Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 maart 2021
Met deze brief reageer ik op het verzoek van het lid Krol (GK) bij de Regeling van
Werkzaamheden op 2 februari jl. (Handelingen II 2020/21, nr. 51, Regeling van Werkzaamheden)
om duiding van het concept Build Back Better. Hieronder vindt u een toelichting op de oorsprong en definitie van Build Back Better (BBB), en de positie van het kabinet hierover.
Zoals ik eerder in een debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus heb gezegd,
doelt de term BBB op het gebruiken van inzichten die de COVID-19 crisis biedt om Nederland
in de toekomst weerbaarder te maken tegen soortgelijke gezondheidscrises1.
In de internationale context staat het concept BBB al langer voor een gangbare benadering
van crisisrespons na een (natuur)ramp, waarbij, naast herstel, maatschappelijke problemen
aangepakt worden met het doel een veerkrachtige, en duurzame samenleving te creëren.
Na de tsunami in de Indische Oceaan (2004) is BBB voor het eerst gebruikt voor wederopbouw
en herstel, waarbij niet alleen het duurzaam herstellen van huizen en (toegang tot)
publieke gezondheidszorg, maar ook het oplossen van conflict en armoede centraal stonden.
Vervolgens is de benadering van BBB ingezet na diverse natuurrampen, zoals orkaan
Katrina (Verenigde Staten, 2005), cycloon Nargis (Myanmar, 2008), de aardbeving in
Haïti (2010). In 2015 is BBB als officieel concept voor duurzaam en inclusief herstel
erkend door de Verenigde Naties (VN).
Met het uitbreken van de COVID-19 pandemie is BBB in de context van de mondiale gezondheids-,
economische en maatschappelijke crisis geplaatst. Wereldwijd is de impact enorm: lockdowns, maar ook het deels stilvallen van de wereldhandel, internationale productieketens
en transport. Decennia van groei en sociaaleconomische vooruitgang in – vooral – lage-
en middeninkomenslanden dreigen daarmee teniet te worden gedaan.
Vanwege het open, internationale karakter van de Nederlandse economie deelt het kabinet,
zoals ook benoemd in de kabinetsreactie d.d. 10 juli 2020 op het advies «Nederland
en de wereldwijde aanpak van COVID-19» van de Adviesraad Internationale Vraagstukken
(AIV) (Kamerstukken 33 625 en 25 295, nr. 320), de overtuiging dat adequate actie van de internationale gemeenschap is geboden
om de meest kwetsbare landen te ondersteunen.
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte