzania geleidelijk afgebouwd. Nederland en Tanzania investeren sindsdien in een meer gelijkwaardige relatie met versterkte economische banden. In dat kader ben ik voornemens Tanzania in 2014 te bezoeken samen met een handelsdelegatie. De ontdekking van een aanzienlijke hoeveelheid gas voor de kust vormt een verdere stimulans voor uitbouw van de economische relatie. Tanzania heeft duidelijk behoefte aan de kennis en kunde van de Nederlandse overheid en het Nederlandse bedrijfsleven ten aanzien van gasinfrastructuur en gasmanagement. De initiatieven die Nederland nu in samenwerking met Tanzania ontplooit sluiten aan bij de doelstellingen in de beleidsnota «Wat de wereld verdient» (Kamerstuk 33 625, nr. 1). Nederland kan Tanzania assisteren bij de eigen duurzame ontwikkeling en het Nederlandse bedrijfsleven kan investeren in deze groeiende economie.

De ondersteuning die de Nederlandse overheid aan Tanzania biedt ter versterking van de Tanzaniaanse capaciteiten in de olie- en gassector is enerzijds «government-to-government» samenwerking (G2G) en anderzijds ondersteuning van samenwerking tussen relevante kennisinstituten in Nederland en Tanzania (K2K). Nederlandse ondernemingen in de olie- en gassector en aanverwante logistiek-maritieme infrastructuur, die een nauwe relatie met de Tanzaniaanse en/of Zanzibari overheid hebben, doen hun voordeel met het netwerk dat via de genoemde activiteiten wordt opgebouwd en onderhouden.

Overzicht contacten met Tanzaniaanse autoriteiten

Deze samenwerking komt voort uit een reeks werkbezoeken sinds begin 2012, waarbij Tanzaniaanse functionarissen van verschillende overheidsinstanties kennis maakten met de organisatie van de gaswaardeketen in Nederland (het gasgebouw) en het Nederlandse juridische en beleidsmatige raamwerk voor het beheer van de sector. Zo hebben een Tanzaniaanse en een Zanzibari parlementaire delegatie Nederland bezocht, evenals de Board of Directors van de Tanzanian Petroleum Development Corporation (TPDC). President Kikwete van de Unierepubliek Tanzania bezocht Nederland samen met de minister van Energie en Mineralen in april 2013. President Shein van Zanzibar bezocht Nederland in augustus 2013. Ook tijdens deze bezoeken werden presentaties gegeven over de organisatie van de Nederlandse gassector en het toezicht daarop en werden verschillende instanties binnen de Nederlandse gassector bezocht.

Scholing en technische assistentie in de olie- en gassector

In april 2013 vond vanuit Nederland een verkenningsmissie plaats om behoeften en mogelijkheden voor samenwerking op het gebied van capaciteitsversterking te inventariseren. Deze missie voerde gesprekken met de Tanzaniaanse ministeries van Energie en Mineralen (MEM) en van Financiën, met de TPDC, de Attorney General, een aantal relevante onderwijsinstellingen en met relevante autoriteiten op Zanzibar. Mede op basis van bevindingen van de missie is een pakket activiteiten ontwikkeld, dat deels reeds van start is gegaan. Het gaat hierbij om:

  • Een introductiecursus in Tanzania door een Nederlandse gasexpert over gasexploratie voor medewerkers van MEM en geselecteerde studenten van enkele Tanzaniaanse universiteiten;

  • Eenzelfde introductiecursus voor geselecteerde Zanzibari functionarissen;

  • Stageplaatsen bij de vijf instanties binnen de Nederlandse gassector (Staatstoezicht op de Mijnen, Gasunie, Gasterra, TNO en EBN) voor medewerkers van relevante Tanzaniaanse en Zanzibari overheidsinstellingen;

  • Tailormade training over (juridische aspecten van) de internationale gasmarkt en mogelijke vormen van licentieverlening en contractering in de sector voor leden van de Tanzaniaanse en Zanzibari onderhandelingsteams (MEM, ministerie van Financiën, Attorney General’s Chambers, TPDC);

  • Tailormade training door het olie- en gasteam van de Nederlandse Belastingdienst voor Zanzibari functionarissen over verschillende fiscale regimes die kunnen worden toegepast voor belastingheffing op inkomsten in de olie- en gassector.

  • Een introductieseminar in Dar es Salaam voor hoge ambtenaren van diverse betrokken ministeries en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven over basisbeginselen van internationaal maritiem recht door een Nederlands juridisch expert;

  • Advisering over aanpassing van voor de sector relevante curricula van onderwijsinstellingen op het vasteland.

Inventarisatie mogelijkheden en initiatieven voor strategische samenwerking met Tanzania

Het hierboven omschreven pakket is in nauw overleg met de meest betrokken Tanzaniaanse autoriteiten samengesteld. Doelstelling was snel in te spelen op urgente behoeftes. Het pakket heeft een basis gelegd voor meer strategische samenwerking op terreinen die voor beide landen van economisch belang zijn.

Voor de middellange termijn wordt gewerkt aan structurele ondersteuning van Tanzaniaanse instellingen voor onderwijs en onderzoek ten behoeve van de olie- en gassector. In samenwerking met Nederlandse kennisinstellingen en bedrijven wordt een Nederlands-Tanzaniaans kenniscentrum voor de olie- en gassector opgezet. Doel is om bij te dragen aan kwaliteitsverbetering van bestaande onderwijs- en onderzoekscapaciteit in Tanzania op olie- en gasgebied, zowel technisch als bestuurlijk. Naast vaktechnische thema’s zal aandacht worden besteed aan (arbeids)marktgerichtheid van curricula, didactiek en training van onderwijsstaf. De uitbreiding van Tanzaniaanse opleidingscapaciteit zal kosteneffectief worden opgezet door samenwerking tussen verschillende onderwijsinstellingen in Tanzania en betrokkenheid van het Tanzaniaanse bedrijfsleven. Concreet geef ik deze samenwerking vorm door het creëren van een «Dutch Resources Facility» van ca. 1 mln. euro per jaar voor een periode van vier jaar (2014–2017), gericht op kennisuitwisseling en capaciteitsondersteuning van de energie- en grondstoffensector in Tanzania en een beperkt aantal overgangslanden. Het fonds wordt ingezet onder voorwaarde dat de ondersteuning plaatsvindt aan landen die voor het Nederlandse bedrijfsleven en kennisinstellingen van belang zijn. Bij dit initiatief zal gebruik worden gemaakt van de jarenlange ervaring van Nuffic met internationale samenwerking tussen onderwijsinstellingen en Agentschap NL met private sectorontwikkeling.

De Minister voor Buitenlandse Handelen Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Naar boven