33 529 Gaswinning

Nr. 1171 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 5 september 2023.

De wens om over de voorgenomen voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling nadere inlichtingen te ontvangen kan door of namens de Kamer of door ten minste dertig leden van de Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 5 oktober 2023.

De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling kan niet eerder worden gedaan dan op 6 oktober 2023 dan wel binnen veertien dagen na het verstrekken van de in de vorige volzin bedoelde inlichtingen.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 september 2023

Met deze brief bied ik drie wijzigingen van de Regeling waardevermeerdering woningen gaswinning Groningenveld (hierna: Waardevermeerderingsregeling) en tevens de laatste verlenging ervan aan. De Waardevermeerderingsregeling is een subsidieregeling voor bewoners in het aardbevingsgebied die schade hebben gehad waarmee zij subsidie tot maximaal € 4.000 voor verduurzamings-maatregelen kunnen aanvragen. De huidige regeling loopt af op 9 oktober 2023.

Eerder heb ik aangegeven dat het kabinet voornemens is deze verduurzamingsmaatregel aan te passen. In «Nij Begun» worden immers nieuwe verduurzamingsmaatregelen (maatregel 28 en 29) aangekondigd. Verder komt de Commissie Van Geel, die kijkt naar verschillen, binnenkort met haar advies. Daarom heb ik besloten de Waardevermeerderingsregeling een laatste keer te verlengen tot 1 februari 2024. Daarna zal de regeling definitief eindigen. Voor de verlenging tot die tijd wordt nog eenmalig € 41 mln vrijgemaakt uit de resterende € 145 mln van de bij VJN2022 gereserveerde middelen hiervoor. De dan nog resterende middelen blijven beschikbaar voor Groningen.

De Waardevermeerderingsregeling is in 2017 voor het eerst opengesteld ter compensatie van de overlast als gevolg van de schadeafhandeling onder de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM). Bij de voorjaarsnota (VJN) van 2022 (Kamerstuk 36 120, nr. 1) is door het kabinet € 225 miljoen extra vrijgemaakt voor een tijdelijke verlenging van de huidige regeling, een gewijzigde voortzetting van de regeling en een ruime overgangsregeling. Hiervan is reeds € 80 mln ingezet voor ongewijzigde verlengingen.

In de bijgevoegde verlenging van de Waardevermeerderingsregeling worden tevens drie kleine inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd waardoor meer recht wordt gedaan aan de uitvoeringspraktijk van de regeling.

Tot op heden is de waardevermeerderingsregeling niet beschikbaar geweest voor mensen die een schadevergoeding van de NAM hebben ontvangen in het kader van wat destijds bekendstond als de «proef buitengebied». Dit leidde tot onwenselijke verschillen: juist woningeigenaren die vroeg schade gemeld hebben en dus veel overlast hebben ervaren door de NAM-procedures, kwamen niet in aanmerking doordat de proef buitengebied niet als schade «veroorzaakt door mijnbouw» werd gezien. Terwijl mensen in dezelfde omgeving die later schade meldden wel in aanmerking komen. Dit wordt nu rechtgetrokken waardoor ook deze mensen alsnog een subsidie kunnen aanvragen als zij niet eerder van de gelijksoortige regeling van de NAM gebruik gemaakt hebben.

Ook wordt met de wijzigingsregeling invulling gegeven aan de motie van het Kamerlid Van Meenen (Kamerstuk 36 200 XIII, nr. 102). Deze motie verzoekt de regering om huurders van particuliere huurwoningen meer mogelijkheden en recht op initiatief te geven om, zodra een subsidie waardevermeerdering is toegekend, zelf een subsidievoorstel te doen indien de verhuurder op aandringen van de huurder zelf niks onderneemt. Hier is invulling aan gegeven door het mogelijk te maken voor huurders om een aanvraag voor de waardevermeerderingsregeling in te dienen. Gezien de rechten van verhuurders om te bepalen wat er met hun woning gebeurt, moet de verhuurder wel toestemming geven voor deze aanvraag en de daaruit voortvloeiende werkzaamheden aan de woning. Doordat in de waardevermeerderingsregeling is vastgelegd dat er per adres maar één keer een subsidie kan worden ontvangen, ziet de verhuurder hiermee af van de mogelijkheid zelf een aanvraag voor de waardevermeerderingsregeling in te dienen. Om geen onderscheid te maken tussen huurders, is dit mogelijk voor zowel particuliere als niet-particuliere huurders.

In de regelingswijziging wordt het verder mogelijk gemaakt voor de aanvrager eenmalig een verlenging te krijgen op de uitvoeringstermijn van de gesubsidieerde maatregelen wanneer hier gegronde redenen voor zijn. Tot op heden is dit alleen vastgelegd voor situaties waarbij vertraging in de versterkingsoperatie de oorzaak is van het niet tijdig kunnen uitvoeren van de maatregelen. Met deze wijziging wordt dit ook in andere situaties mogelijk gemaakt. De uitvoerder van de regeling maakt de inschatting wanneer en hoeveel verlenging van de uitvoeringstermijn nodig is.

Een wijziging van de vervaldatum van de Waardevermeerderingsregeling moet op grond van artikel 4.10, zevende lid, van de Comptabiliteitswet 2016 ten minste 30 dagen vóór vaststelling aan uw Kamer worden aangeboden. Hierbij treft u daarom een concept aan van de voorgenomen wijzigingsregeling.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief

Naar boven