Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 33495 nr. 67 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 33495 nr. 67 |
Vastgesteld 8 juni 2015
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de brief van 1 mei 2015 inzake de stand van zaken ROC Leiden (Kamerstuk 33 495, nr. 65).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 5 juni 2015. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Wolbert
De griffier van de commissie, De Kler
1
Kunt u toelichten wat de reden is dat BNG Bank betrokken is bij de financiering van het vastgoed van het ROC Leiden en de daaraan gerelateerde pps-constructie (pps: publiek private samenwerking)?
Antwoord
BNG Bank is een bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Onderwijsinstellingen zijn instellingen voor het maatschappelijk belang en kwalificeren als een van de «overheden» in de zin van artikel 2, lid 3 van de statuten van BNG Bank. De financiering van onderwijsinstellingen past derhalve binnen de missie en de statutaire doelstelling van BNG Bank.
2
Kunt u aangeven hoe vaak de BNG betrokken is, en is geweest, bij financiering van vastgoed van onderwijsinstellingen?
Antwoord
BNG Bank heeft aan mij aangegeven dat ze al vele jaren talrijke onderwijs instellingen financiert. Het betreft doorgaans de financiering van werkkapitaal en/of van vastgoed en investeringen. Bij vastgoed vindt realisatie en financiering soms plaats in de vorm van publiek private samenwerking.
3
Kunt u toelichten wat de term «statutaire marktpartij» precies inhoudt?
Antwoord
BNG Bank heeft mij geïnformeerd dat zij volgens haar statuten (artikel 2, lid 1) als doel heeft de uitoefening van het bedrijf van bankier ten dienste van overheden. Het begrip «overheden» wordt omschreven in artikel 2, lid 3. BNG Bank hanteert de term «statutaire marktpartij» indien sprake is van een van de »overheden» zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 3 van haar statuten. Dit betekent dat BNG Bank deze partijen op grond van haar statuten mag bedienen. Naast deze statutaire marktpartijen/overheden mag BNG Bank ook andere, private, partijen bedienen, mits sprake is van financiering ten dienste van deze statutaire marktpartijen/overheden. Hiervan is bijvoorbeeld sprake bij pps1.
4
Welke juridische grondslag heeft de term «statutaire marktpartij»?
Antwoord
«Statutaire marktpartij» is geen juridisch begrip waarvoor een formele definitie bestaat. Zie verder het antwoord op vraag 3.
5
Wie is precies de «statutaire marktpartij» in de pps-constructie rondom het vastgoed van het ROC Leiden, en sinds wanneer?
Antwoord
Statutaire marktpartij is de Stichting ROC Leiden, aangezien zij kwalificeert als overheid in de zin van artikel 2, lid 3 van de statuten van BNG Bank.
6
Hoe verhoudt de door u voorgestelde oplossing uit de brief van 1 mei 2015 (Kamerstuk 33 495, nr. 65), zich tot het eerder gecommuniceerde bestuursbesluit tussen het ROC Leiden en het ID College, zoals verwoord in de brief van 13 februari 2015 (Kamerstuk 33 495, nr. 62), tot verkenning en voorbereiding van een overname van de onderwijsactiviteiten van het ROC Leiden door het ID College
Antwoord
In mijn brief van 13 februari jl. heb ik het perspectief geschetst van een bestuursoverdracht aan het ID College. Ik heb daarbij de kanttekening gemaakt dat nog veel zaken moest worden uitgewerkt. Daarnaast heb ik aangegeven dat op grond van mijn stelselverantwoordelijkheid, ik dit besluit van een bestuursoverdracht zal toetsen op borging van de kwaliteit van het onderwijs en een doelmatige besteding van middelen. In de periode na 13 februari jl. is gekeken naar verschillende opties. Alles overwegende heb ik in het belang van de studenten en docenten gekozen, in nauwe samenspraak met ROC Leiden en andere betrokken partijen, om toe te werken naar een gemeenschap van scholen en om ROC Leiden de komende periode zelfstandig voort te laten bestaan. Dit is mede mogelijk aangezien er nu voldaan is aan een aantal randvoorwaarden. Zo heeft ROC Leiden een nieuwe huisvestingsafspraak gemaakt. Dit leek in februari nog geen mogelijkheid. Dit kunt u in mijn brief van 13 februari jl. lezen.
7
Kunt u uiteenzetten met wie er nu precies overeenstemming is bereikt over de gekozen oplossing?
Antwoord
De gekozen oplossing kan rekenen op draagvlak bij omringende mbo instellingen, die inspectie, de MBO Raad en de gemeente Leiden. Door de uitkomst van de onderhandelingen tussen ROC Leiden, BNG en Green Real Estate wordt bovendien structureel financiële ruimte gecreëerd voor kwaliteitsverbetering van opleidingen in het belang van studenten en docenten. Het contract tussen hen is gewijzigd waarmee de huisvestingslasten voor ROC Leiden structureel lager worden en binnen de bandbreedte passen van wat gebruikelijk is voor huisvestingslasten in de mbo-sector. Op korte termijn zal ROC Leiden het pand CS afstoten en wordt de huur van Lammenschans substantieel verlaagd. De gemeente Leiden zal indien nodig vanuit haar publiekrechtelijke rol meedenken bij het vinden van passende vervangende onderwijshuisvesting voor het pand CS. De combinatie van het aangepaste contract en het draagvlak om toe te werken naar één bestuurlijke entiteit geeft mij voldoende vertrouwen dat hiermee aan belangrijke randvoorwaarden is voldaan om de continuïteit van goed onderwijs te garanderen.
8
Hebben alle betrokken partijen (ROC Leiden, ID College, gemeente Leiden, Bank Nederlandse Gemeenten, Green Real Estate) aangegeven zich akkoord te verklaren met de gekozen oplossing?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 7.
9
Zijn er betrokken partijen die niet akkoord zijn met de gekozen oplossing? Zo ja, wat zijn hun bezwaren?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 7.
10
Zou naar uw mening een advies van het eventueel nieuw op te richten expertisecentrum nieuwbouw vrijblijvend of verplicht zijn voor bestuurders en/of toezichthouders van onderwijsinstellingen?
Antwoord
Zoals ik aankondigde in mijn brief van 13 februari jl. is inmiddels de commissie onderzoek huisvesting ROC Leiden in het leven geroepen. Deze commissie kijkt o.a. naar de mogelijkheid voor het inrichten van een onderwijsbreed expertisecentrum waar bestuurders en/of toezichthouders van onderwijsinstellingen hun nieuwbouwplannen kunnen laten toetsen door onafhankelijke experts. De commissie onderzoek huisvesting ROC Leiden brengt haar eindrapport uiterlijk op 15 oktober 2015 uit. Op basis van dit rapport zal worden besloten hoe de governance van de commissie vormgegeven wordt.
11
Was u al voor 2012 op de hoogte van de vastgoedplannen en bijbehorende pps-constructie en vastgoeddeals van het ROC Leiden? Zo ja, op welke manier is dit gemonitord? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Mijn ambtsvoorganger was niet op de hoogte van de financieringsconstructie van de vastgoedplannen van ROC Leiden. Het is niet gebruikelijk dat de bewindspersonen van OCW op de hoogte waren van precieze nieuwbouwplannen en de financiering daarvan. Met ingang van het verslagjaar 2013 geven instellingen in de continuïteitsparagraaf inzicht in investeringsplannen.
Met een ambtsbericht van juli 2012 informeerde de inspectie mij over de zeer zwakke liquiditeit van ROC Leiden en de hoge huisvestingslasten. Zoals vermeld in dit ambtsbericht heeft de inspectie in 2012 afspraken gemaakt over het maken van een integraal verbeterplan en organisatorische maatregelen. Vervolgens heeft de inspectie ROC Leiden onder toezicht geplaatst en is de inspectie in dat kader een onderzoek gestart. De inspectie heeft tot september 2013 de voortgang van de gemaakte afspraken zeer intensief en nauwlettend gevolgd en heeft mij onder meer middels het ambtsbericht van 23 september 2013 laten weten dat er voortgang geboekt werd. Middels dit ambtsbericht heeft de inspectie mij nader geïnformeerd over de hoofdlijnen van de financieringsconstructie en de grote impact daarvan op de financiële situatie en vooruitzichten van het ROC. Daarnaast is mij middels dit ambtsbericht duidelijk gemaakt dat er aanleiding is tot een fors lagere waardering van het pand Lammenschans op de balans eind 2012 en ook dat dit «in het somberste scenario» zou kunnen leiden tot een daadwerkelijk faillissement. Mede daarom heeft de inspectie uitstel verleend voor het indienen van de jaarrekening 2012. Dat uitstel is later verlengd tot 1 februari 2014. In de ingediende jaarrekening 2012 bleek de werkelijke waardevermindering aanzienlijk lager dan was verwacht. Er was in dit specifieke traject geen aanleiding voor mij om aanvullende maatregelen te nemen of om een diepgaand(er) onderzoek te starten.
In haar ambtsbericht van 18 december 2013 geeft de inspectie aan dat zij er geen vertrouwen in heeft dat het bestuur in staat is om zelfstandig de financiële positie en de kwaliteit van het onderwijs bij het ROC structureel te verbeteren. Ook adviseerde de inspectie mij om de Raad van Toezicht te verzoeken het College van Bestuur te versterken met een «troubleshooter». Zoals aangegeven in mijn brief aan uw Kamer van 13 februari jl. heb ik toen besloten een regisseur aan te stellen. De regisseur is op 14 februari 2014 benoemd. De regisseur kreeg meer mogelijkheden om de problematiek in de regio integraal in kaart te brengen en een mogelijke oplossing te vinden. Gezien de complexiteit van de ontstane situatie bij het ROC Leiden heb ik de regisseur tevens verzocht diverse aspecten daarvan te onderzoeken.
Ik heb niet ingegrepen in de onderhandelingen over het vastgoedcontract omdat hiervoor de primaire verantwoordelijkheid bij de instelling ligt. Medio 2014 werd duidelijk dat de huisvestingslasten van ROC Leiden dermate hoog zijn dat zonder ingrijpende verlaging daarvan ROC Leiden niet in de huidige vorm kan blijven voortbestaan. Daarbij is nadrukkelijk rekening gehouden met de noodzaak van investeringen in de kwaliteit van het onderwijs voor studenten om die weer op een aanvaardbaar niveau te brengen. Het College van Bestuur en de Raad van Toezicht moesten dus stevig onderhandelen met de betrokken partijen. De regisseur heeft toen nogmaals aangedrongen op voortvarend optreden, omdat hij niet tevreden was over de voortgang. Hij heeft daarbij duidelijk aangegeven dat hij bij uitblijven van resultaten mij zou adviseren om bestuurlijk in te grijpen. Ik heb dit serieus overwogen en dit ook gemeld aan ROC Leiden. Dat is voor de Raad van Toezicht, waarin sinds juni 2014 een nieuwe voorzitter plaatsnam, aanleiding geweest om ook vast te stellen dat er onvoldoende voortgang was geboekt. Dit leidde tot ontslag van de voorzitter van het College van Bestuur.
De interim-bestuurder, die vervolgens benoemd is door de Raad van Toezicht, van het ROC heeft mij goed op de hoogte gehouden van de voortgang van de heronderhandelingen. Daarbij heb ik steeds duidelijk aangegeven wat mijns inziens de inzet en uitkomst zouden moeten zijn om een structurele oplossing mogelijk te maken.
In december 2014 heeft de interim-bestuurder toegezegd onderhandelingen met de betrokken partijen te voeren en op basis van de uitkomsten daarvan een herstelplan aan mij voor te leggen. Gezien de urgente situatie vond ik het onaanvaardbaar als er een verdere vertraging zou ontstaan in het vinden van een oplossing. Daarom heb ik op 6 februari jl. mijn voornemen tot een aanwijzing kenbaar gemaakt aan de RvT van ROC Leiden. Dit mede omdat het concept herstelplan dat ROC Leiden in januari heeft aangeleverd te weinig vertrouwen bij de inspectie gaf. Mede als gevolg van het kenbaar maken van mijn voornemen tot een aanwijzing is het proces rond ROC Leiden in een stroomversnelling geraakt.
12
Waarom heeft u niet meteen een diepgaand onderzoek gestart, nadat de onderwijsinspectie in 2012 het risico bij het ROC Leiden als zeer hoog heeft gekwalificeerd en het ROC zelf liquiditeitsproblemen heeft gemeld bij het ministerie?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 11.
13
Waarom is pas in 2013 een regisseur benoemd en waarom had deze in eerste instantie een onderzoeksopdracht en niet meteen een uitvoerend mandaat?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 11.
14
Welke maatregelen heeft u genomen naar aanleiding van de melding van de onderwijsinspectie medio 2013, waarin deze laat weten dat de herwaardering van het pand Lammenschans mogelijk kan leiden tot een faillissement van het ROC?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 11.
15
Kunt u toelichten waarom het advies van de regisseur van medio 2014 om een CFO (Chief Financial Officer) te benoemen op het niveau van het College van Bestuur niet opgevolgd is door het ROC Leiden?
Antwoord
Het advies was gericht aan de Raad van Toezicht. Het aanstellen van een CFO was bedoeld ter ondersteuning van de toenmalige voorzitter van het College van Bestuur. Het was ook onderwerp van de gesprekken van de Raad met de toenmalige voorzitter van het College van Bestuur. Deze gesprekken hebben geen positief resultaat gehad en deze voorzitter is begin november 2014, na druk vanuit OCW, door de Raad van Toezicht uit zijn functie gezet. Daarna heeft de Raad een interim-bestuurder aangesteld die zich heeft voorzien van externe financiële deskundigheid.
16
Is het u bekend dat bij oplevering in 2011 bleek dat het Lammenschanspand niet geschikt was voor onderwijs en is verbouwd? Kunt u bevestigen dat nu blijkt dat het pand nog steeds niet geschikt is en wederom verbouwd moet worden? Had u eerder maatregelen kunnen nemen, zodat het onderwijs hier minder onder had hoeven leiden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom is dit niet gebeurd?
Antwoord
Er is nog geen sprake van een eenduidige opvatting over de mate van geschiktheid van het pand Lammenschans voor het geven van onderwijs en over welke verbouwingen noodzakelijk zijn. Dit is mede afhankelijk van de onderwijsvisie van een instelling en is daarmee de verantwoordelijkheid van de instelling. Het huidige bestuur van ROC Leiden heeft aangegeven kleine verbouwingen wenselijk te vinden voor het gebouw Lammenschans.
17
Klopt het dat regisseur Van der Steenhoven u in januari 2014 in zijn tussenrapportage adviseerde om niet in te grijpen in de heronderhandelingen over het vastgoedcontract tussen het ROC Leiden, de BNG en Green Real Estate in verband met de aansprakelijkheidsrisico’s ten aanzien van de casus? Hoe verhoudt dit zich met de voorliggende brief, waaruit blijkt dat bij hernieuwde onderhandelingen een forse huurverlaging en afstoting van het CS pand mogelijk was en dat dit gebeurde in afstemming met u? Kunt u toelichten of, en zo ja wat, er is veranderd met betrekking tot het aansprakelijkheidsrisico voor de Minister? Heeft u niet eerder op deze manier kunnen ingrijpen in de onderhandelingen? Kunt u eveneens toelichten wat uw precieze rol was in deze hernieuwde onderhandelingen?
Antwoord
Genoemd advies van de regisseur richt zich niet specifiek op aansprakelijkheidsrisico’s ten aanzien van het vastgoed. Zie verder het antwoord op vraag 11.
18
Kunt u toelichten of er voorafgaand aan het bestuursbesluit van het ROC Leiden en het ID college om de onderwijsverplichtingen over te dragen aan het ID College overleg heeft plaatsgevonden met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en/of de onderwijsinspectie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Voorafgaand aan genoemd bestuursbesluit in februari 2015 hebben ik en ambtenaren van mijn ministerie veelvuldig overlegd met beide mbo instellingen. Zonder in de bevoegdheden van de bestuurders en interne toezichthouders te treden wilde ik me ervan vergewissen dat er serieus werd gewerkt aan een oplossing die voldoende recht doet aan met name de belangen van de studenten en docenten en die ik ook binnen mijn mogelijkheden zou kunnen faciliteren. Ik heb in mijn brief van 13 februari jl. aangegeven dat op dat moment nog veel zaken moesten worden uitgewerkt.
19
Kunt u uiteenzetten op welke manier u omgaat met de kritiek van de Commissie Fusietoets?
Antwoord
Op het moment dat de Commissie Fusietoets (CFTO) advies uitbracht was er nog sprake van een voornemen tot bestuursoverdracht aan het ID College. In de tijd tussen aanvraag en advies is gebleken dat de bestuursoverdracht op korte termijn niet meer zal plaatsvinden, waardoor de aanvraag als ingetrokken is beschouwd. In het advies van de CFTO is o.a. aangegeven dat de ondernemingsraden en studentenraden hechten aan een zorgvuldiger proces ten aanzien van een fusie waarbij bijvoorbeeld ook ruimte is voor een achterbanraadpleging. Het is van groot belang dat dit de komende periode alsnog gaat plaatsvinden. ROC Leiden zal in eerste instantie als een zelfstandige bestuursentiteit verder gaan, waarna geleidelijk zal worden toegewerkt naar een gemeenschap van mbo-colleges. Hierbij zal het advies van de Commissie Fusietoets Onderwijs worden meegenomen, onder andere met betrekking tot de macrodoelmatigheid.
20
Op welke termijn verwacht u meer duidelijkheid te hebben over de toekomst van de onderwijsactiviteiten van het ROC Leiden?
Antwoord
Er zal meer tijd genomen worden om met betrokken partijen uiteindelijk toe te werken naar één bestuurlijke entiteit in deze regio. ROC Leiden gaat daarbij in eerste instantie als een zelfstandige bestuurlijke entiteit verder, waarna geleidelijk zal worden toegewerkt naar een gemeenschap van mbo-colleges. De komende tijd zal de inspectie de onderwijskwaliteit en de financiële positie van ROC Leiden nauwgezet en met hoge frequentie volgen en mij op de hoogte houden.
21
Heeft u de onderzoekscommissie een termijn meegegeven, waarbinnen gerapporteerd dient te worden?
Antwoord
De commissie onderzoek huisvesting ROC Leiden brengt haar eindrapport uiterlijk op 15 oktober 2015 uit.
22
Zijn er naar aanleiding van de situatie bij het ROC Leiden interne procedures aangepast bij de onderwijsinspectie of het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om soortgelijke situaties in het vervolg tijdiger te kunnen constateren?
Antwoord
Van belang is op te merken dat de besluitvorming over de huisvestingscontracten bij ROC Leiden plaatsvond in de periode 2006/2010. Dit is dezelfde periode als toen er bij Amarantis besluiten werden genomen, maar ruimschoots vóór de verbetermaatregelen die zijn doorgevoerd na de lessen die zijn getrokken uit de casus Amarantis. Mede naar aanleiding van de val van Amarantis is de governance zowel in formele zin (wet- en regelgeving) als in meer informele zin (moreel appel) aangescherpt met o.a. de mogelijkheid tot het geven van een bestuurlijke aanwijzing en de introductie van early warning instrumenten zoals de continuïteitsparagraaf waardoor risicobeheersing in de instellingen meer gewaarborgd is. Om te kijken of er naar aanleiding van de voorliggende casus nog meer verbeterpunten zijn heb ik de commissie onderzoek huisvesting ROC Leiden ingesteld. Het doel van de commissie is vooral om te bezien hoe de huisvestingsbeslissingen tot stand zijn gekomen. Ook kijkt de commissie welke eisen golden ten aanzien van de bestuurders voor hun behoorlijke taakvervulling. Tot slot kijkt de commissie naar mogelijke verbeteringen in het toezichtskader, de werkwijze van de inspectie en naar de mogelijkheden voor het inrichten van een onderwijsbreed expertisecentrum waar bestuurders en/of toezichthouders van onderwijsinstellingen hun nieuwbouwplannen kunnen laten toetsen door onafhankelijke experts. Ik wacht de resultaten af.
23
Kunt u toelichten of er bij andere onderwijsinstellingen soortgelijke pps-constructies en vastgoeddeals gesloten zijn? Zo ja, om welke instellingen gaat het en wat zijn daar de risico’s? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Op dit moment zijn bij mij geen soortgelijke constructies bekend. Overigens voert de Inspectie op dit moment een huisvestingsonderzoek in het mbo en ho uit op basis van de jaarverslagen, waaronder de continuïteitsparagrafen. Mochten naar aanleiding van dit onderzoek huisvestingsrisico’s naar voren komen, al dan niet via een pps-constructie, dan zal ik de Tweede Kamer hieromtrent informeren.
Instellingen hoeven overigens in hun jaarverslag niet altijd specifieke informatie over dit soort constructies te verantwoorden. In het jaarverslag wordt ook meestal geen informatie gegeven over afzonderlijke panden. De informatie bestaat meestal uit waarderingen op totaalniveau, zonder details over de financieringsconstructie.
Voor de inspectie betekent dit dat deze specifieke informatie alleen verkregen kan worden door deze gericht bij de instelling op te vragen. De inspectie doet dit uiteraard alleen indien daar aanleiding toe is.
24
Heeft u nog andere maatregelen genomen, of bent u voornemens die te nemen, om te voorkomen dat een soortgelijke situatie kan ontstaan bij andere onderwijsinstellingen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 22.
25
Heeft het opvoeren van de reden dat de kwaliteit van het onderwijs onder druk staat als reden voor financiële bijdrage uit microkader geen precedentwerking ten aanzien van andere instellingen waar kwaliteit onder druk staat? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Nee, dit heeft geen precedentwerking. Het betreft een zeer uitzonderlijke casus, waarbij ik heb gehandeld vanuit mijn verantwoordelijkheid voor het onderwijsstelsel en het belang van de continuïteit van het onderwijs voor bijna 10.000 studenten. Daarbij was het feit dat de kwaliteit onder druk stond een belangrijke factor, maar zeker niet de enige factor.
26
Wat zou het kosten als het ROC Leiden failliet gaat en hoe is dat bedrag berekend?
Antwoord
Faillissement van ROC Leiden zorgt voor grote onzekerheid voor studenten en personeel. Ook zijn de risico’s voor de continuïteit van het onderwijsproces voor studenten en docenten te groot. De curator die de failliete boedel beheert, kan beslissen om het onderwijs te stoppen en alle contracten te beëindigen. In dat geval zullen bijna 10.000 studenten ongeorganiseerd bij andere instellingen gaan aankloppen. Voor deze studenten zal geen directe oplossing in de omgeving zijn. Andere instellingen zullen voor de opname van deze studenten eerst voor huisvesting en personeel moeten zorgen. Ook voor de medewerkers van ROC Leiden ontstaat een onduidelijke situatie. De curator kan het onderwijs tijdelijk voortzetten om het vervolgens aan een andere instelling over te dragen. Dit zal tijd vergen en is een onzeker proces. In die tussentijd wordt het onderwijs bij ROC Leiden niet structureel verbeterd en krijgen de zittende studenten dus geen goed onderwijs.
Een faillissement kan tot op zekere hoogte «gecontroleerd» plaatsvinden, waarbij de onderwijsactiviteiten door andere instellingen worden overgenomen. Andere instellingen zullen hier echter voorwaarden aan stellen en voorbereidingen voor moeten treffen. De financiële problemen bij ROC Leiden waren dermate acuut dat onvoldoende tijd bestond om een zorgvuldig proces in te richten voor een gecontroleerd faillissement. Daarmee zouden vooral de huidige studenten de dupe kunnen worden van een faillissement. Tot slot was niet uitgesloten dat op dit moment geen instelling in de mogelijkheid was om de onderwijsactiviteiten over te nemen en daarmee konden zowel de studenten als het personeel op straat komen te staan.
Ook het kostenaspect speelt een grote rol bij faillissement. Bij de uitwerking van de verschillende opties is gebleken dat ook een faillissement hoge kosten met zich mee kan brengen. Deels zijn deze kosten afhankelijk van het handelen van de curator en de mogelijkheden van een doorstart. Het is reëel te veronderstellen dat de totale kosten, waaronder wachtgelden, in het faillissement scenario boven de € 40 miljoen uitkomen.
27
Op basis van welke onderbouwing heeft u gekozen voor de huidige oplossing boven een gecontroleerd faillissement?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 26.
28
Welke maatschappelijke risico’s zijn er verbonden aan een faillissement van het ROC Leiden?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 26.
29
Hoe hoog zijn de maatschappelijke kosten, indien ROC Leiden failliet zou worden verklaard?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 26.
30
Wat is precies de rol geweest van de gemeente Leiden in de vastgoeddeal gesloten door de BNG, Green Real Estate en het ROC Leiden?
Antwoord
De gemeente Leiden heeft hierin geen rol gehad.
31
Kunt u toelichten waar de € 40 miljoen die beschikbaar wordt gesteld uit het macrobudget van het mbo, precies aan wordt besteed?
Antwoord
ROC leiden is in problemen gekomen door verkeerde huisvestingsbeslissingen van vroegere bestuurders, waardoor er onvoldoende middelen beschikbaar waren om de kwaliteit van het onderwijs op niveau te houden en te verbeteren. Met de bijdrage van maximaal € 40 miljoen wordt het ROC in staat gesteld om snel te komen tot een zodanige uitgangspositie, zowel wat betreft de fysieke huisvesting als de financiering daarvan op lange termijn, dat het in staat zal zijn om van de rijksbijdrage weer voldoende middelen aan het onderwijsproces te besteden. Daarmee kan de kwaliteit van dat onderwijs, die de afgelopen sterk is verminderd, weer op een aanvaardbaar niveau worden gebracht. Er is dus sprake van een financiële injectie die in eerste instantie in financiële zin de continuïteit van het onderwijsaanbod mogelijk maakt, zodat het ROC niet «omvalt», maar die in tweede instantie, nauw verbonden met het eerste aspect, de voorwaarde schept om te komen tot een kwalitatief goed onderwijsaanbod. Een deel van de bijdrage van € 40 miljoen zal vanzelfsprekend direct worden ingezet voor het wegnemen van dringende tekortkomingen in het onderwijsproces. De aangepaste huisvestingsafspraken zorgen voor ruimte om de continuïteit van kwalitatief goed onderwijs op lange termijn te garanderen.
32
Kunt u een onderbouwing geven van de hoogte van het bedrag van € 40 miljoen? Waarop is dit bedrag gebaseerd?
Antwoord
Dit bedrag sluit aan bij de uitkomst van het rapport financieel vervolgonderzoek van PricewaterhouseCoopers. Dit rapport is vorig jaar opgesteld in opdracht van dhr. Van der Steenhoven, destijds door mij aangesteld als regisseur om de problemen bij ROC Leiden in kaart te brengen. Ik wil benadrukken dat dit een maximaal bedrag is waarbij gekeken is naar de noodzakelijke impuls in de kwaliteit op korte termijn, de compensatie van het negatief eigen vermogen van ROC Leiden, de risico’s en de verkenningskosten die gemaakt zijn.
33
Onder welke voorwaarden, op welke termijn, en aan wie precies wordt de € 40 miljoen verstrekt?
Antwoord
Op korte termijn wordt met ROC Leiden concrete afspraken gemaakt over de voorwaarden waaronder het maximaal beschikbare budget van € 40 miljoen beschikbaar komt. De voorwaarden zullen zich onder meer richten op macrodoelmatigheid, de samenstelling van de Raad van Toezicht en een kwalitatief goed herstelplan (zowel op de onderdelen onderwijskwaliteit en financiële positie) van ROC Leiden waarin concrete mijlpalen zijn genoemd. Deze middelen worden gefaseerd aan ROC Leiden verstrekt. Voorafgaand aan de uitkering van iedere tranche zal de inspectie beoordelen in welke mate ROC Leiden aan de gestelde voorwaarden heeft voldaan. Op basis daarvan wordt bepaald of de volgende tranche betaalbaar gesteld kan worden. Maandelijks vinden er met ROC Leiden voortgangsgesprekken plaats over de financiële positie en de gewenste kwaliteitsverbetering. Indien de gewenste verbetering uitblijft dan kan ik in het uiterste geval besluiten om de nog resterende financiële middelen (tijdelijk) niet uit te keren.
34
Wat is uw reactie op het oordeel van de Commissie Fusietoets Onderwijs dat het ROC Leiden niet langer in staat is om de kwaliteit en continuïteit van het onderwijs eigenstandig te borgen?
Antwoord
De Commissie Fusietoets concludeert dat er aannemelijke en urgente rechtvaardigingsgronden waren voor de voorgenomen fusie. De Raad van Toezicht van ROC Leiden en de interim-bestuurder hebben al eerder geconcludeerd dat zij zonder financiële impuls geen mogelijkheden zien, gegeven de omstandigheden, om zelfstandig de continuïteit van kwalitatief goed onderwijs te waarborgen. Deze conclusie werd gedeeld door de inspectie. De combinatie van het aangepaste huisvestingscontract, de financiële impuls en het draagvlak van omringende mbo-instellingen, de inspectie, de MBO Raad en de gemeente Leiden om toe te werken naar één bestuurlijke entiteit geeft mij voldoende vertrouwen dat met de gekozen oplossing aan belangrijke randvoorwaarden is voldaan om de continuïteit van goed onderwijs te garanderen.
35
Wat er in de periode tussen het verschijnen van de brief van 13 februari jl. en het verschijnen van de voorliggende brief gebeurd dat u besloten heeft om maximaal € 40 miljoen uit het macrobudget van het middelbaar beroepsonderwijs beschikbaar te stellen?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 6.
36
Op basis van welke criteria zal de maximaal € 40 miljoen worden uitgekeerd?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 33.
37
Hoe wordt de definitieve hoogte van de maximaal € 40 miljoen vastgesteld?
Antwoord
Het ROC zal hierover een verantwoording opstellen, voorzien van een accountantsverklaring. De definitieve hoogte van de maximaal € 40 miljoen wordt bepaald door de uitkomsten en voortgang van de maatregelen en plannen zoals toegelicht in het antwoord op vraag 31 en 33.
38
Op welke wijze wordt de hoogte van de uitbetaling van de maximaal € 40 miljoen uit het macrobudget gebaseerd op de geleverde onderwijskwaliteit en niet op het afwenden van een faillissement? Wat is de argumentatie ten aanzien van deze injectie? Is deze financiële injectie nodig om het omvallen van het ROC Leiden vanwege het vastgoedprobleem te voorkomen, of gaat het om een bijdrage om tot een kwaliteitsverbetering te komen?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 31.
39
Waar zal de maximaal € 40 miljoen precies aan worden besteed?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 31.
40
Wanneer gaat de korting van € 40 miljoen op het macrokader in en hoeveel tijd hebben instellingen om zich hierop voor te bereiden?
Antwoord
Het macrobudget van de mbo-sector wordt na 2015 eenmalig gefaseerd verlaagd met € 40 miljoen. Hierdoor hebben de mbo-instellingen voldoende tijd om deze verlaging van het macrobudget ordentelijk te kunnen accommoderen in hun meerjarenbegrotingen.
41
Kan de MBO Raad instemmen met de bijdrage van maximaal € 40 miljoen uit het macrokader aan het ROC Leiden?
Antwoord
De MBO Raad erkent dat in geval van noodzakelijk gebleken ondersteuning van een instelling in zodanig zwaar weer, dat de continuïteit van het onderwijs in het geding is, een uitname uit het macrobudget vanuit de vigerende wetgeving geëigend kan zijn. Vanzelfsprekend kijkt de MBO Raad kritisch naar de hoogte, de aanwending van de middelen en de wijze waarop de uitname, ook in de tijd wordt gerealiseerd. De MBO Raad wijst er op dat vele instellingen een grote kwaliteitsopgave uit eigen middelen hebben bekostigd en gerealiseerd. Ik zal hierover met de Raad overleg voeren. Bij ROC Leiden is de tekortschietende onderwijskwaliteit echter in hoge mate veroorzaakt door de financiële gevolgen van de huisvestingbeslissingen. Het gaat hier niet om tekortkomingen bij enkele opleidingen, maar om een acuut algeheel kwaliteitsprobleem. Daarom verstrek ik een financiële bijdrage om de continuïteit van het onderwijs te waarborgen.
42
Klopt het dat het genoemde bedrag van € 40 miljoen vier maal zo hoog is als het bedrag dat werd uitgetrokken bij de casus Amarantis, terwijl dit ROC drie keer zo groot was als het ROC Leiden?
Antwoord
Nee, op 30 april jl. heb ik u een brief gestuurd met een update over Amarantis. De continuïteitsgarantie voor Amarantis was maximaal € 18 miljoen voor het sanerings- en defusieproces. Bij ROC Leiden is de continuïteitsgarantie maximaal € 40 miljoen. Dit is dus ongeveer een factor 2 groter. De voornaamste reden dat het maximum bedrag in deze casus hoger ligt ten opzichte van Amarantis is dat de continuïteit van het onderwijs dermate in gevaar is gebracht dat een financiële bijdrage nodig is om deze continuïteit te kunnen waarborgen. Zie verder het antwoord op vraag 31.
43
Hoe vindt de uitname uit het macro-budget precies plaats en is dat op een zodanige wijze en op een zodanig moment dat scholen hun lopende begroting zullen moeten bijstellen of die van het volgend jaar?
Antwoord
Zie mijn antwoord op vraag 40.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33495-67.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.