33 487 (R1995) Wijziging van artikel 14 van de Statuten van de Wereldorganisatie voor Toerisme; Istanbul, 24 oktober 1997; Wijziging van punt 4 van het Financieringsreglement van de Wereldorganisatie voor Toerisme; Osaka, 29 september 2001; Wijziging van de artikelen 1, 4, 5, 6, 7, 9, 14 en 22 van de Statuten en van de laatste alinea van het Financieringsreglement van de Wereldorganisatie voor Toerisme; Dakar, 2 december 2005; Wijziging van artikel 38 van de Statuten van de Wereldorganisatie voor Toerisme; Cartagena de Indias, 29 november 2007

A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 22 november 2012.

De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt onderworpen kan door of namens een van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer of door de Gevolmachtigde Ministers van Aruba, Curaçao of Sint Maarten te kennen worden gegeven uiterlijk op 22 december 2012.

Het advies van de Afdeling advisering van Raad van State (van het Koninkrijk) wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 26, vijfde lid, van de Wet op de Raad van State).

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 november 2012

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste en tweede lid, en artikel 5, eerste en tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring de volgende verdragswijzigingen over te leggen:

de op 24 oktober 1997 te Istanbul tot stand gekomen wijziging van artikel 14 van de Statuten van de Wereldorganisatie voor Toerisme;

de op 29 september 2001 te Osaka tot stand gekomen wijziging van punt 4 van het Financieringsreglement van de Wereldorganisatie voor Toerisme;

de op 2 december 2005 te Dakar tot stand gekomen wijziging van de artikelen 1, 4, 5, 6, 7, 9, 14 en 22 van de Statuten en van de laatste alinea van het Financieringsreglement van de Wereldorganisatie voor Toerisme;

de op 29 november 2007 te Cartagena de Indias tot stand gekomen wijziging van artikel 38 van de Statuten van de Wereldorganisatie voor Toerisme (Trb. 2008, 216).

Een toelichtende nota bij deze verdragswijzigingen treft u eveneens hierbij aan.

De goedkeuring wordt voor het gehele Koninkrijk gevraagd.

Aan de Gouverneurs van Aruba, Curaçao en Sint Maarten is verzocht hogergenoemde stukken op 23 november 2012 over te leggen aan de

Staten van Aruba, de Staten van Curaçao en de Staten van Sint Maarten.

De Gevolmachtigde Ministers van Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn van deze overlegging in kennis gesteld.

De minister van Buitenlandse Zaken, F. C. G. M. Timmermans

Toelichtende nota

1. Inleiding

De Statuten van de Wereldorganisatie voor toerisme (WOT) zijn op 27 september 1970 te Mexico tot stand gekomen. De WOT functioneert onder de vlag van de Verenigde Naties en is in het leven geroepen ter bevordering van een verantwoord, duurzaam en wereldwijd toegankelijk toerisme. De bevordering en ontwikkeling van toerisme draagt bij aan economische ontwikkeling, de internationale verstandhouding, vrede en welvaart.

De WOT heeft zich ontwikkeld als een forum op het gebied van toerisme. Zij volgt de wereldwijde trends en ontwikkelingen op het gebied van toerisme en doet daar onderzoek naar. Verder ondersteunt de WOT ontwikkelingslanden bij het vormgeven van een eigen toerisme beleid.

Inmiddels zijn 150 landen aangesloten bij de WOT. Het Koninkrijk der Nederlanden is partij sinds 10 mei 1976.

De WOT kent drie organen, de Algemene Vergadering, de Uitvoerende Raad en het Secretariaat. De Algemene Vergadering heeft onder meer als bevoegdheid wijzigingen van de Statuten aan te nemen. De Uitvoerende Raad zorgt onder meer voor de uitvoering van besluiten en aanbevelingen van de Algemene Vergadering. Het Secretariaat is belast met de uitvoering van het door de Algemene Vergadering en Uitvoerende Raad aangegeven beleid.

In deze toelichtende nota wordt, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, een toelichting gegeven op wijzigingen van de Statuten en het Financieringsreglement die parlementaire goedkeuring behoeven.

2. Wijzigingen

Sinds 1987 is door de Algemene Vergadering een aantal wijzigingen in de Statuten aangenomen. Op zichzelf waren dat telkens vrij technische wijzigingen en in veel lidstaten is niet te veel haast gemaakt met de goedkeuring van die wijzigingen, zodat geen van de wijzigingen in werking is getreden. De wijzigingen worden ingevolge artikel 33 van de Statuten van kracht voor alle leden wanneer tweederde der lidstaten de depot-regering, Spanje, hebben laten weten dat ze de wijzigingen hebben goedgekeurd. Eind 2011 heeft het Secretariaat de lidstaten opgeroepen om de wijziging van 29 november 2007 van artikel 38 van de Statuten te ratificeren. Aangezien het Koninkrijk belang hecht aan het voortbestaan van de WOT, wordt thans voorgesteld die wijziging goed te keuren alsmede eerdere wijzigingen uit 1997, 2001, 2005 en 2007 van het Statuut en het Financieringsreglement. De wijzigingen – in chronologische volgorde – behelzen het volgende.

Wijziging 1997

Op 24 oktober 1997 is door de Algemene Vergadering tijdens haar twaalfde zitting te Istanbul de wijziging van artikel 14 van 1983 (zie Trb. 1985, 162) bevestigd en uitgebreid en is besloten het gewijzigde lid 1bis voorlopig toe te passen. De toevoeging van lid 1bis aan artikel 14 was al op 26 december 1988 goedgekeurd (zie Kamerstukken II 1988–1989, 20 938 (R1359), nr. 1). Met lid 1bis heeft de Staat waar de zetel van de Organisatie is gevestigd (Spanje) een permanente extra

zetel gekregen in de Uitvoerende Raad. De uitbreiding in lid 1bis betreft de toevoeging «met stemrecht», waarmee de inherente bedoeling van lid 1bis expliciet wordt gemaakt. Deze toevoeging wordt nu ter goedkeuring voorgelegd.

Wijziging 2001

De wijziging van punt 4 van het Financieringsreglement van 29 september 2001 behelst de invoering van de euro als voorkeursvaluta bij de financiële aangelegenheden van de WOT, zoals de begroting en de bijdragen van de lidstaten. Ingevolge het besluit van de Algemene Vergadering wordt deze bepaling voorlopig toegepast. Nederland was voorstander van overgang op de euro: de organisatie is immers gevestigd in de eurozone.

Wijzigingen 2005

De wijzigingen van 2 december 2005 van de artikelen 1, 4, 5, 6, 7, 9, 14, en 22 van de Statuten en van de laatste alinea van het Financieringsreglement betreffen de institutionele inbedding en inrichting van de WOT.

Voor de totstandkoming van de Statuten is onder de auspiciën van de Verenigde Naties (VN) gestreefd naar de totstandkoming van een intergouvernementele organisatie op het terrein van toerisme die nauwe relaties heeft met de Verenigde Naties. Uit de Statuten zelf blijkt die band tussen de WOT en de VN in het oorspronkelijke artikel 3 waarin staat dat de WOT zal zorgen voor een doeltreffende samenwerking met de bevoegde organen van de VN.

Met de wijziging van artikel 1 wordt de WOT aangemerkt als gespecialiseerde organisatie van de VN. De WOT is op basis van artikelen 57 en 63 van het Handvest van de VN krachtens een resolutie van de Algemene Vergadering (res. 58/232) op 23 december 2003 een gespecialiseerde organisatie van de VN geworden. De organisatie valt daarmee onder het bereik van het op 21 november 1947 te New York tot stand gekomen Verdrag nopens de voorrechten en immuniteiten van de gespecialiseerde organisaties (Stb. 1949, 67). Verder brengt dit onder meer mee dat de organisatie rapporteert aan de Economische en Sociale Raad van de VN.

Ingevolge de wijzigingen van de artikelen 4 en 5 zijn er twee categorieën leden, namelijk gewone leden en geassocieerde leden. De oorspronkelijke tekst van artikel 4 kende buiten deze categorieën ook nog geaffilieerde leden. Alle soevereine staten die lid zijn van de VN kunnen gewoon lid van de WOT worden, mits hun kandidatuur door de Algemene Vergadering wordt aanvaard. Ingevolge het voorgestelde artikel 6 kunnen allerlei gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties als geassocieerd lid van de WOT toetreden, mits de Algemene Vergadering daarmee instemt. Het gaat daarbij onder meer om toerisme-organisaties, beroeps- en arbeidsorganisaties, academische instellingen en onderwijs- en onderzoekinstellingen.

In het nieuwe artikel 7 is geregeld dat de geassocieerde leden een commissie instellen met een eigen reglement dat ter goedkeuring aan de Algemene Vergadering wordt voorgelegd. De commissie kent ingevolge artikel 7, tweede lid, drie raden: een raad voor bestemmingen met vertegenwoordigers uit de toerisme organisaties, een onderwijsraad en een vakraad voor de overige geassocieerde leden.

De commissie kan drie woordvoerders (uit elke raad één) aanwijzen die zonder stemrecht aan de werkzaamheden van de Algemene Vergadering deelnemen (artikel 9). De drie woordvoerders van de commissie kunnen ook zonder stemrecht deelnemen aan de werkzaamheden van de Uitvoerende Raad (nieuwe artikel 14, derde lid).

De artikelen 5, 6, 9 en 14 bevatten voorts overgangsrecht voor de landen die voor de wijzigingen van de voornoemde bepalingen geassocieerd of geaffilieerd lid waren van de WOT.

De wijziging van artikel 22 betreft een beperking van de herbenoeming van de Secretaris- Generaal. Herbenoeming is slechts eenmaal mogelijk (voor een ambtstermijn van vier jaar).

De aanpassing van de laatste alinea van het Financieringsreglement vloeit voort uit de wijziging van de categorieën van leden.

Wijziging 2007

Met de wijziging van artikel 38 die dateert van 29 november 2007 wordt aan de officiële talen van de WOT het Chinees toegevoegd. De wijziging hangt samen met de groeiende rol van China in het internationale toerisme en informatie-uitwisseling terzake.

Hiermee heeft de WOT de zes officiële talen die de VN ook hanteert.

3. Voorlopige toepassing

De wijziging van de Statuten van 24 oktober 1997 (de toevoeging «met stemrecht» aan artikel 14, lid 1bis) en de wijziging van het Financieringsreglement van 29 september 2001 (de opname van de euro als voorkeursvaluta in punt 4) worden voorlopig toegepast. Nederland heeft de extra zetel voor Spanje van artikel 14, lid1bis, ondersteund (zie Kamerstukken II 1988–1989, 20 938 (R1359), nr. 1) en onderstreept ook het belang van de extra stem voor deze Europese lidstaat. Een zo spoedig mogelijke overgang op de euro was, ook volgens Nederland, in het belang van (de financiële huishouding van) de WOT.

De betreffende wijzigingen bevatten geen een ieder verbindende bepalingen en vallen daarmee niet onder het vereiste van bekendmaking voorafgaand aan de voorlopige toepassing, van artikel 15, derde lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen.

4. Koninkrijkspositie

De wijzigingen van de Statuten en het Financieringsreglement zullen voor het gehele Koninkrijk gelden.

De staatssecretaris van Economisch Zaken, J. C. Verdaas

Naar boven