33 548 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IX) voor het jaar 2013 (Incidentele suppletoire begroting DNB winstafdracht)

E BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 april 2013

Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IX) voor het jaar 2013 (Incidentele suppletoire begroting DNB winstafdracht) heeft de heer Reuten (SP) een vraag gesteld over de long-term refinancing operations (LTRO) van de Europese Centrale Bank. Hij verwees daarbij naar het bericht dat vrij recent voor een bedrag van € 225 mrd. is afgelost op LTRO-leningen. Rekening houdend met het aandeel van DNB in het door centrale banken uit het Eurosysteem gestorte kapitaal van de ECB, zijnde 5,7%, zou het aandeel van DNB in deze leningen met € 12,8 mrd. zijn afgenomen. De nota naar aanleiding van het verslag maakt echter melding van een uitstaand bedrag aan verstrekte kredieten aan bancaire instellingen per ultimo vorig jaar van € 10,6 mrd. (Kamerstukken I 2012/12, 33 548, D, blz. 8). Hij vroeg zich daarop af hoe het kan dat het aandeel van DNB in LTRO-leningen met een groter bedrag is afgenomen dan het in de nota naar aanleiding van het verslag opgenomen bedrag van € 10,6 mrd. Ik heb toegezegd deze vraag schriftelijk te beantwoorden.

De nota naar aanleiding van het verslag bevat een opgave van de activa van DNB die onder de garantie vallen:

 

Bedrag

SMP (Griekenland, Ierland, Spanje, Portugal en Italië)

€ 12,4 mrd.

Kredieten bancaire instellingen in Griekenland, Cyprus en Portugal

€ 10,6 mrd.

Totaal

€ 23,0 mrd.

De post «kredieten bancaire instellingen» heeft enkel betrekking op Griekenland, Cyprus en Portugal. Het zijn echter voornamelijk banken uit andere landen geweest die onlangs hun LTRO-leningen voor een bedrag van ongeveer € 225 mrd. hebben afgelost. Die aflossingen hebben derhalve de hoogte van de onder de garantie vallende activa van de Nederlandsche Bank nauwelijks beïnvloed.

De minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Naar boven