Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 augustus 2020
De werkzaamheden van de TCMG zijn per 1 juli jl. opgegaan in het Instituut Mijnbouwschade
Groningen (IMG). Het IMG neemt naast fysieke schade ook aanvragen om vergoeding van
immateriële schade in behandeling. Graag informeer ik uw Kamer over de hoofdlijnen
van de werkwijze immateriële schade die het IMG onlangs bekend heeft gemaakt. Het
is goed dat er voor de Groningers meer duidelijkheid komt over de inhoud van de vergoedingssystematiek
en de planning.
Het IMG heeft een persoonsgerichte vergoedingssystematiek ontwikkeld die zo veel mogelijk
rekening houdt met de persoonlijke omstandigheden van de individuele bewoner en die
tegelijkertijd laagdrempelig en eenvoudig is. Om een besluit over een aanvraag te
kunnen nemen, zal niet de bewoner maar het IMG diverse relevante gegevens verzamelen
over zijn persoonlijke situatie. Hiermee neemt het IMG de onderzoekslast van de bewoner
over, hetgeen in lijn is met oproep van de leden Dik-Faber, Sienot, De Vries en Agnes
Mulder1. Het IMG beschikt zelf over deze gegevens, zoals omvang van de schade, de woonlocatie
en de duur van de schadeprocedures. In de aanvraagprocedure zal, naar aanleiding van
een suggestie die is aangedragen door de Groninger Bodembeweging en het Groninger
Gasberaad, een door deskundigen ontwikkelde persoonlijke vragenlijst worden opgenomen.
Ook geeft het IMG aan dat het mogelijk zal zijn een persoonlijk gesprek aan te vragen
zodat bewoners de gelegenheid krijgen hun verhaal te doen. Hiermee is er ruimte voor
de erkenning van de persoonlijke problematiek.
Op basis van de hierboven genoemde, door het IMG verzamelde gegevens en/of persoonlijke
omstandigheden van de individuele bewoner kan het IMG besluiten dat sprake is van
een persoonsaantasting en een schadevergoeding toekennen, waarbij het IMG denkt aan
de volgende bedragen: € 1.500 voor een persoonsaantasting, € 3.000 voor een ernstige
persoonsaantasting of € 5.000 voor zeer ernstige persoonsaantasting. Deze bedragen
zijn in lijn met de in Nederland gebruikelijke bedragen en bandbreedtes, eerdere uitspraken
van rechters en het advies van de Commissie Verheij. Het IMG laat weten dat de vergoeding
in zeer uitzonderlijke situaties hoger kan uitvallen.
Ten aanzien van de planning vind ik het belangrijk om het tijdspad te schetsen, zodat
bewoners weten wanneer zij wat kunnen verwachten. Het IMG heeft laten weten in het
eerste kwartaal van 2021 en daarmee later dan de beoogde 1 november 2020 te kunnen
starten met de vergoeding van immateriële schade2. Het IMG geeft aan dat omwille van zorgvuldigheid er meer tijd nodig is om de eerder
genoemde persoonlijke vragenlijst, in een digitale aanvraagprocedure te verwerken.
Het IMG geeft aan dat er ook nog tijd nodig is voor nadere uitwerking van de vergoedingssystematiek,
gezien de hoeveelheid verschillende persoonlijke omstandigheden die meegewogen kunnen
worden door het IMG.
Op 26 mei jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd3 dat het IMG op het moment dat de Tijdelijke wet Groningen (TwG) in werking treedt,
gezien de hoeveelheid aanvragen, niet in staat is om binnen de genoemde beslistermijn
van acht weken besluiten te nemen op aanvragen om vergoeding van schade door waardedaling
en immateriële schade. Vervolgens heb ik de inwerkingtreding van artikel 13 van de
TwG, dat de beslistermijnen voor het IMG regelt, tijdelijk uitgesteld4. Het IMG geeft aan dat de beslistermijn voor immateriële schade nog niet definitief
is vastgesteld, omdat op voorhand bijvoorbeeld nog niet te zeggen valt of een bewoner
een persoonlijk gesprek wenst. Het IMG benadrukt dat voor wat betreft immateriële
schadevergoeding er in de procedure zowel aandacht moet zijn voor zorgvuldigheid als
voor redelijke beslistermijnen.
Het IMG stelt geheel onafhankelijk zijn eigen werkwijze vast. Over de ontwikkeling
van de regeling is door het IMG intensief gesproken met de maatschappelijke organisaties
Groninger Bodem Beweging en Groninger Gasberaad. Wanneer het IMG zijn werkwijze over
de vergoeding van immateriële schade definitief maakt, zal ik uw Kamer informeren.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes