33 529 Gaswinning

Nr. 1077 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 november 2022

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Omtzigt over de vervolging van de NAM door het Openbaar Ministerie inzake het overtreden van vergunningen. (Handelingen II 2022/23, nr. 13, Regeling van Werkzaamheden).

De vragen zijn gesteld naar aanleiding van een strafrechtelijk onderzoek dat heeft plaatsgevonden. De NAM wordt verdacht van het injecteren van afvalstromen die afkomstig zijn uit de aardgaswinning in de diepe ondergrond.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief

1

Aan welke vergunningen heeft de NAM zich de afgelopen jaren niet gehouden?

Antwoord

Ik ben op dit moment nog niet formeel op de hoogte gesteld door het Openbaar Ministerie over het onderzoek en motivatie voor de vervolging. NAM heeft mij geïnformeerd over de ten laste legging die door het Openbaar Ministerie is uitgereikt. Op basis van wat mij nu bekend is richt het strafrechtelijk onderzoek zich op afvalwaterstromen die zijn ontstaan als gevolg van de gaswinning door NAM op zee.

Deze afvalwaterstroom ontstaat op en loopt van af de gasbehandelingsinstallatie te Den Helder naar de inrichtingen Delfzijl/Farmsum en wordt uiteindelijk geïnjecteerd op de inrichting te Borgsweer.

Het onderzoek richt zich op de kwalificatie van het afvalwater. NAM beschouwt het afvalwater als niet gevaarlijk en het openbaar ministerie beschouwt het als gevaarlijk. De vergunningen voor de locaties Delfzijl/Farmsum en Borgsweer staan de inname en verwerking van gevaarlijk afvalwater niet toe. Het overtreden van een vergunningvoorschrift kwalificeert als een economisch delict waarvoor het Openbaar Ministerie vervolging in kan stellen.

Het strafrechtelijk onderzoek richt zich op de vergunningen van deze drie locaties.

2

Welk gevolg heeft dit voor de samenwerking met de NAM?

3

Hoe kun je samenwerken met een bedrijf dat vervolgd wordt?

Antwoord op vraag 2 en 3

In algemene zin geldt dat de NAM alsnog een aanvraag kan indienen voor het aanpassen van de vergunningen van de drie locaties zodanig dat ook gevaarlijk afvalwater kan worden ingenomen. Dit zou dan mogelijk onder aanvullende voorwaarden en voorschriften kunnen gebeuren. Op het moment dat NAM hiertoe een aanvraag indient, zal ik die moeten beoordelen.

De samenstelling van het afvalwater is bekend en heeft tot op heden nog geen enkel nadelig effect veroorzaakt voor zover nu bekend.

NAM betwist daarbij de conclusies van het Openbaar Ministerie. De rechter zal zich hierover nog moeten uitspreken. Indien de afvalwaterstromen als gevaarlijk moeten worden gekwalificeerd mag dit afvalwater niet binnen de huidige vergunningvoorschriften worden geaccepteerd of worden verwerkt. Op dit moment wordt het afvalwater vanaf Den Helder naar een erkende verwerker afgevoerd zolang er nog geen uitspraak van de rechter is. Zolang de zaak onder rechter is onthoud ik mij van daarom van verdere stappen en conclusies.

Naar boven