33 625 Hulp, handel en investeringen

Nr. 125 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 september 2014

Voor u ligt de (jaarlijkse) rapportage over de resultaten van de Nederlandse inzet op de prioritaire thema’s van ontwikkelingssamenwerking in 2013. De voortgang wordt beschreven in een rapport (bijlage1), in 15 landenfiches2 en in 48 thematische resultaatfiches die per speerpunt en per ambassade/themadirectie zijn opgesteld. De fiches zijn te vinden op rijksoverheid.nl3.

Het rapport beschrijft de voortgang voor de vier speerpunten (Water, Voedselzekerheid, Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten en Veiligheid en Rechtsorde) inclusief de resultaten van de thema’s vrouwenrechten en gendergelijkheid en klimaat en duurzaamheid4. Ook treft u de voortgang op de agenda voor hulp, handel en investeringen aan. Zoals eerder toegezegd5ontvangt u bij de resultatenbrief een cijfermatig overzicht van de budgetten per thema.

Bereikte resultaten in 2013

De bereikte resultaten op de prioritaire thema’s stemmen positief. Om een aantal substantiële voorbeelden te noemen: 2,5 miljoen mensen kregen met Nederlandse steun toegang tot sanitaire voorzieningen en 2,1 miljoen mensen tot veilig drinkwater. Ruim 3 miljoen boer(inn)en hebben hun positie versterkt via organisatievorming, kennisoverdracht en verbeterde wet- en regelgeving. In vier partnerlanden werden 1,6 miljoen landrechten uitgegeven, waarvan een kwart aan boerinnen6. Meer dan 2 miljoen mensen in ontwikkelingslanden hebben toegang gekregen tot hernieuwbare energie voor schoon koken en elektriciteit, wat veel winst oplevert voor vrouwen en arme huishoudens. Nederland heeft bijgedragen aan meer kennis onder jongeren over seksuele gezondheid, grotere beschikbaarheid van anticonceptie en aidsremmers en aan de daling in moedersterfte en sterfte aan hiv/aids. Nederland steunde in Mali het United Nations Department of Political Affairs (DPA), die onderhandelingen mogelijk maakte tussen overheid en rebellen. Dit leidde tot een voorlopig vredesakkoord.

In samenwerking met de Nederlandse private sector worden meer fondsen gemobiliseerd voor het bereiken van ontwikkelingsdoelstellingen. In 2013 werd in totaal een bedrag van ruim EUR 560 miljoen gegenereerd dankzij substantiële private co-investeringen bij programma’s zoals het IDH (Initiatief Duurzame Handel) en PSI (Private Sector Investeringen). Een verbeterd ondernemingsklimaat leidt tot toename van bedrijvigheid waarbij in 2013 door Nederlandse programma’s in ontwikkelingslanden ten minste 160.000 nieuwe banen zijn gecreëerd. Verbetering van het ondernemingsklimaat biedt niet alleen lage- en middeninkomenslanden handels- en investeringskansen, maar is ook goed voor het Nederlandse bedrijfsleven. Circa 150 Nederlandse bedrijven zijn in 2013 actief geworden op buitenlandse markten. De ambassades in de partnerlanden hebben in 2013 minstens 300 Nederlandse bedrijven ondersteund met advies en informatie.

Tegenvallers en uitdagingen

De wereld werd in 2013 geconfronteerd met een groot aantal conflicten. Gebrek aan stabiliteit bemoeilijkt het behalen van resultaten voor ontwikkeling. Conflicten in Mali en Zuid-Soedan vertraagden de wederopbouw en ontwikkeling, waardoor de resultaten in deze partnerlanden onder druk kwamen te staan. Het blijft belangrijk om juist in deze landen armen en marginale groepen bij te staan en steun te geven aan herstel van veiligheid en rechtsorde. In Mali bijvoorbeeld hebben Nederlandse programma’s er mede voor gezorgd dat het gezondheidssysteem zo goed mogelijk kon blijven functioneren tijdens de crisis.

Daarnaast blijft het een uitdaging om ongelijkheid tegen te gaan en de armsten te bereiken. Veel partnerlanden worden gekenmerkt door een toenemende economische groei, dat is positief, maar zonder expliciet beleid gericht op inclusiviteit leidt dit tot toenemende ongelijkheid. Grote ongelijkheid kan negatief uitwerken op potentiële groei. Het kabinet wil meer kansen creëren door groei én de toegang tot die kansen eerlijker verdelen. Hieraan wordt in de agenda voor hulp en handel uitwerking gegeven door het creëren van werkgelegenheid, verbetering van arbeidsomstandigheden, versterken van ondernemingsklimaat en toegang verlenen tot kredieten voor mannen én vrouwen. De uitdaging blijft om de armsten te bereiken en de uitsluiting van achtergestelde en kwetsbare groepen tegen te gaan door een inclusieve benadering.

Gebruik van indicatoren

Ambassades en themadirecties op het ministerie brengen jaarlijks in kaart welke resultaten er behaald zijn op de prioritaire beleidsdoelstellingen. Deze worden gedetailleerd weergegeven in resultaatfiches. Zoals ook voor 2012 het geval was, zijn in 2013 resultaten door middel van indicatoren zoveel mogelijk gekwantificeerd. Het gebruik van indicatoren in een jaarlijkse rapportage kent ook beperkingen. Allereerst laat de betrouwbaarheid van gegevens in lage inkomenslanden waar Nederland actief is te wensen over. Daarnaast geeft een indicator (zoals het woord al zegt) slechts een indicatie of aanwijzing van de verandering of trend in het land. Impactstudies (ex-post) kunnen door een zorgvuldige analyse aantonen in hoeverre de resultaten hebben geleid tot de gewenste veranderingen op lange termijn. Het vaststellen van de juiste indicatoren (die een goede aanwijzing geven en waarvoor betrouwbare gegevens bestaan) is werk in uitvoering. Internationale organisaties (VN, EU, New Deal for Engagement in Fragile States) zoeken naar praktische en eenduidige (standaard)indicatoren die voortgang in beeld kunnen brengen. Nederland wil hier zo veel mogelijk bij aansluiten zodat in partnerlanden geen parallelle monitoringssystemen ontstaan.

Resultaten per partnerland

Naast de resultatenrapportage per speerpunt en thema vindt u ook een overzicht van de belangrijkste behaalde resultaten in de 15 partnerlanden. De thematische resultaten worden hierbij geplaatst in de context van het partnerland en van het meerjarig strategisch plan van de ambassade. Deze landenfiches geven inzicht in de belangrijkste doelen per partnerland en de Nederlandse inzet daarop. Hiermee kom ik tegemoet aan de motie7 om concrete en meetbare doelen per partnerland weer te geven in deze brief. Tevens geven de landenfiches informatie over het niveau van uitgaven, de verdeling van de uitgaven over de speerpunten/thema’s en worden gebruikte financieringskanalen weergegeven. Een waardering van de resultaatbereiking en eventuele implicaties voor de toekomstige Nederlandse inzet maken tevens deel uit van het landenfiche.

Gebruikte financieringskanalen

De beleidsnota «Wat de wereld verdient» stelt dat er vooraf niet gestuurd wordt op de verdeling van geldstromen over financieringskanalen. Partners worden gekozen omdat ze effectief en efficiënt opereren, niet omdat ze tot een bepaald kanaal behoren. Een combinatie van organisaties is vaak het meest effectief om resultaten te boeken. Bij de verslaggeving over de resultaatbereiking in de resultaatfiches worden de activiteiten die uitgevoerd worden onder een bepaald speerpunt gepresenteerd en is per activiteit de uitvoerende organisatie toegevoegd. De landenfiches geven informatie over de uitvoeringskanalen binnen de partnerlanden. Hiermee geef ik inhoud aan mijn toezegging8 om in de resultatenrapportage nadrukkelijker op te nemen wat Nederland via het multilaterale kanaal heeft bereikt.

Transparantie

Deze jaarlijkse rapportage, inclusief de resultaat- en landenfiches schetst een beeld van de voortgang op de prioritaire thema’s van ontwikkelingssamenwerking. Omdat Nederland het belang van transparantie onderkent, zijn alle resultaat- en landenfiches openbaar.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Landenfiches zijn opgesteld voor de 15 partnerlanden; thematische resultaatfiches voor de speerpunten per ambassade en per themadirectie.

X Noot
3

De resultaat- en landenfiches zijn geplaatst op rijksoverheid.nl, bij het onderwerp Ontwikkelingssamenwerking. Zie: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ontwikkelingssamenwerking.

X Noot
4

De inzet op humanitaire hulp is beschreven in brief aan Tweede Kamer, Kamerstuk 32 605, nr. 135.

X Noot
5

Algemeen Overleg Meerjarige Strategische Plannen 2014 – 2017 van 27 maart 2014.

X Noot
6

Motie van Laar c.s. Kamerstuk 33 750 XVII, nr. 29.

X Noot
7

Motie De Caluwé en Mulder. Kamerstuk 33 625, nr. 29.

X Noot
8

Toezegging Algemeen Overleg Wereldbank, 9 april 2014

Naar boven