33 605 X Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2012

Nr. 7 HERDRUK1 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 10 juni 2013

De vaste commissie voor Defensie, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het voorstel van wet genoegzaam voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Ten Broeke

De griffier van de commissie, Van Leiden

1

Welk percentage van de hogere verplichtingen van 174,9 mln. euro komen voor rekening van investeringen op het gebied van groot materieel? En welk percentage wordt veroorzaakt door overige investeringen? En kunt u deze investeringen uitsplitsen?

De hogere verplichtingen van € 174,9 miljoen bestaan enerzijds uit € 269,9 miljoen meer verplichtingen voor investeringen en anderzijds uit € 95,0 miljoen lagere verplichtingen voor exploitatie. Van de hogere verplichtingen op investeringen komt 98,8 procent voor rekening van groot materieel en 1,2 procent voor rekening van overige investeringen. De hogere verplichtingen bij overige investeringen kunnen worden gesplitst in € 1,7 miljoen voor investeringen aan infrastructuur en € 1,5 miljoen voor investeringen aan informatievoorziening. De hogere verplichtingen bij investeringen op het gebied van groot materieel kunnen worden verdeeld in € 58 miljoen voor de MK-48 upgrade, € 105 miljoen voor de modificatie van de SMART-L radar (project Maritime Ballistic Missile Defence), € 28 miljoen voor de versimpeling van het contract voor het Groot Pantserwielvoertuig (Boxer) en € 75,7 miljoen voor een groot aantal financiële verplichtingen met een relatief klein financieel volume.

2

Hoeveel claims zijn er in 2012 met betrekking tot het Veteranenbeleid meer afgewikkeld dan begroot?

4

Hoeveel groter was het aantal aanspraken op de claims dan begroot?

De begroting voor de Ereschuldregeling gaat uit van een raming van in totaal 2.000 uitkeringen. In werkelijkheid zijn er in 2012 ongeveer 2.200 uitkeringen in het kader van Ereschuld uitbetaald. Op dit moment is het aantal uitbetaalde uitkeringen ruim 2.500 (standdatum mei 2013).

3

Wat zijn de oorzaken van de snellere afwikkeling van de claims op basis van het Veteranenbeleid?

5

Welk deel van de overschrijding van het budget Veteranenbeleid kwam voor rekening van de snellere afwikkeling van de claims en welk deel door het groter aantal aanspraken op de claims?

Zoals mijn ambtsvoorganger aan de Kamer heeft gemeld, ontvingen rechthebbenden die aan alle voorwaarden voldoen in 2012 reeds de uitkering in het kader van de ereschuldregeling (Kamerstuk 30 139, nr. 106). De overschrijding van het budget is vooral veroorzaakt door een groter aantal aanspraken dan geraamd.

4

Hoeveel groter was het aantal aanspraken op de claims dan begroot?

Zie het antwoord op vraag 2.

5

Welk deel van de overschrijding van het budget Veteranenbeleid kwam voor rekening van de snellere afwikkeling van de claims en welk deel door het groter aantal aanspraken op de claims?

Zie het antwoord op vraag 3.

6

Wat is de oorzaak van de hogere bijdrage aan contributies van 1,4 mln. euro dan begroot?

De hogere bijdrage is het gevolg van een toename in de uitgaven door de inzet van Navo-capaciteiten tijdens Operatie Unified Protector in 2011 en een aanvullende contributie na vaststelling van het NATO Military Budget 2011.

7

Welke verplichtingen zijn binnen het budget van gereedstelling bij het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) en inzet kustwachttaken meer aangegaan dan begroot?

Het betreft een overschrijding van het totale verplichtingenbudget met € 1,7 miljoen. Het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) is in 2012 een extra verplichting aangegaan voor de ondersteuning van het Joint Project Optic Windmill. Nederland is voor dit project lead nation in 2013. Daarnaast is het CZSK vooruitlopend op de intensivering van de internationale militaire samenwerking vanaf 2015 een meerjarige verplichting aangegaan met de Britse marine. Bij de inzet Kustwacht Nederland is een extra verplichting geboekt om schade (veroorzaakt door vogels) aan de Dornier te herstellen. Ten slotte is de verplichting voor het onderhoud aan de Dornier meerjarig verhoogd.

8

Kan uit het feit dat 11 mln. euro minder is uitgegeven voor gereedstelling worden geconcludeerd dat men minder heeft geoefend? Kunt u dit toelichten?

De onderrealisatie van € 11 miljoen voor gereedstelling wordt veroorzaakt door het achterblijven van de activiteitsgebonden toelagen en de daaraan gerelateerde budgetten, zoals operationele voeding en overige operationele zaken. Dat komt omdat er met minder mensen is geoefend. Een deel van het personeel is namelijk ingezet voor VPD’s en de eenheden hadden ook een lagere personele vullingsgraad. Het oefenprogramma van de eenheden is volledig gerealiseerd.

9

Kunt u toelichten hoeveel hoger de uitgaven aan reservisten zijn?

Van de € 10,2 miljoen hogere uitgaven voor formatie van het CLAS heeft € 0,5 miljoen betrekking op reservisten.

10

Hoeveel meer inzet door reservisten is er geweest bij het Commando Landstrijdkrachten (CLAS) in 2012 dan begroot en waarvoor zijn deze reservisten ingezet?

Het reservistenbudget in 2012 bedroeg in totaal € 21,2 miljoen. De realisatie eind 2012 was € 21,7 miljoen en er is dus voor ongeveer € 0,5 miljoen meer besteed aan de inzet door reservisten. De reservisten zijn, naast opleiding en training, ingezet voor steunverlening, frontfill en backfill en bijdragen aan verschillende onderzoeken en materieelprojecten.

11

Wat is de oorzaak van de neerwaartse bijstelling van 7 mln. euro van gereedstelling bij het CLAS dan begroot?

Gedurende het uitvoeringsjaar bleek dat minder kon worden geoefend dan was voorzien. Daarom is het budget gereedstelling neerwaarts bijgesteld tijdens het uitvoeringsjaar. De eenheden van het CLAS hebben hun oefenprogramma’s wel gerealiseerd. In een aantal gevallen zijn de oefeningen echter uitgevoerd met minder deelnemers dan voorzien, vanwege personele ondervulling. Daarnaast zijn incidenteel oefeningen ingekort vanwege een te lage materiële beschikbaarheid.

12

Betekenen de lagere uitgaven bij het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) van 13,7 mln. euro, door lagere uitgaven voor instandhouding doordat een contract voor reserveonderdelen niet tijdig kon worden afgesloten, dat deze uitgaven doorschuiven naar volgend jaar? Op welke reserveonderdelen had dit betrekking en met welke operationele gevolgen?

De lagere uitgaven voor instandhouding hadden betrekking op reservedelen voor de NH-90. Door vertraagde leveringen door de industrie zijn niet alle contracten tot facturering en dus tot uitgaven gekomen. Deze uitgaven schuiven door naar volgend jaar. De vertraagde levering heeft geleid tot vertraging in de operationele invoering van de NH-90.

13

Zijn de lagere uitgaven voor gereedstelling bij het CLSK dan voor 2012 begroot – die het gevolg zijn van getankte brandstof in het buitenland, overige oefenkosten het verbruik van klein kaliber munitie en uitgekeerde oefentoelagen – het gevolg van minder of kleinere oefeningen dan gepland? Welke gevolgen hebben de lagere uitgaven voor gereedstelling voor de mate van geoefendheid bij het CLSK? Op welke onderdelen binnen het CLSK hebben de lagere uitgaven voor gereedstelling betrekking?

Ja, de lagere uitgaven voor gereedstelling bij het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) zijn het gevolg van minder oefeningen dan gepland. Dit heeft invloed gehad op de geoefendheid van de bemanningen van de helikopters en de C-130.

14

Wat was in 2012 de opbrengst van civiel medegebruik van vliegvelden?

In 2012 is € 4,9 miljoen ontvangen voor het civiel medegebruik van militaire vliegbases.

15

Op welke tijdige verwervingsprocedure had de verhoging van het verplichtingenbudget met 238 mln. euro betrekking naast de al genoemde?

16

Kunt u een overzicht geven van de (afzonderlijke) projecten die onderdeel zijn van de hogere uitgaven van het verplichtingenbudget van 238 mln. euro, aanvullend op hetgeen is opgenomen in het laatste het Materieelprojectenverzicht van 20122, en voor welk bedrag? Kunt u een overzicht geven van de oorzaken per afzonderlijk project van een eerdere verwervingsprocedure dan begroot of opgenomen in het laatste voor 2012 gegeven Materieelprojectenoverzicht?

De wijzigingen die worden verantwoord in de Slotwet 2012 hebben betrekking op de stand van de aangegane verplichtingen in december 2012 ten opzichte van de verwachte realisatie in de tweede suppletoire begroting van 2012. In die suppletoire begroting is destijds een voorzichtige verwachting opgenomen voor de verplichtingen voor het resterende deel van 2012. De verwerving van enkele voor 2013 geplande projecten heeft reeds in 2012 plaatsgehad. Dit heeft echter niet geleid tot uitgaven in 2012. Er bestaat geen direct verband tussen het hogere verplichtingenbudget en het Materieelprojectenoverzicht 2012.

De meest omvangrijke aanpassingen betreffen de tijdige verwervingsprocedure voor de projecten MK-48 upgrade (€ 58 miljoen) en Maritime Ballistic Missile Defence (€ 105 miljoen voor de modificatie van de SMART-L radar). Van deze projecten werd verwacht dat de verplichtingen niet meer in 2012 aangegaan zouden worden. Daarnaast is een aantal lopende contracten aangepast. Het betreft bijvoorbeeld een versimpeling van het contract van het project Groot Pantserwielvoertuig (Boxer). Ten slotte zijn op materieelgebied een groot aantal financiële verplichtingen aangegaan met een relatief klein financieel volume. Het betreft bijvoorbeeld contracten voor de verwerving van reservedelen. Voor het project Vervanging genie- en doorbraaktank is geen sprake van een nieuwe verplichting, maar is in de toelichting op de Slotwet abusievelijk een correctieboeking opgenomen die gerelateerd is aan een nieuw leverschema.

17

Op welke wijze is de Kamer per afzonderlijk project geïnformeerd over de tijdige verwervingsprocedure?

Naast de begroting en het departementaal jaarverslag wordt de Kamer over niet-gemandateerde strategische materieelprojecten geïnformeerd volgens de richtlijnen van het Defensie Materieel Proces (DMP) via brieven over de verschillende fasen van het DMP en het Materieelprojectenoverzicht. In relatie tot de Slotwet zijn de volgende Kamerstukken relevant:

  • Over de Modificatie SMART-L radarsystemen is de Kamer geïnformeerd met de B/C/D-brief van 16 mei 2012 (Kamerstuk 27 830, nr. 100), alsmede met de toelichting op beleidsartikel 6 in de Ontwerpbegroting 2013;

  • Over de versimpeling van het contract voor het Groot Pantserwielvoertuig (Boxer) is de Kamer geïnformeerd met het Materieelprojectenoverzicht 2012 (zie p. 46 onder «Belangrijke wijzigingen ten opzichte van vorig jaar»);

  • Over de MK-48 upgrade is de Kamer geïnformeerd met het Materieelprojectenoverzicht 2012 (zie p. 37 onder «Belangrijke wijzigingen ten opzichte van vorig jaar»).

18

Op welke (lagere uitgaven voor onderhoud) wapensystemen heeft de lagere realisatie van 25 mln. euro bij de Defensie Materieel Organisatie (DMO) dan begroot betrekking en op welke operationele zaken?

Van de lagere uitgaven bij de logistieke bedrijven van de Defensie Materieel Organisatie (DMO) heeft € 19,4 miljoen betrekking op instandhouding van materieel. Het betreft vooral de wapensystemen van het CZSK die in onderhoud zijn bij het Marinebedrijf. De lagere uitgaven van € 5,6 miljoen voor operationele zaken hebben betrekking op de inhuur van oefenterreinen en overige oefenkosten.

19

Waar komen de hogere uitgaven bij DMO vandaan?

De hogere realisatie van per saldo € 50,6 miljoen is onderbouwd in de toelichting op beleidsartikel 25 in de Slotwet, onder het kopje «uitgaven». Het betreft een toelichting op de investeringen, de logistieke ondersteuning aan de bedrijven van de DMO, de staf van de DMO en de ondersteuning van de operationele diensten.

20

Op welke verplichtingen in investeringen in wetenschappelijk onderzoek heeft de verhoging van de verplichtingen uit artikel 90 betrekking?

De hogere realisatie op dit artikelonderdeel van per saldo € 6,7 miljoen wordt vooral veroorzaakt door het doorschuiven van projecten (van 2011 naar 2012) als gevolg van het amendement Ten Broeke (€ 2,0 miljoen) en de Maatschappelijke Innovatie Agenda (€ 3,0 miljoen).

21

Wat waren de totale personele uitgaven voor niet actieve militairen en wat waren de uitgaven voor actieve militairen in 2011 en 2012?

De totale personele uitgaven voor niet-actieve en actieve militairen in 2011 en 2012 is weergegeven in onderstaande tabel (in € miljoen):

Totale Personele uitgaven

2011

2012

Actieve militairen

1.944

1.876

Niet-actieve militairen

1.224

1.211

De uitgaven voor actieve militairen bestaan uit salarissen en sociale lasten.

De uitgaven voor niet-actieve militairen bestaan uit pensioenen, uitkeringen en UKW.

22

Wat zijn de oorzaken van de lagere realisatie van 2,9 mln. euro bij de personele ontvangsten in artikel 91 dan begroot?

De personele ontvangsten bestaan uit vorderingen, terugbetalingen en onvoorziene ontvangsten. De omvang daarvan is vooraf niet exact te bepalen en varieert per jaar. In 2012 valt dit lager uit.


X Noot
1

I.v.m. een correctie in de vastgestelde datum

X Noot
2

Kamerstuk 27 830, nr. 105.

Naar boven