33 529 Gaswinning

Nr. 1084 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 november 2022

De versterkingsoperatie in het aardbevingsgebied is gebaat bij gerichte ingrepen om het proces beter te maken. De bewoners moeten merken dat er iets verandert. Dat laatste gaat mij niet snel genoeg, ondanks alle inspanningen. Nu er uitzicht is op de definitieve sluiting van het Groninger-veld, zal ik al mijn energie richten op een betere schadeafhandeling en versterking. Het rapport van de heer Wientjes laat zien dat dit hard nodig is en hoe dit mogelijk is.

Samen met de gemeente Eemsdelta en de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) heb ik dit voorjaar besloten om in vier dorpen te beginnen met de door hen ontwikkelde dorpenaanpak. Dit moet de versterking in Garrelsweer, Zeerijp, Leermens en Wirdum ten opzichte van de huidige praktijk versnellen en meer duidelijkheid geven aan bewoners.

Ik heb de heer Wientjes bereid gevonden om de rol van «verbinder» op zich te nemen voor deze dorpenaanpak. Ik heb uw Kamer hierover op 23 juni geïnformeerd (Kamerstuk 33 529, nr. 1036). Zijn opdracht ging specifiek over het bevorderen van de dorpenaanpak vanuit het perspectief van de bewoners. De dorpen zijn gekozen omdat zij zich bevinden in de kern van het aardbevingsgebied. Als onderdeel van zijn opdracht heeft de heer Wientjes een advies uitgebracht om de dorpenaanpak tot een succes te maken en de opgedane ervaringen ook buiten de vier dorpen te benutten.

Met deze brief bied ik uw Kamer het advies van de heer Wientjes aan en geef ik u mijn reactie op zijn bevindingen en de te nemen stappen. Het advies biedt veel aanknopingspunten voor verbetering. Dat geldt niet alleen voor de dorpenaanpak zelf, maar zeker ook voor de bredere versterkingsopgave.

Kern van het advies

Rode draad in het advies is dat de problemen die in de algemene versterkingsoperatie spelen ook naar boven komen in de dorpenaanpak. Te vaak voelen bewoners zich niet gehoord en ervaren zij weinig invloed op de wijze waarop hun dorp wordt versterkt. De heer Wientjes geeft indringend aan dat de versterking en de dorpenaanpak daarom onvoldoende voortvarend verloopt. Bewoners wachten al lang op het moment waarop zij weten waar ze aan toe zijn bij het versterken van hun huis. Dat is extra schrijnend omdat de dorpen zich – zoals aangegeven- in de kern van het aardbevingsgebied bevinden en vrijwel alle huizen hier moeten worden versterkt. Dat werd mij, bij een bezoek aan Wirdum na de laatste aardbeving aldaar, weer pijnlijk duidelijk in gesprekken met bewoners.

In zijn advies uit de heer Wientjes zijn zorgen over de huidige opzet en de voortgang van de dorpenaanpak. De heer Wientjes geeft hiervoor de volgende probleemanalyse en aanbevelingen:

  • Versterk de invloed van gedupeerden in de versterkingsoperatie door te zorgen voor een stevige positie voor gedupeerden en overige bewoners in de dorpenaanpak.

  • Fysieke versterking betekent nog geen herstel van vertrouwen en welbevinden van bewoners. Maak daarom de vier dorpen aardgasvrij als compensatie voor het geleden leed en het wegnemen van ontstane verschillen en heb aandacht voor leefbaarheid.

  • Neem onwenselijke en onuitlegbare verschillen tussen gedupeerden weg.

  • Uitvoering van de versterking binnen dorpen komt onvoldoende op stoom. Versterk de uitvoering van de dorpenaanpak als crisisaanpak.

De probleemanalyse en aanbevelingen zijn waardevol. Het advies geeft alle direct betrokkenen handvatten waarmee de dorpenaanpak voor gedupeerden substantieel verbetert.

De dorpenaanpak in een notendop

 

De versterkingsopgave in deze dorpen omvat ca. 850 woningen. De dorpen zijn geselecteerd vanuit de urgente problematiek die hier speelt met versterking in de kern van het Gronings aardbevingsgebied. De totale versterkingsopgave is groter (scope NCG is 27.000 adressen waarvan nog circa 13.000 versterkt moeten worden) en vraagt daar ten dele ook andersoortige oplossingen dan in deze dorpen. Toch kunnen lessen getrokken worden uit de ervaringen van deze dorpenaanpak.

 

De dorpenaanpak houdt in dat bewoners samen met NCG, de gemeente en betrokken bouwers een plan maken voor het gehele dorp. Dat biedt bewoners helderheid over waar zij aan toe zijn: wat de planning is voor hun eigen woning en wat er in de rest van het dorp gaat gebeuren. Ik heb uw Kamer hierover op 17 mei jl. geïnformeerd (Kamerstuk 33 529, nr. 1024).

Reactie op het advies

Het advies van Wientjes bevestigt het beeld dat er verbeteringen nodig zijn in de versterkingsoperatie. Tot op heden is er aandacht geweest voor de problemen, maar zijn concrete oplossingen vaak achter gebleven. Dit advies toont aan dat we naast de bewoners moeten staan, ons richten op herstel van vertrouwen en sociale verbanden en biedt daarvoor oplossingen. Dat geldt voor het Ministerie van Economische Zaken Klimaat (EZK), de NCG, gemeenten en overige partijen. De nieuwe algemeen directeur van NCG is sinds haar start in september jl. aan de slag gegaan met een verbeterplan. Zij zal mij over de voortgang van dit plan verslag doen. De adviezen van de heer Wientjes worden bij dit verbeterplan betrokken. De remmende factoren in de versterkingsoperatie worden zo aangepakt.

De dorpenaanpak is een start van een nieuwe aanpak van de versterkingsoperatie. De kennis en ervaring opgedaan in de vier dorpen zal waar mogelijk worden benut voor de gehele versterkingsoperatie. Hiermee wil ik een belangrijke stap zetten om het vertrouwen van de Groningers te herwinnen en de versterkingsoperatie te verbeteren. Hieronder geef ik op elk van de vier adviezen van de heer Wientjes mijn reactie en benoem welke vervolgstappen ik neem.

1. Belangrijke positie van de gedupeerden en overige bewoners in de dorpenaanpak

Goede uitvoering en afronding van de versterkingsoperatie vraagt goede samenwerking met de dorpen en de bewoners. Participatie is van groot belang. Dat ben ik volledig met de heer Wientjes eens. Het gaat immers om het huis en de leefomgeving van de bewoners en het is niet meer dan logisch dat zij dan voldoende inspraak en zeggenschap hebben over wat daarmee gebeurt. Gebleken is dat de participatie nu niet goed van de grond komt, onder meer omdat de communicatie in de vier dorpen moeizaam verloopt. Voor een goede participatie van bewoners is nodig dat in de vier dorpen een vertegenwoordiging van bewoners de kern van de dorpenaanpak vormt.

De dorpsvertegenwoordiging van bewoners in elk van de vier dorpen krijgt daarom een meer sturende rol en dus een steviger rol in de uitvoering van de versterking in hun dorp. Dit betekent dat de bewoners zwaarwegende adviezen kunnen uitbrengen (dorpsregieteam). Die adviezen kunnen gaan over de besluitvorming over onder andere de samenstelling van het uitvoerend dorpsteam, het participatieproces van bewoners op dorpsniveau, de communicatie met bewoners, de planning en de fasering van de versterking in het dorp, de tijdelijke huisvesting, verduurzaming en herstel van de leefbaarheid. De NCG geeft deze adviezen een plek in de uitvoering. Hierbij is per dorp maatwerk geboden. Ieder dorp is immers anders. Het dorpsregieteam vertegenwoordigt het dorp en geeft dus advies aan het uitvoerend dorpsteam dat bestaat uit onder andere projectleiders van NCG en gemeente, aannemer en projectmedewerkers.

Ik vind het belangrijk dat de bewonersvertegenwoordiging zich desgewenst professioneel en onafhankelijk kan laten ondersteunen als daar behoefte aan is, bijvoorbeeld bij het zorgvuldig raadplegen van medebewoners. De gemeente speelt hierin een belangrijke rol. De NCG betrekt bewonersparticipatie en de positie van de bewoner ook bij hun verbeterplan (zie advies 4).

2. Aardgasvrij maken van woningen

De aanbeveling om eigenaren in de vier dorpen de keuze te bieden alle (ook al versterkte) gebouwen in het dorp volledig aardgasvrij te maken, strookt met mijn beeld van wat nodig is bij de versterking. Het is passend om bewoners te compenseren voor het leed dat zij hebben geleden door de vertraging van de versterkingsoperatie. De bewoners krijgen een toekomstbestendige woning van hogere kwaliteit met – bij de huidige hoge energieprijzen – lagere maandlasten.

Voordat het advies daadwerkelijk in praktijk kan worden gebracht is nodig dat de NCG een quick scan doet wat de praktische gevolgen zijn (eerste kwartaal van 2023). Onder meer moet samen met de gemeente duidelijk worden wat het effect is op de planning van de dorpen nu, hoe een nadere onderbouwing van de kosten er uitziet, hoe het zit met de beschikbaarheid van materialen en wat de eventuele gevolgen zijn voor het elektriciteitsnet. Ik vind het belangrijk dat de verduurzaming de versterking niet hindert, zoals SodM mij ook heeft aangegeven1.

Verduurzaming in bredere context

De gemeente Eemsdelta ziet kansen de te versterken huizen aardgasvrij te maken. De gemeente is al betrokken bij vijf zogenaamde proeftuinen. Het Rijk stimuleert hier het aardgasvrij maken van wijken en dorpen met een financiële bijdrage. De kennis- en leerervaringen die in deze proeftuinen worden opgedaan, kunnen goed worden benut voor de vier dorpen.

 

Indien ik deze aanbeveling van de heer Wientjes kan overnemen, zouden de vier dorpen gebruik kunnen maken van de kennisinfrastructuur van het interbestuurlijke Programma Aardgasvrije Wijken en vanaf januari 2023 van het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie. De bestaande subsidies die nationaal, regionaal en lokaal, beschikbaar zijn, zouden kunnen worden ingezet voor het aardgasvrij maken. Eventueel kunnen deze subsidies worden aangevuld met extra projectsubsidies vanuit de versterkingsoperatie. Voor particuliere eigenaren in de vier dorpen zou dit betekenen dat zij kosteloos «van het aardgas af» kunnen gaan. Ook woningcorporaties spelen een rol bij het aardgasvrij maken van een dorp. Daarom zal ik samen met de gemeente overleggen over hun bijdrage aan het aardgasvrij maken van hun bezit in de vier dorpen. Ook zijn er, volgend uit de bestuurlijke afspraken, adviseurs bij de gemeenten die bewoners kunnen helpen bij het verduurzamen van hun woning of pand.

3. Wegnemen van verschillen binnen dorpen

Ik deel met de heer Wientjes het beeld dat er door alle koerswijzigingen in de afgelopen jaren verschillen tussen gedupeerden zijn ontstaan die onduidelijk, niet transparant en niet uitlegbaar zijn. Gedupeerden zitten hierdoor in verschillende versterkingsregimes en dat voelt onrechtvaardig. Dat heeft eveneens een negatief effect op de sociale cohesie en het gevoel van gelijkheid en rechtszekerheid. Ik verwijs u hiervoor naar de brief van 26 september jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 1076) en de brief over verschillen die ik uw Kamer vandaag stuur.

Het wegnemen van ongelijkheid en het gevoel van onrechtvaardigheid bij gedupeerden binnen dorpen start met een duidelijk en transparant overzicht in de mate waarin er binnen een dorp sprake is van (moeilijk uitlegbare) verschillen. Zo is er inmiddels prioriteit gegeven aan het tijdig opleveren van versterkingsadviezen. Daarmee kan op dorpsniveau – binnen de grenzen van privacyregelgeving – helderheid worden geboden over welke versterkingsregimes binnen een dorp in welke situatie worden aangeboden en welke mogelijke verschillen er zijn tussen woningen. In ieder geval zullen verschillen aan zowel de bewonersvertegenwoordiging als de gedupeerden overtuigend uitgelegd moeten kunnen worden.

Het kan wenselijk zijn additioneel maatwerk te leveren naast de gemeentelijke tegemoetkoming om verschillen te overbruggen (blok B uit de bestuurlijke afspraken). Dit bijvoorbeeld door op verzoek van bewoners extra versterkingsmaatregelen te nemen. Deze maatregelen zijn in dat geval vanuit veiligheid niet noodzakelijk, maar zijn bedoeld om ontstane moeilijk uitlegbare verschillen weg te nemen. NCG past dit maatwerk in de dorpen al in uitzonderingsgevallen toe. NCG zal dit breder gaan toepassen binnen het afwegingskader waarover ik uw Kamer op 26 september jl. heb geïnformeerd in mijn brief over moeilijk uitlegbare verschillen (Kamerstuk 33 529, nr. 1076).

Zoals ik ook in mijn tweede brief over verschillen die ik uw Kamer vandaag stuur aangeef, zal ik een externe commissie overeenkomstig het advies van de heer Wientjes de opdracht geven om een nadere analyse te maken naar moeilijk uitlegbare verschillen binnen de bredere versterkingsoperatie en de schadeafhandeling en op basis hiervan uiterlijk tweede kwartaal van 2023 advies uit te brengen over het vereenvoudigen van het wegnemen van verschillen. Dit zodat de verschillenaanpak zo snel mogelijk kan starten. De ervaringen in de vier dorpen worden hierbij betrokken.

4. Daadkrachtige uitvoering

Overeenkomstig het advies van de heer Wientjes heb ik de nieuwe algemeen directeur van de NCG gevraagd op korte termijn de eerste voorstellen te doen om de bestaande versterkingsprocessen en procedures te vereenvoudigen, minder te juridificeren en mensgerichter te maken. Ik heb met de NCG afgesproken dat het verbeterplan in februari beschikbaar is. Dat houdt in dat NCG – daarbij ondersteund door een extern bureau – aan de hand van concrete casuïstiek en vanuit het perspectief van de bewoner een grondige review maakt van alle fasen van het versterkingsproces: waar wordt onnodig tijd verloren of worden regels te rigide toegepast? Dit leidt tot verbetervoorstellen die – waar passend – direct in de dorpenaanpak en de gehele versterkingsoperatie kunnen worden gebruikt. Bij deze uitwerking zal NCG de inzichten van de heer Wientjes benutten, evenals geleerde lessen bij andere trajecten.

Het gaat hierbij concreet om verbetervoorstellen op de volgende onderwerpen:

  • Ruimte in regels: Het kan gaan om regels die knellen, uitvoeringsbeleid dat te rigide wordt geïnterpreteerd of andere knelpunten waarbij wet- en regelgeving leidend zijn.

  • Huis op orde: identificeren, analyseren en wegnemen van knelpunten in het interne proces van de NCG.

  • Bewonerscommunicatie & participatie. Het kan en moet beter: communicatie is naast de bewoner zitten en niet zenden. De informatie moet beter aansluiten op de behoefte van de bewoners.

  • Bestuurlijke rust versterkingsoperatie: afspraken op het gebied van governance die bijdragen aan bestuurlijke rust, duidelijkheid en stabiliteit.

  • Onuitlegbare verschillen: bijdrage aan analyse en oplossingen (zie ook de commissie over verschillen).

  • Dorpenaanpak: het wegnemen van knelpunten door de gehele keten heen die opkomen uit de dorpenaanpak, passend bij een crisisaanpak.

Een vlotte en prioritaire uitvoering van de dorpenaanpak vraagt om een zeer gerichte en toegewijde aanpak. De dorpenaanpak wordt ondergebracht in een apart uitvoeringsprogramma, onder leiding van een programmaregisseur, die wordt ondergebracht bij de NCG. Dit overeenkomstig het advies van de heer Wientjes. Deze programmaregisseur voert regie op de uitvoering en verbetering van de dorpenaanpak. De programmaregisseur beslist onder andere over het wegnemen van moeilijk uitlegbare verschillen en start zo spoedig mogelijk. De programmaregisseur rapporteert voor de dorpenaanpak aan een stuurgroep van de NCG, de gemeente Eemsdelta en EZK. Doel van de stuurgroep is om de voortgang te bewaken, knelpunten tijdig te signaleren en knopen door te hakken zodat bewoners merken dat problemen snel en goed opgelost worden.

Vervolg

Voor de uitvoering van de dorpenaanpak maakt de NCG in overleg met de gemeente Eemsdelta nu per dorp een planning, die voor advies aan het dorpsregieteam wordt voorgelegd. De uitvoeringsplanning voor de eerste fase in Garrelsweer is inmiddels klaar. Voor de versterking van de betreffende ca. 80 huizen hebben de betrokken bewoners een aannemer gekozen en is de tijdelijke huisvesting in december beschikbaar. De versterking start hier in maart. Dat maakt het mogelijk het aardgasvrij maken van hun woningen te bespreken met de bewoners en eventueel op te nemen in de dorpsplanning.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief


X Noot
1

Zie bijlage

Naar boven