33 573 Tijdelijke regels voor experimenten met stembiljetten en een centrale stemopneming (Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale opneming)

B BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juni 2013

Hierbij zend ik u het ontwerpbesluit1 Tijdelijk Experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de nota van toelichting.

De voorlegging geschiedt ter uitvoering van de voorhangprocedure die is opgenomen in artikel 3, derde lid, van het wetsvoorstel Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming (Kamerstukken II 2012/13, 33 573, nr. 2). Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Een eensluidende brief heb ik gezonden naar de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 153046.

Naar boven