De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel M, wordt in onderdeel f, na «de NTR» ingevoegd: of, indien
het een kerkelijk genootschap, genootschap op geestelijke grondslag of rechtspersoon
waarin twee of meer van deze genootschappen samenwerken betreft, aan de NTR of een
omroeporganisatie.
II
In artikel I, onderdeel Q, punt 1, wordt in onderdeel c, na «de NTR» ingevoegd: of
een omroeporganisatie.
III
In artikel I, onderdeel Q, punt 2, wordt «de NPS» vervangen door «of de NPS» en wordt
«de NTR» vervangen door:, de NTR of de omroeporganisaties, bedoeld in artikel 2.26,
eerste lid, onderdeel f.
IV
In artikel I, onderdeel JJ, wordt in het vierde lid na «De NTR» ingevoegd «of omroeporganisaties,»
en wordt «draagt» vervangen door: dragen.
V
In artikel I, onderdeel III, artikel 2.152, derde lid, wordt «De NTR ontvangt» vervangen
door «De NTR onderscheidenlijk de omroeporganisaties, bedoeld in artikel 2.26, eerste
lid, onderdeel f, ontvangen» en wordt na «hebben verkregen» ingevoegd: en voor wie
zij het media-aanbod verzorgen.
VI
In artikel I, onderdeel LLL, punt 1, wordt «De NTR ontvangt» vervangen door «De NTR
onderscheidenlijk de omroeporganisaties, bedoeld in artikel 2.26, eerste lid, onderdeel
f, ontvangen» en wordt na «hebben verkregen» ingevoegd: en voor wie zij het media-aanbod
verzorgen.
Toelichting
Met het wetsvoorstel worden de kerkelijke en levensbeschouwelijke omroepen, de zogenaamde
2.42 omroepen, opgeheven. In 2011 werd nog een overgangsregeling bedacht voor deze
omroepen om hun activiteiten onder te brengen bij een verwante omroeporganisatie (Kamerstukken
II, 2010/2011, 32 827, nr. 1, p. 16). Deze omroepen hebben bovendien reeds ervaring opgedaan, hebben hun identiteit
gevestigd en hun toegevoegde waarde bewezen. Het zou dus onlogisch zijn deze omroepen,
die eerder aansluiting hebben gezocht bij een verwante omroeporganisatie weer te ontkoppelen
en onder te brengen bij NTR, om zich vervolgens na de aspirant-periode van vijf jaar
bij positieve beoordeling, weer aansluiting te laten zoeken bij een verwante omroeporganisatie.
Derhalve regelt dit amendement dat het voor voormalige «2.42 omroepen» die een doorstart
maken als nieuwkomer met een voorlopige erkenning tevens mogelijk wordt het media-aanbod
te laten verzorgen door erkende omroeporganisaties. In verband hiermee wordt tevens
het beheer van de bedragen die gemoeid zijn met de bekostiging van deze nieuwkomers,
die in het wetsvoorstel bij de NTR wordt gelegd in verband met de verzorging van het
media-aanbod voor de nieuwkomers (zie Kamerstukken II 2012/13, 33 541, nr. 3, p. 35), bij deze omroeporganisaties gelegd.
Verhoeven