33 537 Wijziging van de Leerplichtwet 1969 en de Wet op het onderwijstoezicht in verband met de registratie van vrijstellingen en vervangende leerplicht

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is jongeren die zijn vrijgesteld van de leerplicht of jongeren die een vervangende leerplicht hebben, te registreren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I WIJZIGING LEERPLICHTWET 1969

De Leerplichtwet 1969 wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 1, onderdeel h, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

i. register vrijstellingen en vervangende leerplicht:

register vrijstellingen en vervangende leerplicht als bedoeld in artikel 24k2 van de Wet op het onderwijstoezicht.

B

Artikel 3a, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Het verzoek, bedoeld in het eerste lid, gaat vergezeld van:

    • a. een plan van aanpak dat voorziet in een begeleidingsprogramma ten behoeve van de jongere dat is opgesteld door de school en dat tenminste bevat een beschrijving van de onderwijsdoelen en van de praktijktijd; en

    • b. gegevens van de jongere betreffende:

      • 1°. het persoonsgebonden nummer;

      • 2°. de naam, de geboortedatum, het geslacht, het adres en de woonplaats, de postcode van de woonplaats; en

      • 3°. of eerder vervangende leerplicht is toegestaan.

C

Artikel 3b wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede tot en met vierde lid worden genummerd derde tot en met vijfde lid.

2. Na eerste lid, wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Het verzoek, bedoeld in het eerste lid, gaat vergezeld van gegevens van de jongere betreffende:

    • a. het persoonsgebonden nummer;

    • b. de naam, de geboortedatum, het geslacht, het adres en de woonplaats, de postcode van de woonplaats; en

    • c. of eerder vervangende leerplicht is toegestaan.

D

Na artikel 3b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3c Kennisgeving vervangende leerplicht

  • 1. Indien burgemeester en wethouders besluiten tot instemming met het verzoek, bedoeld in het artikel 3a, eerste lid, of artikel 3b, eerste lid, verstrekken zij aan Onze Minister de volgende gegevens van de jongere:

    • a. het persoonsgebonden nummer, de postcode van de woonplaats;

    • b. het gegeven dat het een vervangende leerplicht betreft;

    • c. de begin- en einddatum van de vervangende leerplicht;

    • d. of eerder een vervangende leerplicht is toegestaan; en

    • e. indien de jongere niet eerder onderwijs binnen Nederland heeft gevolgd: de naam, het adres en de woonplaats, het geslacht en de geboortedatum.

  • 2. Onze Minister neemt de volgende op grond van het eerste lid verstrekte gegevens op in het register vrijstellingen en vervangende leerplicht:

    • a. het persoonsgebonden nummer;

    • b. de begin- en einddatum van de vervangende leerplicht;

    • c. of eerder vervangende leerplicht is toegestaan;

    • d. de woongemeente; en

    • e. het gegeven dat het een vervangende leerplicht betreft.

E

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 6. Kennisgeving vrijstelling leerplicht

2. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, bedoelde personen kunnen zich slechts beroepen op vrijstelling, indien zij aan burgemeester en wethouders van de gemeente waar de jongere als ingezetene in de basisadministratie persoonsgegevens is ingeschreven, hebben kennis gegeven van:

    • a. de gegevens van de jongere betreffende:

      • 1°. het persoonsgebonden nummer;

      • 2°. de naam, de geboortedatum, het geslacht, het adres en de woonplaats, de postcode van de woonplaats; en

      • 3°. of eerder een beroep op vrijstelling van de leerplicht is gedaan.

    • b. op welke grond zij een beroep op vrijstelling menen te mogen maken.

3. Er worden twee leden toegevoegd:

  • 4. Burgemeester en wethouders verstrekken aan Onze Minister de volgende gegevens van de jongere voor wie op grond van het eerste lid een beroep op vrijstelling wordt gedaan:

    • a. het persoonsgebonden nummer, de postcode van de woonplaats;

    • b. de begin- en einddatum van de vrijstelling;

    • c. of eerder beroep is gedaan op de vrijstelling van de leerplicht; en

    • d. indien de jongere niet eerder onderwijs binnen Nederland heeft gevolgd: de naam, adres en woonplaats, geslacht en geboortedatum.

  • 5. Onze Minister neemt de volgende op grond van het vierde lid door burgemeester en wethouders verstrekte gegevens op in het register vrijstellingen en vervangende leerplicht:

    • a. het persoonsgebonden nummer;

    • b. de begin- en einddatum van de vrijstelling;

    • c. of eerder een beroep op vrijstelling van de leerplicht is gedaan,

    • d. de woongemeente; en

    • e. het gegeven dat het een vrijstelling van de leerplicht betreft.

F

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er worden drie leden toegevoegd, luidende:

  • 2. De vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, kan alleen worden verleend indien de volgende gegevens van de jongere worden overlegd:

    • a. de naam, de geboortedatum, het geslacht, het adres en de woonplaats, de postcode van de woonplaats;

    • b. begin- en einddatum van de vrijstelling van de leerplicht; en

    • c. of eerder een beroep is gedaan op vrijstelling van de leerplicht.

  • 3. Indien burgemeester en wethouders vrijstelling verlenen op grond van het eerste lid, verstrekken zij aan Onze Minister de volgende gegevens van de jongere:

    • a. het persoonsgebonden nummer en de postcode van de woonplaats;

    • b. de begin- en einddatum van de vrijstelling;

    • c. of eerder beroep is gedaan op vrijstelling van de leerplicht;

    • d. dat het een vrijstelling van de leerplicht betreft; en

    • e. indien de jongere niet eerder onderwijs binnen Nederland heeft gevolgd: de naam, het adres en de woonplaats, het geslacht en de geboortedatum.

  • 4. Onze Minister neemt de volgende op grond van het eerste lid verstrekte gegevens op in het register vrijstellingen en vervangende leerplicht:

    • a. het persoonsgebonden nummer;

    • b. de begin- en einddatum van de vrijstelling;

    • c. of eerder beroep is gedaan op vrijstelling van de leerplicht;

    • d. de woongemeente; en

    • e. het gegeven dat het een vrijstelling van de leerplicht betreft.

ARTIKEL II WIJZIGING WET OP HET ONDERWIJSTOEZICHT

De Wet op het onderwijstoezicht wordt als volgt gewijzigd:

A

Het opschrift van hoofdstuk 6a van de Wet op het onderwijstoezicht komt te luiden:

HOOFDSTUK 6A. HET BASISREGISTER ONDERWIJS, HET MELDINGSREGISTER RELATIEF VERZUIM, EN HET REGISTER VRIJSTELLINGEN EN VERVANGENDE LEERPLICHT

B

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 24a, onderdeel c, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. register vrijstellingen en vervangende leerplicht:

register vrijstellingen en vervangende leerplicht als bedoeld in artikel 24k2.

C

Na artikel 24k1 van de Wet op het onderwijstoezicht wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

Paragraaf 4. Het register vrijstellingen en vervangende leerplicht

Artikel 24k2. Het register vrijstellingen en vervangende leerplicht

  • 1. Er is een register vrijstellingen en vervangende leerplicht dat ten doel heeft:

    • a. burgemeester en wethouders te voorzien van de gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taken inzake de handhaving van de Leerplichtwet 1969;

    • b. Onze Minister gegevens te verstrekken voor de bijstelling van het aantal voortijdig schoolverlaters zoals blijkt uit het basisregister onderwijs, ten behoeve van de bekostiging van scholen en instellingen en de begrotings- en beleidsvoorbereiding.

    • c. ten behoeve van de beleidsvorming ten aanzien van artikel 3a, 3b, 5 tot en met 10, en 15 van de Leerplichtwet 1969 landelijk en per woongemeente een overzicht te maken van:

      • 1°. het aantal jongeren dat is vrijgesteld en het aantal jongeren met een vervangende leerplicht; en

      • 2°. het aantal jongeren dat eerder is vrijgesteld van de leerplicht of eerder een vervangende leerplicht heeft gehad.

  • 2. Met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, bedoeld in deze paragraaf, is Onze Minister de verantwoordelijke, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikel 24k3. Inhoud van het register vrijstellingen en vervangende leerplicht

  • 1. In het register vrijstellingen en vervangende leerplicht zijn de volgende gegevens opgenomen:

    • a. de persoonsgebonden nummers van de jongeren voor wie op grond van artikel 5 of 5a van de Leerplichtwet 1969 een beroep is gedaan op vrijstelling van inschrijving als leerling van een school respectievelijk een instelling, met daaraan toegevoegd de aanduiding «vrijgesteld», de begin- en einddatum van de vrijstelling, de woongemeente en of eerder een beroep op vrijstelling is gedaan;

    • b. de persoonsgebonden nummers van de jongeren voor wie burgemeester en wethouders op grond van artikel 15 van de Leerplichtwet 1969 vrijstelling verlenen van de in artikel 4a van de Leerplichtwet opgelegde verplichtingen, met daaraan toegevoegd de aanduiding «vrijgesteld», de begin- en einddatum van de vrijstelling, de woongemeente en of eerder een beroep op vrijstelling is gedaan;

    • c. de persoonsgebonden nummers van de jongeren voor wie burgemeester en wethouders instemmen met het verzoek, bedoeld in artikel 3a, eerste lid of 3b, eerste lid, met daaraan toegevoegd de aanduiding «vervangende leerplicht», de begin- en einddatum van de vrijstelling, de woongemeente en of eerder vervanging van de leerplicht is toegestaan.

  • 2. De gegevens, bedoeld in het eerste lid, worden tot één jaar na de datum waarop de vrijstelling of de vervangende leerplicht afloopt in het register vrijstellingen en vervangende leerplicht bewaard.

Artikel 24k4. Autorisatie voor en toezicht op het register vrijstellingen en vervangende leerplicht

Artikel 24j is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 24k5. Het verstrekken van gegevens

  • 1. Uit het register vrijstellingen en vervangende leerplicht kunnen persoonsgegevens worden verstrekt aan de betrokkene en diens wettelijke vertegenwoordiger.

  • 2. Uit het register vrijstellingen en vervangende leerplicht worden aan Onze Minister de persoonsgebonden nummers verstrekt van jongeren die op grond van artikel 5, 5a en 15 van de Leerplichtwet 1969 zijn vrijgesteld van de leerplicht.

  • 3. Uit het register vrijstellingen en vervangende leerplicht wordt jaarlijks op 1 oktober aan Onze Minister een opsomming verstrekt van het landelijk en per woongemeente aantal:

    • a. jongeren die eerder een beroep op vrijstelling hebben gedaan;

    • b. overige vrijgestelde jongeren;

    • c. jongeren waarbij eerder vervangende leerplicht is toegestaan; en

    • d. overige jongeren met een vervangende leerplicht.

  • 4. Onze Minister gebruikt de persoonsgebonden nummers, bedoeld in het tweede lid, ten behoeve van:

    • a. de bijstelling van het aantal voortijdig schoolverlaters zoals blijkt uit het basisregister onderwijs;

    • b. de controle of de jongere blijkens het basisregister onderwijs staat ingeschreven bij een school of instelling.

  • 5. Indien uit het basisregister onderwijs aan Onze Minister op grond van het vierde lid, onder b, is gebleken dat een jongere die op grond van artikel 5, 5a of 15 van de Leerplichtwet 1969 is vrijgesteld van de leerplicht staat ingeschreven bij een school of instelling, meldt Onze Minister aan het bevoegd gezag van de betreffende school of instelling dat de jongere is vrijgesteld.

  • 6. Uit het register vrijstellingen en vervangende leerplicht worden kosteloos gegevens verstrekt aan burgemeester en wethouders.

  • 7. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter uitvoering van het eerste lid.

D

Artikel 34 komt te luiden:

Artikel 34. Evaluatie register vrijstellingen en vervangende leerplicht

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na inwerkingtreding van paragraaf 4 van hoofdstuk 6a van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de realisatie van de volgende doelstellingen van het register vrijstellingen en vervangende leerplicht:

  • a. verbetering van de handhaving van de Leerplichtwet 1969 door de leerplichtambtenaar;

  • b. verbetering van de registratie van het aantal voortijdig schoolverlaters;

  • c. uniformering van de registratie van de vrijstellingen en vervangende leerplicht.

ARTIKEL III OVERGANGSRECHT

Burgemeester en wethouders verstrekken aan Onze Minister overeenkomstig de artikelen 3c, 6 en 15 van de Leerplichtwet 1969 de in die artikelen genoemde gegevens van jongeren die op het moment van inwerkingtreding van deze wet zijn vrijgesteld van de leerplicht of een vervangende leerplicht hebben.

ARTIKEL IV. INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Naar boven