Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 mei 2022
Tijdens het interpellatiedebat over de afvalwaterinjectie door de Nederlandse Aardolie
Maatschappij (hierna: NAM) in Twente (gehouden op 12 april 2022 (Handelingen II 2021/22,
nr. 71, Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van
afvalwateringsinjecties door de NAM Twente) heb ik toegezegd om uw Kamer te informeren
over het onderzoek van de NAM naar de waterinjectieputten in Twente en het oordeel
hierover van Staatstoezicht op de Mijnen (hierna: SodM). Met deze brief volg ik mijn
toezegging op.
Op 24 december 2021 heeft de NAM een tussenrapport (met kenmerk EP202112200643) ingediend
bij SodM over de door de toezichthouder gestelde vragen rondom de scheur in de waterinjectieput
ROW-02. Op 31 maart 2022 heeft SodM van de NAM de antwoorden op de aanvullende vragen
ontvangen (rapport met kenmerk EP202111204310). De NAM heeft beide rapporten op 31 mei
2022 op haar website1 gepubliceerd. SodM heeft het geomechanische deel van het onderzoek van de NAM extern
laten analyseren door prof. M. Sintubin (Geodynamica, KU Leuven (België). De externe
analyse is bij deze brief gevoegd2.
SodM heeft op basis van de onderzoeken en de review geoordeeld dat de NAM het incident
met injectieput ROW-2 nu voldoende heeft onderzocht. SodM onderschrijft de conclusie
van de NAM dat er geen eenduidige oorzaak te vinden is voor de scheur in de buitenbuis.
De NAM heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat een combinatie van verschillende effecten
van de gaswinning en/of waterinjectie tot het scheuren van de buitenbuis heeft geleid.
De NAM heeft geconcludeerd dat het risico op eenzelfde soort gebeurtenis bij andere
putten niet is uit te sluiten. De eventuele gevolgen van zo’n vooral zijn wel vroegtijdig
op te merken met een adequaat monitoringsprogramma en zijn te beperken met een beheers-programma.
SodM en de externe reviewer onderschrijven deze conclusie. De NAM heeft haar monitoringsprogramma
naar aanleiding van het voorval aangepast en het Waterinjectie Management Plan is
ook herzien. Daarnaast heeft de NAM in haar systemen en procedures nu geborgd dat
er tijdig en adequaat wordt gereageerd op signalen uit deze monitoring.
SodM heeft mij een positief advies gegeven over de door de NAM ingediende wijzigingen.
Ik zal de door de NAM ingediende wijzigingen bevestigen door het nemen van een instemmingsbesluit.
Wat betreft de overige waterinjectieputten in Twente heeft de NAM aangetoond dat tot
nu toe geen vergelijkbaar incident is voorgekomen. De NAM heeft aan SodM ook laten
zien dat de integriteit van put ROW-07 in orde is. Zowel de binnen- als de buitenbuis
zijn intact. De NAM heeft ook aangetoond dat bij geen van de injectieputten in Twente
(ROW-04, ROW-05 en ROW-07) op dit moment sprake is van een dreigende scheur in de
buitenbuis.
De NAM heeft in de putten ROW-04, ROW-05 en ROW-07 extra metingen uitgevoerd. Deze
metingen hebben bij ROW-4 een onregelmatigheid aangetoond achter de buitenbuis. Zowel
de binnen- als de buitenbuis van put ROW-04 zijn intact. Bij de overige putten is
een dergelijke onregelmatigheid niet waargenomen. Naar aanleiding hiervan heeft SodM
de NAM verzocht om aanvullend onderzoek uit te voeren naar put ROW-04.
De NAM heeft het document «Overkoepelende Analyse Ondergrondse Risico’s Waterinjectie
Twente en Schoonebeek» aangepast en op 16 mei 2022 bij SodM ingediend. SodM zal dit
document beoordelen voordat zij uitspraak doet over het eventueel voortzetten van
de waterinjectie in Twente.
Opstarten waterinjectie Twente
Op dit moment is het opstarten van de waterinjectie nog niet aan de orde. SodM heeft
geoordeeld dat de onderzoeken naar put ROW-02 voldoende zijn en dat de NAM heeft aangetoond
dat de putten ROW-5 en ROW-7 geschikt zijn voor waterinjectie.
De toezichthouder wil echter eerst de overkoepelende risicoanalyse beoordelen om vast
te stellen of de geconstateerde onregelmatigheid bij ROW-04 gevolgen heeft voor de
risicoanalyse van de waterinjectie in Twente en of daaruit volgt dat de waterinjectie
in Twente nog steeds veilig kan plaatsvinden. SodM doet hier naar verwachting in juli
een uitspraak over. Daarnaast dient de NAM over een vergunning te beschikken om het
tolueengehalte in het injectiewater op orde te brengen. Tot slot moeten de aanpassingen
aan het Waterinjectie Management Plan vastgelegd zijn via het door mij nog te nemen
instemmingsbesluit.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief