33 549 EU-mededeling: actieplan om de bestrijding van belastingfraude en belastingontduiking te versterken COM (2012) 7221

C BRIEF VAN DE EUROPESE COMMISSIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Brussel, 31 juli 2013

De Commissie dankt de Eerste Kamer der Staten-Generaal voor haar vragen en opmerkingen naar aanleiding van de mededeling van de Commissie inzake een actieplan ter versterking van de strijd tegen belastingfraude en belastingontduiking (COM(2012) 722 final) en twee aanbevelingen over respectievelijk belastingparadijzen2 en agressieve fiscale planning3. Zij biedt haar verontschuldigingen aan voor het late antwoord.

In het navolgende gaat de Commissie graag in op de vragen en opmerkingen van de Eerste Kamer.

Met haar initiatief inzake agressieve fiscale planning beoogt de Commissie de werking van de interne markt te verbeteren door de bestaande verstoringen, die tevens de belastinggrondslagen van de lidstaten uithollen, te beperken. Daartoe heeft de Commissie de lidstaten aanbevolen specifieke maatregelen te nemen. De aanbeveling is gericht tot alle lidstaten, niet tot één of meer lidstaten in het bijzonder en heeft evenmin betrekking op één soort agressieve fiscale planning. Agressieve fiscale planning op internationaal niveau is doorgaans niet gebaseerd op één maatregel of georganiseerd binnen één jurisdictie. Agressieve fiscale planning bouwt voort op een combinatie van maatregelen of maakt gebruik van de onrechtmatige interactie van specifieke kenmerken van belastingsystemen van verschillende jurisdicties om het beoogde effect te bereiken. Om dit aan te pakken moeten lidstaten nauw samenwerken en activiteiten ontplooien die gericht zijn op een gemeenschappelijk doel en die zijn ingegeven door gemeenschappelijke beginselen. De Commissie gaat ervan uit dat alle lidstaten, ook Nederland, in dit opzicht niet alleen hun verantwoordelijkheid nemen om hun eigen belastinggrondslag te beschermen, maar dat zij ook bijdragen aan de bescherming van de integriteit van de interne markt en de belastinggrondslag van andere lidstaten. De Commissie heeft tot een formele aanbeveling besloten om de lidstaten ertoe te bewegen dringend actie te ondernemen. Wat minimumnormen voor goed bestuur in belastingzaken betreft, heeft de Commissie voorgesteld zwarte lijsten op te stellen van weigerachtige derde landen. Omdat de belastingdiensten van de lidstaten het meest geschikt zijn om de noodzakelijke beoordelingen te verrichten, heeft de Commissie aanbevolen deze lijsten door hen op te laten stellen, dus bij voorkeur op nationaal niveau in plaats van op EU-niveau.

Met betrekking tot het ondernemingsklimaat en de kwestie van belastingconcurrentie, heeft de Commissie er in haar actieplan duidelijk op gewezen dat het hoog tijd is de lopende werkzaamheden in het kader van de gedragscode voor de belastingregeling van ondernemingen4 nieuw leven in te blazen. Wat de gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB) betreft, heeft het Ierse voorzitterschap op 13 maart 2013 in de werkgroep op hoog niveau inzake belastingvraagstukken van de Raad een document over CCCTB-richtsnoeren voor verdere werkzaamheden gepresenteerd. De tekst over de voorgestelde aanpak is opgenomen in het verslag van de Raad (ECOFIN) aan de Europese Raad van 25 juni 2013 (11507/13) over fiscale zaken. De fiscale behandeling van dividenden, rente en royalty’s in concernverband binnen de EU is respectievelijk door de moeder-dochterrichtlijn en de rente- en royaltyrichtlijn geharmoniseerd De Commissie is niet van plan om in plaats daarvan minimumtarieven voor bronbelasting voor te stellen. Zij heeft in haar actieplan echter wel aangekondigd de antimisbruikbepalingen van deze richtlijnen te herzien met het oog op de toepassing van de beginselen die aan haar aanbeveling over agressieve fiscale planning ten grondslag liggen.

Met betrekking tot de begripsharmonisatie heeft de Commissie in haar aanbeveling een definitie vastgesteld van «landen die niet aan de minimumnormen voor goed bestuur in belastingzaken voldoen». Deze definitie is gebaseerd op de internationale normen inzake transparantie en inlichtingenuitwisseling voor belastingdoeleinden en op de criteria in de gedragscode inzake de belastingregeling voor ondernemingen om schadelijke belastingregelingen voor ondernemingen vast te stellen. Alle EU-lidstaten hebben zich ertoe verbonden de criteria van de gedragscode toe te passen, ook waar het gaat om hun afhankelijke of geassocieerde gebieden. Algemene lage belastingtarieven zijn echter niet als zodanig onverenigbaar met deze criteria. Overeenkomstig de gedragscode zijn uitsluitend regelingen potentieel schadelijk die een daadwerkelijk belastingniveau opleveren dat beduidend lager is dan die welke normaal gesproken in de betrokken lidstaten van toepassing zijn (inclusief belasting tegen nultarief). In de gedragscode wordt een aantal indicatoren voor schadelijkheid gegeven. Er wordt met name verwezen naar de situatie waarin voordelen worden toegekend zonder dat sprake is van enige daadwerkelijke economische activiteit of substantiële economische aanwezigheid in de lidstaat die deze belastingvoordelen biedt.

De verslaglegging per land door multinationals is niet opgenomen in het actieplan omdat dergelijke financiële verslaglegging al wordt behandeld in de wetgevingsvoorstellen van de Commissie van 25 oktober 2011 (COM(2011) 683 definitief en COM(2011) 684 definitief). Een eerste stap was om beursgenoteerde en grote niet-beursgenoteerde bedrijven die actief zijn in de winningsindustrie (olie, gas en mijnbouw) en de houtkap in oerbossen, te verplichten hun betalingen per land en project bekend te maken5 Daarnaast staat de Commissie volledig achter de recente oproep van de Europese Raad om dergelijke fiscale verslaglegging door grote ondernemingen en groepen uit te breiden. De Commissie zal nauw met het Europees Parlement en de Raad samenwerken om ervoor te zorgen dat op dit gebied zo snel mogelijk EU-regels worden vastgesteld. Tegelijkertijd zal de Commissie de internationale besprekingen in de G8, G20 en OESO op de voet blijven volgen.

De Commissie hoopt dat de vragen en opmerkingen van de Eerste Kamer hiermee zijn behandeld en kijkt ernaar uit de politieke dialoog in de toekomst voort te zetten.

Cecilia Malmström Lid van de Europese Commissie


X Noot
1

Zie dossier E120050 op www.europapoort.nl

X Noot
2

C/2012/8805

X Noot
3

C/2012/8806

X Noot
4

PB C2 van 6.1.1998, blz. 2.

X Noot
5

De Richtlijn 201 3/34/EU betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen is op 26 juni 2013 vastgesteld.

Naar boven