Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 januari 2014
In het Notaoverleg over de initiatiefnota over patiëntveiligheid van 17 juni 2013
(Kamerstuk 33 497, nr. 10) heb ik toegezegd een stand van zakenbrief aan de Kamer te sturen over versnelling
transparantie sterftecijfers. Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken
rond de publicatie van sterftecijfers.
Het vergroten van kwaliteit en veiligheid is een belangrijk thema binnen de zorg en
staat al jaren hoog op mijn agenda. Het zichtbaar en meetbaar maken van uitkomsten
van zorg is daarbij een belangrijk instrument. Inzicht in eigen prestaties en die
van anderen is een belangrijke prikkel tot verbetering. Transparantie en standaardisatie
van gegevens bevorderen daarmee kwaliteit en veiligheid, ondersteunen het beleid van
bestuur, toezichthouder en verzekeraar en dragen ook bij aan het oordeel van de patiënt.
Mijn beleid is er daarom op gericht om transparantie rond prestaties in de zorg te
stimuleren. In 2009 hebben de brancheorganisaties NVZ en NFU aan mijn ambtsvoorganger
toegezegd dat alle ziekenhuizen gecorrigeerde sterftecijfers publiceren. Hierbij gaat
het specifiek om de Hospital Mortality Rate (HSMR)1 en de Standardized Mortality Rate (SMR’s)2. De HSMR en SMR’s worden internationaal gezien als een belangrijke indicator. De
HSMR wordt in verschillende landen gebruikt. In Engeland wordt ieder jaar de HSMR
per ziekenhuis openbaar gemaakt. Ook patiënten- en consumentenorganisaties hechten
belang aan publicatie.
Ondanks het belang van de beschikbaarheid en publicatie van deze indicatoren heb ik
geconstateerd, dat ofschoon het overgrote deel van de ziekenhuizen inmiddels de HSMR
publiceert, dit slechts in beperkte mate gebeurt voor de SMR’s. Daarom heb ik in juni
2013 de NZa gevraagd te onderzoeken of een verplichte publicatie van sterftecijfers
op grond artikel 38 van de Wet marktordening gezondheidszorg mogelijk is. In december
2013 heeft de NZa de nadere regels vastgesteld waardoor publicatie vanaf 1 maart 2014
voor alle ziekenhuizen verplicht is. Dit betekent dat Ziekenhuizen voor 1 maart dit
jaar de HSMR en de SMR’s over 2012 op hun eigen website moeten publiceren en aan de
NZa moeten aanleveren. De verwachting is dat op een beperkte groep na ieder ziekenhuis
in staat is om de HSMR en de SMR’s over 2012 te kunnen publiceren.
Ik ben mij ervan bewust dat de HSMR en SMR’s indicatoren voor de kwaliteit van zorg
zijn, maar dat een hoge HSMR en/of SMR niet automatisch betekent dat de zorg die een
zorgaanbieder levert van slechte kwaliteit is. Het is daarbij aan zorgaanbieders om
een toelichting te geven bij de eigen cijfers. De HSMR en SMR’s hebben een belangrijke
signaalfunctie en moeten als veelzeggende indicatoren wel geplaatst worden binnen
een breder kader van indicatoren, zoals bijvoorbeeld de kwaliteitsindicatoren uit
de basisset3 om de kwaliteit van zorg te kunnen beoordelen. Daarnaast is de beschikbaarheid van
de HSMR en SMR’s voor de ziekenhuizen ook van belang om hiermee de kwaliteit te verbeteren
omdat de gegevens feedback bieden en spiegelinformatie over de geleverde zorg. De
tijdigheid van het beschikbaar zijn van informatie is daarbij nog een aandachtspunt.
Een eenduidige eenmalige vastlegging van gegevens in het primaire proces kan dat bevorderen.
Met de wettelijke verplichting ga ik ervan uit dat vanaf maart 2014 alle ziekenhuizen
de HSMR en SMR laten berekenen en dat ziekenhuizen die hier nog onvoldoende werk van
hebben gemaakt, dit alsnog doen. De wettelijke verplichting is een extra stimulans
voor de ziekenhuizen om ervoor te zorgen dat de registratie op orde is waarmee de
ziekenhuizen een belangrijk instrument beschikbaar hebben om de veiligheid en de kwaliteit
van hun zorg te blijven verbeteren.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers