Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 33480-XIII nr. 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 33480-XIII nr. 3 |
Vastgesteld 14 december 2012
De vaste commissie voor Economische Zaken , belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden. Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Hamer
Adjunct-griffier van de commissie, Van de Wiel
1
Kunt u in meer detail aangeven waarom de bijdrage aan de Kamers van Koophandel/Ondernemerspleinen met € 15 miljoen is gestegen?
De bijdrage aan de Kamers van Koophandel/Ondernemerspleinen is niet gestegen. Het betreft hier het naar voren halen van een beperkt deel van de kasmiddelen van 2013 naar 2012 om aan de eerste financieringsbehoefte van de nieuwe organisatie te voldoen. Vanaf 2013 worden zoals eerder met uw Kamer gewisseld de KvK-heffingen afgeschaft en vervangen door financiering vanuit de begroting van Economische Zaken.
2
Wanneer wordt de definitieve go/no go beslissing genomen inzake het Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject?
Inzake het project Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratie (ROAD) is overleg gaande tussen alle belanghebbenden (dit zijn de initiatiefnemers en ontwikkelaars van het project, E.On en GDF Suez, en Rotterdam/Havenbedrijf en de EU). Voorzien is een traject waarbij uiterlijk in het voorjaar van 2013 een definitieve investeringsbeslissing door E.On en GDF Suez zal worden genomen.
3
U geeft aan dat binnen artikel 13 (een excellent ondernemingsklimaat) verschillende bijstellingen nodig zijn vanwege vertraging in de uitfinanciering van reeds aangegane verplichtingen, kunt u dit in meer detail toelichten?
De bijstellingen hebben met name plaatsgevonden op de onderdelen Valorisatie (€ 6,8 mln), BSRI (€ 2,4 mln), Onderwijs en Ondernemerschap (€ 1,7 mln). De in 2012 geraamde uitgaven zullen in volgende jaren worden gedaan. De bijstelling op het onderdeel Valorisatie is het gevolg van het gewijzigde ritme van uitfinanciering dat wordt veroorzaakt door een ander ritme van declareren door de verschillende consortia. De bijstelling van de BSRI is het gevolg van de economische crisis waardoor de investeringen voor de verschillende BSRI-projecten achterblijven, waardoor er vertraging optreed in het declareren en er een ander financieringsritme optreedt.
4
Klopt het dat de € 19,6 miljoen voor Joint Implementation vrijvalt, voor welk gedeelte valt het bedrag definitief vrij en hoe kan de Kamer betrokken worden bij de herbestemming hiervan?
In 2012 zullen de openstaande verplichtingen Joint Implementation naar verwachting niet geheel tot uitbetaling komen omdat veel projecten een langere doorlooptijd hebben. Op dit moment is er geen zekerheid indicatie dat een (gedeelte van dit) bedrag definitief zal vrijvallen. Bij Voorjaarsnota 2013 zullen middelen voor Joint Implementatie via de HGIS-eindejaarsmarge daarom weer worden opgevraagd.
5
Waarom is er voor gekozen om de hogere kosten voor renovatie van de huisvesting van het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) op de post Operationele Doelstelling 12.1 onder te brengen, komen deze kosten rechtstreeks ten goede aan het bevorderen van publiek/private kennisontwikkeling voor topsectoren en maatschappelijke vraagstukken?
De bijdragen aan de instituten voor toegepast onderzoek vallen, voor zover betrekking hebbend op artikel 12, onder operationele doelstelling 12.1. Het betreft de bijdragen aan TNO, NLR, Deltares en Marin. Het onderhavige bedrag voor de renovatie van de huisvesting van het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) valt derhalve onder deze operationele doelstelling. Het werk van het NLR maakt onderdeel uit van de topsectoren High Tech Systemen en Materialen (HTSM) en logistiek en de maatschappelijke thema's Duurzame Leefomgeving en Defensie.
6
Waarom heeft u in de periode 2005 tot en met 2008 geen controles toegepast op het naleven van de randvoorwaarden op het gebied van dierenwelzijn, milieu en diergezondheid?
Anders dan uit de toelichting bij de Najaarsnota zou kunnen worden afgeleid, is de naleving van de randvoorwaarden door Nederland in de genoemde periodes wel gecontroleerd. De toegepaste controles werden echter door de Europese Commissie op onderdelen als ontoereikend beschouwd. De kritiek van de Commissie betrof met name:
– het sanctieniveau bij niet naleving van de randvoorwaarden als uitkomst van het Nederlandse beoordelingsysteem;
– de toepassing van tolerantiegrenzen bij zeer geringe niet-nalevingen (met name oormerkverlies bij runderen)
– onvoldoende invulling van de normen op het gebied van de goede landbouw- en milieuconditie Goede landbouw en milieuconditie (GLMC)
– het voor verschillende terreinen van randvoorwaarden niet halen van het verplichte controlepercentage van 1% van de landbouwers.
Nederland heeft inmiddels herstelmaatregelen uitgevoerd waardoor een EU-conforme uitvoering beter is gewaarborgd en toekomstige correcties kunnen worden voorkomen. Voor nadere informatie over de genomen herstelmaatregelen verwijs ik u naar mijn brief van 29 mei 2012 (TK, 28 625, nr. 150).
7
Waar heeft u geen controles toegepast voor de Bedrijfstoeslagregeling (BTR) over de periode 2007–2010, agromilieumaatregelen over de periode 2007–2009, slachtpremies over de periode 2007–2008 en BSE-monitoring over de periode 2007–2008?
Anders dan uit de toelichting bij de Najaarsnota zou kunnen worden afgeleid, is de naleving van de subsidievoorwaarden door Nederland in de genoemde periodes wel is gecontroleerd maar deze controles werden door de Commissie als ontoereikend beschouwd. De kritiek van de Europese Commissie had met name betrekking op de berekening van de toeslagrechten, de kwaliteit van controles op naleving van de agro-milieumaatregelen, de kwaliteit van de controles op naleving van Identificatie en Registratie van slachtdieren en de berekening van de vergoedingen voor BSE-monitoring. Inmiddels zijn in overleg met de Europese Commissie verbeteringen doorgevoerd.
8
Was dit standaard beleid en zo ja, waarom is dat afgestemd met Brussel of was er een andere reden?
De uitvoering van controles door de lidstaat wordt niet standaard vooraf met de Europese Commissie afgestemd. De EU-regelgeving is voor de uitvoering complex en soms voor meerdere interpretaties vatbaar. Interpretaties van deze EU-regelgeving voor de voor de uitvoering, worden zo nodig vooraf aan de Europese Commissie voorgelegd. Hiermee wordt het risico op interpretatieverschillen over de uitleg van EU-regelgeving bij audits door de Europese Commissie achteraf geminimaliseerd.
9
Welke herstelmaatregelen heeft u uitgevoerd om toekomstige correcties te voorkomen en waarom zijn in het verleden niet eerder acties ondernomen om het risico op correcties uit Brussel zoveel mogelijk te dekken?
De complexiteit van de EU regelgeving voor de uitvoering is de voornaamste oorzaak voor het ontstaan van financiële correcties. Hierdoor ontstaat ruimte voor nationale interpretaties en achteraf worden die interpretaties niet altijd door de Europese Commissie gedeeld. De Europese Commissie kan dan financiële correctie aan de lidstaat opleggen.
Om deze meningsverschillen over interpretaties van EU-regelgeving door de lidstaten te voorkomen wordt op verschillende niveaus actie ondernomen:
– Verbetering van de controle- en beheersystemen voor het betalen van EU-subsidies, waaronder het vaker en eerder voorleggen aan de Europese Commissie van interpretatiekwesties over de strikte toepassing van geldende EU-regelgeving;
– Bij het ontwerp van de EU-regelgeving met andere lidstaten aansturen op heldere en eenduidige regelgeving voor de uitvoering;
– In het project Better Regulation is de Europese Commissie in overleg met de lidstaten om haar regelgeving te vereenvoudigen. Ondermeer Nederland draagt hiervoor voorstellen aan.
10
Welke maatregelenpakket heeft u gevormd om de hogere materiële en personele kosten bij de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) in de hand te houden?
Zoals ik heb aangegeven in de ontwerpbegroting 2013 informeer ik uw Kamer per brief over de maatregelen die ik neem om besparingen (op het gebied van personele en materiële kosten) bij de NVWA te realiseren. Deze brief stuur ik voor de begrotingsbehandeling van EZ aan uw Kamer toe.
De in deze brief geschetste maatregelen maken samen met de bij Najaarsnota 2011 getroffen voorziening voor de kosten van herplaatsingskandidaten dat besparingen op personele en materiële kosten oplopend naar 2015 worden gerealiseerd.
11
Waarom was er geen controle op de naleving van de Europese regels, die nu leidt tot teruggave van geld aan de EU in de vorm van apurement?
Zoals toegelicht bij vraag 6, 7 en 8 is er wel gecontroleerd op de naleving van Europese regels, maar zijn er bij de audits van de Commissie op de juiste uitvoering van EU-regelgeving interpretaties aan het licht gekomen die niet door de Commissie werden gedeeld en die hebben geleid tot financiële correcties.
12
Hoe kan het maatregelenpakket bij de NVWA (besparingen bij personele en materiële kosten) tegenvallende frictiekosten dekken als er de afgelopen jaren juist aanzienlijke overschrijdingen zijn opgetreden bij de personeelskosten ten opzichte van de ontwerpbegroting?
De overschrijdingen van de personele kosten in de afgelopen jaren betroffen met name de kosten van «boventallige fte’s». Deze boventallige fte zijn met de afronding van de fusie in 2012 herplaatsingskandidaat geworden. Voor de kosten die hier uit voort komen is bij Najaarsnota 2011 een voorziening getroffen door EL&I en VWS, waarmee de kosten van herplaatsingskandidaten kunnen worden opgevangen. Dit is een onderdeel van het maatregelenpakket. Wanneer in 2015 het herplaatsingstraject is doorlopen, wordt hiermee een structurele besparing van € 13,5 mln gerealiseerd.
13
De bijdrage aan de NVWA wordt verhoogd vanwege de vertraagde opbrengsten van de fusie. Is dat van te voren niet ingecalculeerd? Zo, ja waarom worden nu middelen bijgeplust?
In de begroting 2012 was de vertraging van de fusieopbrengsten niet ingecalculeerd. De beoogde besparingen op personele en materiële kosten zijn echter nog niet gerealiseerd vanwege de met uw Kamer gedeelde vertraging van het fusietraject.
14
Ligt de huidige tegenvaller in het verlengde van de tegenvallers in de financiële jaarverslagen van 2008–2011 en voorkomt u hiermee tegenvallers bij de NVWA voor 2013?
Ja, de tegenvaller betreft hogere kosten voor huisvesting, ICT en arbeidsvoorwaarden ten gevolge van de vertraging van de fusie. Ook in voorgaande jaren was hiervan sprake, daarnaast was er toen ook nog sprake van veranderkosten. Voor de exacte omvang van de eerdere tegenvallers verwijs ik u naar de NVWA bijlage van mijn brief van 1 juli jongsleden (TK, 2011–2012, 33 240 XIII 19), waarin een overzicht is opgenomen van de mutaties in de bijdrage aan de NVWA over de periode 2008–2011 en waarin de mutaties zijn geduid.
Zoals ik heb aangegeven in de ontwerpbegroting 2013 informeer ik uw Kamer per brief over de maatregelen die ik neem om besparingen bij de NVWA te realiseren. De in deze brief geschetste maatregelen maken samen met de bij Najaarsnota 2011 getroffen voorziening voor de kosten van herplaatsingskandidaten dat besparingen op personele en materiële kosten oplopend naar 2015 worden gerealiseerd.
15 + 22
Kunt u uitleggen waarom er vertragingen zijn ontstaan op het programma natuurlijk ondernemen?
Van welke vertragingen is in het programma natuurlijk ondernemen sprake en wat is de oorzaak hiervan?
Het programma ondersteunt innovatieve activiteiten van het bedrijfsleven op het terrein van natuur, biodiversiteit en ondernemerschap. Het programma is dit jaar gestart; de subsidieregeling is recent opengesteld en heeft tot veel aanvragen geleid. De toekenningen worden dit jaar gedaan; de uitgaven vallen in het komende jaar omdat de kosten die de subsidieaanvragers maken effectief pas vanaf volgend jaar optreden.
16 + 23
Kunt u toelichten waarom de geplande werkzaamheden op het terrein van programmadirectie Natura 2000, programma's internationale monitoring en kaderrichtlijn Mariene Strategie/ Noordzee zijn vertraagd?
Welke geplande werkzaamheden op het terrein van de programmadirectie N2000, programma's internationale monitoring en kaderrichtlijn Mariene Strategie/ Noordzee lopen vertraging op? Welke oorzaak ligt daaraan ten grondslag?
De afgelopen jaren is extra inzet nodig geweest voor de aanpak van de stikstofproblematiek (Programmatische Aanpak Stikstof). Enerzijds om natuurdoelstellingen te kunnen blijven behalen, anderzijds om economische ontwikkelingsruimte mogelijk te maken. Mede hierdoor is de implementatie van Natura 2000 nog niet afgerond.
Het volgens de huidige inzichten benodigde uitbetalingsschema van de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM) ziet er anders uit dan in 2011 voorzien was bij het vaststellen van de begroting 2012. Echter, de feitelijke vloeiing van de KRM en gerelateerde monitoringprogramma's lopen hierdoor geen vertraging op.
17
Heeft u nog genoeg middelen beschikbaar voor de uitvoering van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), aangezien hier een verlaging van het budget plaatsvindt van € 27,8 mln. in verband met herstelwerkzaamheden?
Er is geen sprake van een verlaging met € 27,8 mln, maar van een storting in het provinciefonds, zodat de provincies snel stappen kunnen zetten bij de uitvoering van maatregelen in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS).
18 + 19 + 20
Waarom worden er ineens zulke kosten gemaakt voor leegvallende van de locaties Bezuidenhoutseweg 20 en Bezuidenhoutseweg 105, klopt het dat eerder voorzien was dat hier de planbureaus zouden worden gehuisvest en waarom is dat niet meer aan de orde?
Welke afspraken zijn er indertijd gemaakt met de planbureaus of anderen over de locaties Bezuidenhoutseweg 20 en 105 en waarom is niet eerder voorzien dat deze leeg zouden komen te staan?
U geeft aan dat de huren van de panden van EZ bij de Rijksgebouwendienst wordt afgekocht, kunt dit toelichten en wat is de toekomst van de locaties aan de Bezuidenhoutseweg 20 en 105?
De bijdrage in de 2e suppletoire begroting van € 8,8 mln is inderdaad bedoeld voor het afkopen van de huren van de twee EZ-panden Bezuidenhoutseweg 20 (B20) en Bezuidenhoutseweg 105 (B105). Conform het vigerende Rijkshuisvestingsstelsel zijn deze in overleg tussen EZ en de Rijksgebouwendienst (RGD) afgekocht. Als gevolg van het samenvoegen van EZ en LNV in de hoofdzetel van Bezuidenhoutseweg 73 (B73) zijn, na de oplevering van het gerenoveerde B73, de panden B20 en B105 voor EZ niet meer nodig. Alleen de Rijksgebouwendienst kan afspraken maken over de bestemming van de leegvallende panden. Er zijn nooit afspraken gemaakt om de planbureaus in die panden te huisvesten. Voor de planbureaus loopt een project om deze te huisvesten in Bezuidenhoutseweg 30.
21
Waarom zijn bij de afbouw van het kenniscentrum en de Milieu Effect Rapportage (MER) minder kosten gemaakt dan geraamd, is het risico aanwezig dat later deze kosten weer op lopen?
Het Kennis Centrum Recreatie heeft besloten zich op te heffen met het oog op de verminderde subsidie die het ministerie beschikbaar had. De subsidierelatie met dit Kenniscentrum is afgewikkeld. De afwikkeling heeft minder gekost dan eerder verwacht. Er is geen risico dat de kosten weer oplopen nu het kenniscentrum zich heeft opgeheven.
De subsidiebijdrage aan de commissie MER fluctueert wat over de jaren, afhankelijk van het aantal aanvragen. In het regeerakkoord Rutte 1 is afgesproken om de Rijkssubsidie aan de commissie MER per 1 januari 2014 stop te zetten. De commissie MER moet vanaf dat moment kostendekkend werken. Vanaf 2014 zal het Ministerie van Economische Zaken hiertoe dus geen kosten meer maken.
24
Hoe worden de PAS-middelen ingezet en in hoeverre houdt u rekening met de motie van de leden Snijder-Hazelhoff en Koopmans waarin verzocht werd ter realisatie van stikstofreductie de PAS-middelen prioritair in te zetten voor stikstofreductiemaatregelen via het veevoerspoor, huisvesting (zowel nieuwe integraal duurzame stallen als bestaande stallen) en mesttoedieningstechnieken en de resterende PAS-middelen alleen in te zetten voor herstelmaatregelen die aantoonbaar en noodzakelijk zijn voor de ontwikkelruimte (Kamerstuk 33 000-XIII, nr. 117)?
De PAS is bedoeld om vergunningverlening en economische ontwikkeling mogelijk te maken. Ik vind het daarom belangrijk dat PAS-middelen effectief ingezet worden. Bij de inzet van de PAS-middelen wordt rekening gehouden met aangenomen moties, waaronder de motie van Snijder-Hazelhoff en Koopmans. De PAS-middelen zullen voor een belangrijk deel worden ingezet voor stikstofreducerende maatregelen. Een beperkter deel wordt ingezet via het akkoord met het IPO voor herstelbeheer en brongerichte maatregelen binnen de Natura 2000-gebieden. Deze maatregelen zijn nodig voor het realiseren van ontwikkelingsruimte ten behoeve van economische activiteiten in en rondom een Natura 2000-gebied.
25
Wat is de definitie van zogenaamde «no-regret»-herstel(beheer)maatregelen?
Dit zijn herstelmaatregelen die sowieso genomen moeten worden om de natuurwaarden in een gebied te behouden of de kwaliteit hiervan te verbeteren, en waar draagvlak voor bestaat bij betrokkenen van het gebied.
26
Waarom wordt van de voor de PAS bestemde middelen voor € 4,8 miljoen aan BTW-compensatiefonds afgedragen?
Regelgeving vanuit het Ministerie van Financiën, vanuit de Wet op het BTW-compensatiefonds, schrijft voor dat het Rijk bij elke decentralisatie van middelen naar lagere overheden dat deel afdraagt aan het door de Belastingdienst beheerde BTW-compensatiefonds dat door de betreffende Provincie of Gemeente naar verwachting aan BTW betaald zal moeten worden door uitbesteding van de uit te voeren, gedecentraliseerde, taken. Betreffende provincie of gemeente zal bij uitbesteding dus eerst een bedrag aan BTW moeten voorschieten. Dit kunnen provincies of gemeenten vervolgens declareren bij de Belastingdienst. In de toekomst zal deze regelgeving veranderen; het huidige kabinet heeft in het Regeerakkoord vastgelegd het BTW-compensatiefonds per 2015 af te schaffen.
27 + 30 + 32 + 33
Waarom kunt u de geraamde ontvangsten uit de verkoop van rijksgronden (€ 20 mln) niet realiseren in 2012?
Wanneer heeft u dit systeem gereed en wanneer wordt de Kamer hierover geïnformeerd?
Kunt u per provincie aangeven hoeveel hectare Rijksgrond er voor verkoop danwel andere rijksdoelen bestemd zijn, en hoeveel er in de «twijfel» categorie valt (doel nog onzeker of afhankelijk van invulling van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS))?
Wie ontwikkelt het systeem dat ervoor moet zorgen dat de rijksgronden kunnen worden ingezet voor de ontwikkelopgave EHS, terwijl tegelijkertijd de ontvangstentaakstelling van € 20 miljoen is gegarandeerd en hoe wordt de ecologische ambitie hierbij geborgd?
De te verkopen Rijksgronden maken deel uit van de grondvoorraad bij Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) die is verworven voor de realisatie van de (herijkte) EHS en liggen nu nog deels binnen en deels buiten de EHS. De grondvoorraad dient ook voor de realisatie van de ontwikkelopgave van 17 000 ha verwerving en 40 000 ha inrichting, die in het Decentralisatieakkoord Natuur met de provincies is afgesproken.
Pas nadat de provincies de begrenzing van de herijkte EHS hebben vastgesteld, kan bepaald worden welke gronden voor verkoop in aanmerking komen. Om te voorkomen dat gronden worden verkocht die achteraf juist nodig blijken te zijn voor de ontwikkelopgave, is besloten dit jaar geen gronden te verkopen. Ik ben in overleg met de provincies om een werkwijze uit te werken waarbij die gronden uit de grondvoorraad worden ingezet die noodzakelijk zijn voor de EHS en waarbij tegelijkertijd de ontvangstentaakstelling wordt gegarandeerd. Deze werkwijze zal in 2013 operationeel zijn.
28
Waarom heeft u de totale grondvoorraad voor beide doelen wel op perceelsniveau vastgelegd, maar niet per doel?
De grondvoorraad bij BBL is aangekocht op titel van de EHS. Het vorige Kabinet heeft besloten om gronden te verkopen in het kader van de ontvangstentaakstelling. Op dat moment was de grondvoorraad niet op perceelsniveau verdeeld in een doel om te verkopen en een doel om de EHS te realiseren. De provincies zijn nu bezig met de begrenzing van de herijkte EHS. Nadat de definitieve begrenzing is vastgesteld kan de grondvoorraad worden gescheiden in een deel voor de verkoop en een deel voor EHS-realisatie.
29
Kunt u toelichten aan wat voor een soort systeem wordt gewerkt in overleg met de provincies om beide doelen te realiseren, waarbij de gronden kunnen worden ingezet voor ontwikkelopgave, terwijl tegelijkertijd de ontvangsten taakstelling wordt gegarandeerd?
Over de werkwijze ben ik nog in overleg met de provincies, maar het zal aansluiten op het in het Decentralisatieakkoord Natuur afgesproken grond-voor-grond principe, waarbij tegelijkertijd de verkooptaakstelling van rijksgronden gerealiseerd wordt. De werkwijze zal in 2013 operationeel zijn.
31
Kunt u een overzicht geven van de betrokken percelen Rijksgrond waarbij uitgesplitst wordt naar provincie welke percelen verkocht zijn of in de verkoop staan, en wat de gerealiseerde grondprijs per hectare was voor verkochte grond?
Een dergelijk overzicht is op dit moment nog niet mogelijk, omdat nu nog niet duidelijk is welke gronden worden verkocht. Voor een nadere toelichting verwijs ik u naar het antwoord op vraag 27.
34
Wat is de omvang van de perceelsvoorraad Rijksgrond voor de realisatie van de EHS danwel de verkooptaakstelling?
De Rijksgrondvoorraad bij Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) is circa 20 000 ha. Deze omvang wordt zowel ingezet voor de ontvangsttaakstelling, de ontwikkelopgave als enkele lopende rijksverplichtingen. Ik verwijs u hiervoor naar het antwoord op vraag 27.
35
Kunt u een nadere toelichting geven op het systeem waaraan in overleg met de provincies wordt gewerkt, dat ervoor moet zorgen dat de rijksgronden kunnen worden ingezet voor de ontwikkelopgave EHS, terwijl tegelijkertijd de ontvangstenstaakstelling van € 20 miljoen is gegarandeerd?
Ik verwijs u hiervoor naar de antwoorden op de vragen 27 en 29.
36 + 82 + 84 + 89
Hoe en wanneer zal de ontvangstentaakstelling voor de verkoop van rijksgronden van € 20 miljoen, die niet in 2012 kan worden gerealiseerd, in de begroting van 2013 van het ministerie van Economische Zaken worden verwerkt?
Zal de ontvangstentaakstelling voor de verkoop van rijksgronden van € 20 miljoen, die niet in 2012 kan worden gerealiseerd, in de begroting van 2013, 14 of 15 van het ministerie van Economische Zaken worden verwerkt en zo ja hoe?
Wat gebeurt er met de ontvangstentaakstelling voor de verkoop van rijksgronden van € 20 miljoen, die niet in 2012 kan worden gerealiseerd?
Hoe en wanneer zal de ontvangstentaakstelling voor de verkoop van rijksgronden van € 20 miljoen, die niet in 2012 kan worden gerealiseerd, in de begroting van 2013 van het ministerie van Economische Zaken worden verwerkt?
De voor 2012 geraamde € 20 mln ontvangsten uit de verkoop van Rijksgronden wordt in 2012 door het Bureau Beheer Landbouwgronden niet gerealiseerd doordat de uitwerking van de afspraken over de inzet van Rijksgronden uit de op 8 februari 2012 afgesloten Uitvoeringsafspraken decentralisatie natuur meer tijd vereisten. Dit gegeven verandert echter niets aan de omvang van de verkooptaakstelling van € 115 mln, waarvan in 2011 reeds € 15 mln is gerealiseerd. Het in 2012 niet gerealiseerde bedrag zal bij Voorjaarsnota 2013 worden verwerkt in de ontvangstenraming. Daarbij zal rekening worden gehouden met de uitwerking van de ambities uit het Regeerakkoord, zoals ook is gemeld in antwoord op de motie Pechthold c.s. (TK, 33 410, nr. 45).
37
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de motie van het lid Koopmans welke verzocht om het financiële instrumentarium en de middelen van het voormalige landbouwontwikkelings- en saneringsfonds in te zetten ten behoeve van de borgstelling voor de herstructurering van de glastuinbouwsector (Kamerstuk 21 501-32, nr. 620)?
De middelen van het voormalige ontwikkelings- en saneringsfonds voor de landbouw zijn omgezet in een interne begrotingsreserve Landbouw en zijn bestemd voor de meerjarige uitbetaling van reeds aangegane subsidieverplichtingen (zie ook TK, 33400-XIII-10 d.d. 12 november 2012). Tegen dit licht zal ik de uitwerking van de motie Koopmans ter hand nemen. Hierbij wil ik de resultaten van het project duurzame modernisering teeltareaal betrekken. Dit project, onder leiding van Greenport Holland, zal haar resultaten binnenkort presenteren.
38
Waarom wordt onttrekking uit de interne begrotingsreserve ten behoeve van dekking van verliesdeclaraties teruggedraaid? De dekking vindt plaats binnen het beleidsartikel 16, welke zaken worden dan aangeboord? Of waar is sprake van onderbenutting in beleidsartikel 16 waarmee de verliesdeclaraties worden gedekt?
In principe worden verliesdeclaraties van banken op basis van de garantstellingsregeling uit de interne begrotingsreserve borgstellingsfaciliteit gedekt. Begin 2012 werden de verliesdeclaraties, gelet op het hoge bedrag aan verliesdeclaraties in 2011 en de voortdurende economische crisis, op € 12 mln ingeschat. In het najaar bleek het ingeschatte bedrag naar € 8,5 mln gedaald te zijn. Gelet op de economische vooruitzichten is er voor gekozen de reserve op peil te houden voor komende jaren en de verliesdeclaraties te betalen uit onderbenutting elders. Mede als gevolg van de economische crisis in de landbouw wordt er minder dan verwacht een beroep gedaan op verschillende regelingen, zoals de regeling Marktintroductie Energie Innovaties (MEI), Investeringsregeling Energiebesparing (IRE) en Regeling Samenwerking bij innovatie (samen € 2 mln). Daarnaast waren er grote meevallers op verschillende budgetten waaruit (onderzoeks)projecten en incidentele subsidies gefinancierd worden. Het gaat dan vooral om de budgetten voor het bevorderen van voedselkwaliteit (€ 1 mln), crisisorganisatie dierziekten (€ 1,5 mln), dierenwelzijn landbouwhuisdieren en gezelschapsdieren (€ 1 mln) en het voor de ontwikkeling van het nieuwe mestbeleid gereserveerde budget (€ 3 mln).
39 + 40
Waarom zijn er in 2011 minder verplichtingen aangegaan betreffende het Innovatiefonds dan oorspronkelijk geraamd en wat waren hier de oorzaken van?
Welke redenen zijn er te benoemen voor de minder aangegane verplichtingen bij de SEED-regeling (Innovatiefonds)?
De Seed-tenders die in 2011 zijn opengesteld hebben kwalitatief minder goede voorstellen opgeleverd dan voorgaande jaren. Vermoedelijk is de economische crisis daar mede debet aan. De kwaliteitscriteria zijn echter niet neerwaarts bijgesteld, zodat uiteindelijk minder voorstellen zijn gehonoreerd.
41
Waardoor werd de opstart van de projecten binnen de Innovatieprogramma’s vertraagd? Wat zijn hier de (niet-financiële) gevolgen van?
In 2009 en 2010 zijn diverse toezeggingen voor zogenaamd FES projecten gedaan, waaronder het BE-Basic project. Hiervoor werd circa € 60 mln toegezegd. Bij de uitgavenraming is in eerste instantie uitgegaan van een gelijk bedrag per jaar over de gehele looptijd, voor dit project 2010–2015. In de praktijk is dat niet haalbaar gebleken, de verdere uitwerking en opstart van deelprojecten binnen een dergelijk omvangrijk programma heeft aanlooptijd nodig gehad. Daardoor zijn de uitgaven in de jaren t/m 2012 minder geweest dan initieel geraamd. Naar verwachting wordt dat de komende jaren grotendeels rechtgetrokken als alle deelprojecten op gang zijn gekomen (vanaf 2013). De einddatum is op verzoek van het consortium voor BE-BASIC inmiddels met 1,5 jaar verlengd. De gevolgen van de vertraging zijn minimaal.
42
Kunt u toelichten wat de post ICT-flankerend beleid inhoudt en waarom de stijging van deze post van € 5,2 mln (toename van ongeveer 70%) zo groot is?
De middelen die onder dit artikelonderdeel worden geraamd dragen bij aan de elektronische overheid vanuit de doelstelling dat slimme inzet van ICT de administratieve lasten voor het bedrijfsleven zal verlichten. Het budget ICT-flankerend beleid betreft onder andere het programma « Slim geregeld, goed verbonden», Ondernemersdossier en E herkenning.
Het gaat hier om een technische mutatie tussen twee onderdelen binnen artikel 13.20. Het betreft het uitfinancieren van verplichtingen uit voorgaande jaren.
43
Gezien de continue inzet ter verlaging regeldruk is het opvallend dat de middelen ten behoeve van Regiegroep regeldruk ACTAL worden onderbenut welke oorzaken liggen daaraan ten grondslag?
Er is hier geen sprake van onderbenutting van middelen voor vermindering regeldruk/Actal. De mutatie bij Najaarsnota betreft een overboeking van € 35 000, voor werkzaamheden voor vermindering regeldruk/Actal die elders op de EZ-begroting worden verantwoord.
44
Waarom wordt het Innovatiefonds (het nieuwe Fund of funds) met € 35 miljoen opgehoogd?
De mutatie in 2012 van het geraamde verplichtingenbedrag met € 35 mln ten behoeve van het Fund-of-funds is een verschuiving binnen het totaal van de voor het Innovatiefonds geraamde middelen (tot en met 2015 € 500 mln). EZ stelt voor dit Fund-of-funds een bedrag van in totaal € 100 mln beschikbaar. Dit is onderdeel van het Innovatiefonds MKB+.
Fund-of-funds is een initiatief dat speciaal is gericht op snelgroeiende Innovatieve bedrijven en dat beoogt deze bedrijven sneller toegang te verschaffen tot risicokapitaal. Via een bijdrage uit het Fund-of-funds kunnen nieuwe investeringsfondsen worden gestart. Dit initiatief is opgezet samen met het Europees Investeringsfonds (EIF), dat ook substantieel financieel bijdraagt.
45
Kunt u nader toelichten welke kosten gepaard gaan met de transitie van de Kamers van Koophandel naar Ondernemerspleinen? Hoe hoog is de eerste financieringsbehoefte en in hoeverre is dat in overeenstemming met de begrote kosten?
Allereerst is het goed om op te merken dat de bij Najaarsnota aangebrachte mutatie van € 15 mln samenhangt met het vervangen van de KvK-heffingen door financiering vanuit de begroting van Economische Zaken (zie ook het antwoord op vraag 1). Voor 2013 gaat het hier om een totale financieringsbehoefte van € 148 mln. Deze financiering staat los van het fusieproces van de Kamers van Koophandel en Syntens tot één organisatie en de daarbij behorende transitiekosten. Zoals eerder aan uw Kamer aangegeven (TK, 2011–2012, 32 004, nr. 3) kunnen de reorganisatie- en transitiekosten van de Kamers van Koophandel (en Syntens) naar verwachting uit de eigen vermogens van betreffende organisaties worden bekostigd. Het inmiddels door KvK en Syntens opgeleverde Globaal Ontwerp voor de nieuwe organisatie bevestigt dit beeld.
46
Op basis van welke feiten/argumenten is het bedrag van € 30 mln geraamd voor de ophoging van het budget BMKB in verband met toekomstige schadebetalingen?
Zie het antwoord op vraag 50
47+48
Welke redenen zijn er voor de onderbenutting van de Groeifinancieringsfaciliteit?
Waarom blijft de groeifinancieringsfaciliteitbenutting ten opzichte van de ramingen achter?
Uit de EIM financieringsmonitor, die ik u separaat zal doen toekomen, blijkt dat de vraag naar en het aanbod van financiering afnemen. Naast de EIM financieringsmonitor, is u recent ook de benuttingsrapportage van het financieringsinstrumentarium over de eerste helft van 2012 aangeboden (TK 32 637, nr. 42). Hieruit blijkt dat het gebruik van de meeste instrumenten dit jaar achterblijft, zo ook bij de Groeifaciliteit. Dit is te wijten aan de teruglopende economie dit jaar, en de daarmee samenhangende lagere activiteit op de kapitaalmarkt.
49
Kunt u een overzicht geven van de regelingen voor het bedrijfsleven waarbij de middelen onbesteed zijn gebleven?
Voor de in de onderstaande tabel opgenomen regelingen voor het bedrijfsleven, die betrekking hebben op de beleidsartikelen 12 en 13, zijn op basis van de verwachte uitgaven verlagingen aangebracht in de 2e suppletoire begroting.
Dit betreft overigens gedeeltelijk onbesteed blijven van middelen. In de meeste gevallen gaat het om een wijziging in de uitfinanciering van de regelingen:
Artikel |
Regeling |
mutatie |
Oorzaak |
---|---|---|---|
12 |
Eurekaprojecten |
– 7 400 |
De verplichting voor de Eurekaclusterprojecten wordt pas op het eind van het jaar aangegaan. Dit resulteert in een vertraging van de kasuitgaven |
Eurostars |
– 1 500 |
Gewijzigde uitfinanciering |
|
Innovatieprestatiecontracten |
– 2 400 |
De verplichtingen zijn bijgesteld, nadat uit de beoordeling van de voorstellen blijkt dat niet alle aanvragen gehonoreerd zullen worden. Dit heeft ook invloed op de kasuitgaven. |
|
Innovatiefonds (Seed) |
– 9 000 |
Er zijn in 2011 minder verplichtingen aangegaan dan oorspronkelijk geraamd, als gevolg hiervan is het beroep op de hiervoor geraamde kasmiddelen ook lager. |
|
Innovatieprogramma’s (BE-basic) |
– 5 000 |
Er worden op deze projecten in 2012 minder betalingen verricht dan geraamd als gevolg van vertraging in de opstart van deze projecten (in eerdere jaren). |
|
13 |
Valorisatie |
– 6 800 |
Gewijzigde uitfinanciering |
Onderwijs en ondernemerschap |
– 1 700 |
Gewijzigde uitfinanciering |
|
BSRI |
– 2 400 |
Gewijzigde uitfinanciering |
50
Waarop baseert u de € 30 mln ophoging van het BMKB?
Per brief van 24 oktober jl. (TK, 31 311 nr. 93) bent u geïnformeerd dat voor de BMKB een interne begrotingsreserve wordt gevormd, als een van de maatregelen om de kosten van de regeling structureel beheersbaar te houden. De storting van € 30 mln bij Najaarsnota is een uitwerking van deze maatregel. Een interne begrotingsreserve maakt het mogelijk de conjuncturele schommelingen in de ontwikkeling van de kosten van de regeling over de tijd te mitigeren. De kosten van de regeling hangen namelijk sterk samen met de stand van de conjunctuur. De storting van € 30 mln is geraamd op basis van de veronderstelling dat de economie in 2013 niet verbetert ten opzichte van dit jaar, en dat de kosten van de regeling daarmee volgend jaar vrijwel even hoog zijn als in 2012. Voor de kosten in 2013 is al € 65,5 mln begroot. Indien de kosten van de regeling vanwege aantrekken van de economie lager uitvallen, zullen de gereserveerde middelen in de begrotingsreserve blijven voor eventuele tekorten in latere jaren.
51
Hoe brengt u de financieringsbehoefte van de ondernemerspleinen in kaart en welke plannen liggen ten grondslag aan die financieringsbehoefte?
Zie ook het antwoord op vraag 45. De plannen van het kabinet met betrekking tot de Ondernemerspleinen en de daartoe noodzakelijke moderniseringsoperatie van de Kamers van Koophandel zijn neergelegd in de brief van 13 oktober 2011 (Tweede Kamer 2011–2012, 32 004, nr 3). Deze brief schetst ook de financiële kaders voor de nieuwe organisatie. Op basis van deze kaders – met een enkele mutatie als gevolg van aanvullende taakstellingen – wordt thans door de Kamers van Koophandel en Syntens een businessmodel ontwikkeld.
52 + 54 + 57
Welke reden ligt ten grondslag aan de temporisatie verplichtingen topsectorenbeleid?
Kunt u aangeven welke vertragingen zich voordoen bij projecten in het kader van het topsectorenbeleid?
Waarom worden in 2012 naar verwachting minder projecten in het kader van het Topsectorenbeleid aangegaan dan aanvankelijk verwacht?
In de afgelopen periode hebben de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) veel aandacht besteed aan de inrichting van hun organisatie, mede om tot een zorgvuldig proces van de verdeling van beschikbare subsidiemiddelen te komen. Daarnaast loopt voor een deel van de door de ingediende aanvragen nog een staatssteuntraject. Dit zijn de belangrijkste redenen waarom er vertragingen zijn opgetreden.
53
Waarom worden de middelen voor kernenergie getemporiseerd in plaats van deze te laten vervallen?
De middelen voor kernenergie worden niet direct ingezet voor de vergunningaanvraag en overige randvoorwaarden voor een nieuwe kernreactor, maar om een robuust kader van veiligheidseisen en wetgeving te ontwikkelen voor alle typen reactoren, waaronder de nog te bouwen onderzoeksreactor «Pallas» te Petten. De toenmalig minister van EL&I heeft uw Kamer hierover per brief geïnformeerd (nr 32 645, nr. 38).
55
Kunt u toelichten waarom er in 2012 onvoldoende concrete projectplannen zijn ingediend in het kader van de Green Deals?
In 2012 zijn er 71 nieuwe Green Deals gesloten waarin op heldere en concrete wijze de doelen staan beschreven die partijen beogen te bereiken en waaruit blijkt welke bijdrage door partijen aan de kant van de overheid wordt geleverd en welke bijdrage vanuit het veld wordt geleverd. Hiermee is het totaal gekomen op 146 Green Deals op de thema's energie, water, grondstoffen, biodiversiteit en mobiliteit. Het oorspronkelijke target stond op een totaal van 100 Green Deals. Dat is met dit aantal ruimschoots bereikt. Voor sommige projecten waarvoor in het kader van de Green Deal financiële toezeggingen zijn gedaan, hebben marktpartijen meer tijd nodig om tot een concrete uitwerking te komen. Daarnaast geldt in den brede dat het toekennen van subsidies uiteraard is onderworpen aan stringente regels. Pas nadat een projectplan concreet is uitgewerkt en de financiële onderbouwing daarvoor gereed is, kunnen marktpartijen – voor zover dit past binnen de afspraken die in de specifieke Green Deal zijn gemaakt – een projectplan inclusief een begroting indienen. Daarbij wordt ook een analyse op staatssteun opgesteld. Na goedkeuring daarvan wordt een subsidiebeschikking toegekend.
56
Kunt u aangeven hoe de € 24 mln toevoeging aan de verplichtingenruimte van de SDE+ ten goede komt aan de topsectoren?
Voor 2012 is er € 50 mln beschikbaar gesteld voor Topsector energie voor innovatieprojecten die kunnen bijdragen aan de duurzame energiedoelstelling voor 2020. Naar verwachting zal hiervan € 24 mln daadwerkelijk worden gecommitteerd in 2012.
58
Kunt u vertellen of het AgentschapNL blijft vallen onder uw eigen ministerie of wordt het verplaatst naar het ministerie van Buitenlandse Zaken?
De uitvoeringsorganisatie Agentschap NL blijft vallen onder het ministerie van Economische Zaken. Het opdrachtgeverschap voor de taken op het gebied van het huidige EZ Directoraat Generaal Internationale Betrekkingen is wel verschoven naar het ministerie van Buitenlandse Zaken naar aanleiding van het Regeerakkoord.
59
Wat wordt (nu) het maximum bedrag dat startende ondernemers als krediet via Qredits kunnen lenen?
Op dit moment kunnen (startende) ondernemers bij Qredits een microkrediet lenen van maximaal € 50 000. Een gemiddeld microkrediet in 2012 bedraagt € 17 200.
Het microkrediet was € 35 000. Sinds 2012 is de grens bij wijze van pilot verhoogd tot € 50 000. Deze pilot is inmiddels verlengd naar 2013, vooruitlopend op het voornemen in het Regeerakkoord dat Qredits kredieten tot € 150 000 euro mag gaan verstrekken. Om dit te bewerkstelligen zullen eerst met Qredits en de banken afspraken gemaakt moeten worden.
60
Welk percentage van de vrijgevallen MEP/SDE-middelen gebruikt u ter dekking van financiële problematiek op uw eigen begroting?
De vrijval op de MEP/SDE-middelen over de periode tot en met 2017 bedraagt circa € 300 mln en is het gevolg van lagere betalingen op lopende beschikkingen. Zoals op pagina 14 van de 2e suppletoire begroting toegelicht, zijn deze vrijvallende middelen ingezet ter dekking van financiële problematiek op de EZ-begroting (met in totaal € 113 mln) en ter invulling van de eerst jaren van de taakstelling uit het Begrotingsakkoord (met in totaal € 187 mln). Dit betekent dat 38% (€ 113 mln) van de totale vrijgevallen middelen (€ 300 mln) is ingezet ter dekking van financiële problematiek op de EZ-begroting.
61
Kunt u een overzicht geven van alle (inter)nationale contributies die u betaalt?
De internationale contributies, die worden verantwoord op artikel 15, hebben betrekking op:
– UNEP (United Nations Environment Programme) € 0,2 mln;
– FAO (Food and Agriculture Organisation) € 7 mln;
– WTO (World Trade Organisation) € 5,2 mln;
– OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) € 0,5 mln;
– Circa 17 contributies op het gebied van agro (€ 0,8 mln), waaronder Organization des Epizooties, Union for Protection of the Varieties of Plants en International Committee for the Exploration of the Seas;
– Circa 13 contributies op het gebied van natuur (€ 1 mln), waaronder fund wild animals CMS (Convention on Migratory Species), fund biodiversiteit CBD (Convention on Biological Diversity) en International Union for the Conservation of Nature.
62
Wat betekent concreet het naar beneden bijstellen van de verplichtingenraming van het instrument Starters International Business om deze in overeenstemming te brengen met de beschikbare kas (€ 3,9 miljoen)?
Het instrument Starters International Business is een nieuw instrument voor Starters op buitenlandse markten. Het nieuwe instrument kent een ander kasritme dan zijn voorganger Prepare2Start. De verplichtingenraming wordt aangepast, zodat deze aansluit op de beschikbare kas en het kasritme van het nieuwe instrument. In het voorjaar van 2013 wordt bezien of het nodig is om ook de structurele raming aan te passen.
63 + 64
Kunt u toelichten welk deel van het Programma Samenwerking Oost-Europa (PSO) valt onder ODA-criteria en welk deel niet?
Kunt u toelichten welk deel van de co-investeringsfaciliteit China en India valt onder ODA-criteria en welk deel niet?
Het oude Programma Samenwerking Oost-Europa wordt niet gefinancierd met ODA-middelen. Dat geldt ook voor de Co-Investeringsfaciliteit Finance International Business. De ODA-middelen zijn in 2009 aan de EZ-begroting toegevoegd om in te zetten binnen de kennisverwervingsmodule op China en India, ten behoeve van de transitie van een ontwikkelingsrelatie naar een economische relatie.
Nu China en India niet meer ODA-bel zijn en het beleid voor Buitenlandse Handel onderdeel wordt van het Ministerie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, wordt in dat kader bezien hoe de resterende ODA-middelen (ongeveer € 14 mln) op een goede manier kunnen worden ingezet.
65
Kunt u de hogere uitgaven op het gebied van visserij op basis van het Europees Visserijfonds (EVF) toelichten en gaat het hier om een eenmalige of een structurele verhoging?
De hogere uitgaven hebben betrekking op de gedeclareerde en betaalde uitgaven voor subsidies van het EVF. Bij het EVF worden subsidies verstrekt met een looptijd van maximaal drie jaar. Voor de meerjarige uitfinanciering van de in eerdere jaren aangegane verplichtingen is een interne begrotingsreserve in de begroting opgenomen. Gelden worden dan uit de begrotingsreserve onttrokken in het jaar dat de uitgaven bij EVF projecten plaatsvinden. Op deze wijze wordt de budgetflexibiliteit bij een meerjarig fonds als het EVF behouden. De hogere uitgaven betreffen dus kasuitgaven voor eerder aangegane verplichtingen.
66
Kunt u vertellen hoeveel bedrijven in 2012 gebruik maken van de Garantstelling Landbouw?
In 2012 zijn er in totaal 93 aanvragen (totale omvang ca. € 45,4 mln) binnengekomen in het kader van de Garantstelling Landbouw, de opvolger van het Borgstellingsfonds voor de landbouw. Van de aanvragen ingediend in 2012 zijn er per 22 november 2012 76 toegekend (totale omvang € 39,2 mln).
67
Waarom verwacht u hoge uitkeringen op de verliesdeclaraties Garantstelling Landbouw?
De omvang van de verliesdeclaraties is vanaf 2009 aanzienlijk hoger dan de jaren daarvoor. Oorzaken hiervan zijn onder andere de economische crisis en de EHEC crisis. De verwachting voor 2012 is gebaseerd op binnengekomen declaraties. De economische vooruitzichten zijn zodanig dat ik voor de komende jaren niet direct een afname in de verliesdeclaraties voorzie.
68
Kunt u toelichten waarom de kosten voor de uitvoering van het nieuwe mestbeleid lager zijn uitgevallen dan gepland, terwijl de kosten voor ondernemers met het nieuwe mestbeleid flink toenemen?
Gedurende 2012 is gebleken dat de uitvoering van het nieuwe mestbeleid pas later aan de orde zal zijn dan werd ingeschat bij het opstellen van de begroting. Dat leidt tot de verlaging van het budget. Aangezien in 2012 er geen nieuw mestbeleid in werking treedt, vloeien hier in 2012 ook geen kosten uit voort voor bedrijven.
69
Het borgen van voedselzekerheid in internationaal en Europees landbouwbeleid is een belangrijk thema, waarom worden deze middelen onderbenut en welke oorzaken liggen hieraan ten grondslag?
Er is in zeer beperkte mate sprake van onderuitputting van middelen die gereserveerd waren voor voedselzekerheid (circa € 0,3 mln ofwel 14% op een oorspronkelijke begroting van € 2,1 mln). Deze onderuitputting wordt veroorzaakt doordat restbetalingen uit het verleden lager uitvallen dan oorspronkelijk geraamd.
70
Kunt u vertellen waarom er een toename plaatsvindt van onderzoeksprojecten uitgevoerd door de Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO)?
Het in de oorspronkelijke begroting 2012 opgenomen bedrag voor het onderdeel "DLO onderzoeksprogramma» betreft het geraamde bedrag dat bestemd is om onderzoek voor het groene domein uit te zetten bij de Stichting Landbouwkundig Onderzoek (DLO). Dit geschiedt op basis van de «Regeling Subsidie Stichting DLO».
In de loop van het jaar wordt vanuit andere begrotingsonderdelen (en de daar onder liggende operationele doelen) aan DLO verzocht om in dit kader (extra) onderzoek te verrichten. Het betreft projecten waarvoor in de begroting budget was gereserveerd binnen andere onderdelen van de EZ begroting. Omdat dit onderzoek ook wordt uitgevoerd op basis van eerdergenoemde regeling worden betreffende bedragen van de andere begrotingsonderdelen overgebracht naar dit begrotingsonderdeel en vindt er een toename plaats.
71
Kunt u aangeven welke onderzoeken exact door DLO worden uitgevoerd op het gebied van mestbeleid, gewasbescherming, vaccinontwikkeling, dierenwelzijn en visserij, wat het belang hiervan is en waarop deze onderzoeken zullen worden afgerekend?
Het onderzoek voor het mestbeleid richt zich op de normering van contaminanten van meststoffen.
Het onderzoek in het kader van vaccinontwikkeling richt zich op onderzoek naar het Smallenbergvirus. Dit richt zich op kennis over het virus, de pathogenese, de epidemiologische aspecten, de ontwikkeling van diagnostische testen en een vaccin. Daarbij wordt internationale samenwerking gezocht met Belgie en Duitsland. De resultaten zijn nodig om adequaat te kunnen reageren bij eventuele introductie van het virus.
Het visserijonderzoek heeft onder andere tot doel om inzicht te geven in de omvang van de bijvangst van bruinvissen voor de Nederlandse kust. Ook levert het project informatie in relatie tot EU verordening 812/2004. Daarnaast gaat het om onderzoek om te komen tot een herziening van het Spieringprotocol en het opzetten en uitvoeren van een goede monitoring van kabeljauwvangsten.
Het gewasbeschermingsonderzoek richt zich op een optimale teelt van gerbera bij verminderd energiegebruik en het onderzoek naar dierenwelzijn is een toezegging aan de Tweede Kamer over ontwikkeling van welzijnsindicatoren voor dierentuindieren.
Het onderzoek moet voldoen aan de voorwaarden van de Regeling Subsidie Stichting DLO en de resultaten moeten bruikbaar zijn voor de geformuleerde doelstellingen. Het onderzoek wordt afgerekend conform de aangegeven subsidieregeling.
72
Om toekomstige correcties te voorkomen zijn in alle gevallen herstelmaatregelen genomen zo wordt gemeld, maar is ook sprake van preventieve toetsing van Nederlandse implementatie vooraf?
Bij de implementatie van nieuwe of gewijzigde EU-regelgeving wordt door de uitvoering een preventieve toets uitgevoerd om interpretatieverschillen achteraf bij audits door de Europese Commissie te voorkomen. Geïnventariseerde interpretatievragen worden aan mijn departement en/of aan de Europese Commissie voor verheldering voorgelegd. Ik kan echter niet uitsluiten dat ook in de toekomst interpretatieverschillen achteraf tot financiële correcties kunnen leiden.
73
Hoe verklaart u dat de NVWA-taakstelling en Dienst Regelingen (DR) taakstelling niet is behaald, was van tevoren niet te voorzien dat de zoveelste reorganisatie niet de beloofde kostenwinst zou opleveren omdat reorganisaties altijd productiviteitsverlies betekenen (en zeker bij een organisatie die reorganisatie moe is) en kunt u een overzicht geven van de voor de reorganisatie voorgespiegelde efficiëntiewinst tegenover de feitelijke behaalde winst?
Bij DR is er geen sprake van het niet behalen van de taakstelling.
De beoogde besparingen bij de NVWA op personele en materiële kosten zijn nog niet gerealiseerd vanwege de met uw Kamer gedeelde vertraging van het fusietraject. Ondertussen waren wel investeringen nodig voor de herinrichting van de organisatie, de veranderprocessen, het plaatsingsproces en loopbaanbegeleiding. Zoals ik heb aangeven in de ontwerpbegroting 2013 informeer ik uw Kamer per brief over de maatregelen die ik neem om besparingen bij de NVWA te realiseren.
74
Kunt u een nadere toelichting geven op de tegenvaller bij de NVWA? Wanneer werd duidelijk dat materiële en personele kosten hoger zouden uitvallen en wat betekent dit voor de financiën c.q. taakstellingen voor 2013 en daarna?
De tegenvaller betreft hogere kosten voor huisvesting, ICT en arbeidsvoorwaarden ten gevolge van de vertraging van de fusie. Zoals ik heb aangegeven in de ontwerpbegroting 2013 informeer ik uw Kamer per brief over de maatregelen die ik neem om besparingen (op het gebied van personele en materiële kosten) bij de NVWA te realiseren. De in deze brief geschetste maatregelen maken samen met de bij Najaarsnota 2011 getroffen voorziening voor de kosten van herplaatsingskandidaten dat besparingen op personele en materiële kosten oplopend naar 2015 worden gerealiseerd.
75
Het systeem van exportrestituties wordt door de Europese Commissie langer voortgezet dan voorzien, hoeveel langer en met welke gevolgen?
Het is momenteel niet te voorzien hoeveel langer het systeem van uitvoerrestituties wordt voortgezet. Hoewel de EU de uitvoerrestituties al flink heeft teruggeschroefd, zal pas worden overgegaan tot definitieve stopzetting op het moment dat ook andere leden van de WTO serieuze stappen hiertoe zetten. Aangezien de uitvoerrestituties voor veel producten al op nul staan, zullen de gevolgen van voortzetting van het systeem minimaal zijn.
76
Waarom zijn minder uitgaven aan interventiekosten en projecten op het gebied van voedselzekerheid gedaan?
De kosten bij interventie bestaan uit administratieve kosten en controlekosten bij inslag, opslag en uitslag van goederen. Doordat minder producten in interventie zijn genomen zijn minder kosten aan interventie besteed. De lagere uitgaven voor voedselzekerheid zijn een gevolg van het feit dat restbetalingen uit het verleden lager uitvallen dan oorspronkelijk geraamd.
77
Kunt u toelichten of de verhoging van de bijdrage aan de NVWA ook leidt tot verbetering van onderzoek en voorlichting en zijn er extra taken die met deze bijdrage worden bekostigd?
De extra bijdrage aan de NVWA bedraagt per saldo € 23,8 mln (zie tabel, pagina 16 van de Najaarsnota). Zoals toegelicht op pagina 19 van de Najaarsnota bestaat deze € 23,8 mln uit een bijdrage in het exploitatietekort en een dotatie aan voorziening huisvesting, in totaal € 21,4 mln.
Daarnaast zijn er extra bijdragen voor o.m. de bestrijding van de boktor in Winterswijk, de bestrijding van pepper weevil in Westland, het tekort roodvleesconvenant en faciliteit kleine slachterijen.
78
Kunt u aangeven waarom het exploitatietekort van het NVWA op € 21,4 miljoen staat?
De bijdrage aan de NVWA wordt met € 21,4 mln verhoogd. Hiervan houdt € 11,4 mln verband met een bijdrage in het tekort voor 2012. Dit wordt veroorzaakt door hogere kosten voor huisvesting, ICT en arbeidsvoorwaarden ten gevolge van de vertraging van de fusie. Hierop is een maatregelenpakket gevormd. Onderdeel hiervan betreft de afkoop van langjarige huurcontracten van overtollige huisvesting. Hiervoor wordt met de 2e suppletoire begroting € 10 mln bijgedragen aan de NVWA.
79
Kunt u uitleggen waarom het Rijk verantwoordelijk blijft voor rente en aflossingen van bestaande leningen voor natuur, terwijl in het natuurakkoord was afgesproken dat het budget zou worden gedecentraliseerd?
In het Bestuursakkoord Natuur is niet afgesproken om rente en aflossingen van leningen voor natuur te decentraliseren, omdat het gaat om aflossing van reeds bestaande leningen en er geen nieuwe leningen meer worden verstrekt. Ten tijde van het opstellen van de begroting 2012 was dit nog wel de aanname. De budgetten voor 2012 en verder worden overgeboekt naar artikelonderdeel 18.3 «Behouden van de intern-/nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur».
80
Weet u of de provincies inmiddels formeel hebben ingestemd met de afrondingsovereenkomsten Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG)? Indien ja, zijn de middelen inmiddels overgeheveld naar het Provinciefonds?
Ja, alle provincies hebben ingestemd met de afrondingsovereenkomsten ILG. In een bijeenkomst van de voormalige staatssecretaris van Economische Zaken met de gedeputeerden landelijk gebied op 23 november jl. zijn deze overeenkomsten door beide partijen ondertekend. De middelen voor de decentralisatie-uitkering 2012–2013 zullen zoals aangekondigd in de Najaarsnota bij Slotwet 2012 en Voorjaarsnota 2013 worden overgeheveld naar het Provinciefonds. De betalingen aan provincies voor het jaar 2012 vinden nog in december plaats.
81
Kunt u een nadere toelichting geven op het systeem waaraan in overleg met de provincies wordt gewerkt, dat ervoor moet zorgen dat de rijksgronden kunnen worden ingezet voor de ontwikkelopgave EHS, terwijl tegelijkertijd de ontvangstentaakstelling van € 20 miljoen is gegarandeerd?
Ik verwijs u hiervoor naar de antwoorden op de vragen 27 en 29.
83
Kunt u ruimschoots van te voren de Kamer informeren als er grond van de oorspronkelijke EHS, natuurgrond of grond van robuuste verbindingszones verkocht wordt?
Ik ben in overleg met de provincies om een werkwijze uit te werken waarbij enerzijds die gronden uit de grondvoorraad worden ingezet die noodzakelijk zijn voor de EHS en anderzijds de ontvangstentaakstelling wordt gegarandeerd. Deze werkwijze zal in 2013 operationeel zijn. Over de werkwijze zal ik u informeren.
85
Wat bedoelt u met extra uitvoeringskosten ten behoeve van de afronding van beheersplannen in het kader van Natura 2000-projecten?
Het betreft werkzaamheden door Dienst Landelijk Gebied (DLG) om het beheerplanproces te versnellen zodat dit jaar een groot deel van de beheerplannen waarvoor ik het voortouw neem, in concept afgerond kunnen worden.
86
Waarom vindt u het nodig om € 17,1 mln. over te hevelen voor de uitvoering van de Subsidieregeling Natuur en Landschap (SNL)?
Dit bedrag is bedoeld voor financiering van de meerkosten voor de uitvoering van de subsidieregeling natuur en landschap. Provincies zijn conform het bestuursakkoord natuur verantwoordelijk voor de meerkosten bovenop de rijksbijdrage (van € 20 mln) voor de uitvoeringskosten. Die meerkosten waren geraamd op € 16,1 mln en zijn vervolgens in mindering gebracht op de te decentraliseren middelen op artikelonderdeel 18.4 van de begroting. Het uiteindelijke bedrag aan meerkosten betrof € 17,1 mln en is vervolgens door het ministerie als een hogere bijdrage aan DR in de begroting verwerkt.
87
Kunt u een rijksbreed overzicht geven van hoeveel middelen rijksbreed in 2012 worden besteed voor het aanzuiveren van eigen vermogens van baten-lastendiensten, met per geval welk percentage dit vertegenwoordigt? Is dit vergelijkbaar met voorgaande jaren?
Het eigen vermogen wordt aangezuiverd wanneer bij een baten-lastendienst aan het eind van het jaar een negatief eigen vermogen ontstaat, ten gevolge van een negatief exploitatieresultaat in de jaarrekening. Hiervan is in 2012 geen sprake geweest. Wel is in 2012 ter voorkoming van een negatief exploitatieresultaat bij de NVWA en DICTU, een aanvullende bijdrage gedaan van € 11,4 mln bij de NVWA en € 5,3 mln bij DICTU. Deze aanvullingen zijn in de tweede suppletoire begroting toegelicht.
88
Kunt u een nadere toelichting geven op het systeem waaraan in overleg met de provincies wordt gewerkt, dat ervoor moet zorgen dat de rijksgronden kunnen worden ingezet voor de ontwikkelopgave EHS, terwijl tegelijkertijd de ontvangstentaakstelling van € 20 miljoen is gegarandeerd?
Ik verwijs u hiervoor naar de antwoorden op de vragen 27 en 29.
90
Kunt u nader specificeren met welk bedrag het eigen vermogen van de baten-lastendienst Dienst ICT Uitvoering (DICTU) wordt aangezuiverd en op welke wijze is de omvang van dit bedrag bepaald?
De totale raming van de baten en lasten van DICTU zijn met € 5,3 mln naar boven bijgesteld. Het betreft de volgende onderdelen:
– In 2012 is gebleken dat de licentiepositie van EZ voor het gebruik van diverse ICT-producten niet in overeenstemming is met de werkelijke situatie. Uit de neergelegde claims door betreffende partijen is een bedrag uitonderhandeld van € 3,8 mln welke DICTU moet betalen.
– De Algemene Rekenkamer heeft EZ op het terrein van informatiebeveiliging een onvolkomenheid gegeven. De kosten om het algemene beveiligingsniveau van het gehele kerndepartement EZ naar een hoger plan te tillen bedragen in 2012 € 1 mln.
– Tenslotte leidt de per 1 oktober 2012 ingevoerde BTW-verhoging van 19% naar 21% voor DICTU in 2012 tot € 0,2 mln extra kosten.
– De bijdrage is daarnaast nog bijgesteld met € 0,3 mln in verband met de overheveling van het budget bestuursdienst naar de baten-lastendienst, de technische loonbijstelling 2012 en de verdeling van de prijsbijstelling 2012.
91
Kunt u aangeven hoeveel middelen rijksbreed in 2012 worden besteed aan het aanzuiveren van eigen vermogens van baten-lastendiensten? Is dit vergelijkbaar met voorgaande jaren?
Zie het antwoord op vraag 87.
92
Hoe verhoudt de schuif naar de provincies van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) middelen zich tot de brief van de staatssecretaris over de financiële afspraken (Kamerstuk 32 670, nr. 64) en gaat dit geld ook naar de waterschappen?
Deze overdracht van middelen is onderdeel van de gemaakte afspraken in bestuurlijk overleg van 10 oktober jl. met IPO en Waterschappen. Afspraken over hydrologische maatregelen maken hier onderdeel van uit. Provincies en waterschappen bepalen welke maatregelen met de aanvullende middelen uitgevoerd gaan worden.
93
Kunt u aangeven aan welke concrete projecten en in welke gebieden het PAS geld aan wordt uitgeven, wat is de verdeling over de provincies en welke afspraken over de besteding zijn er vastgelegd?
Het PAS-geld wordt besteed in de PAS-gebieden aan de te nemen herstelmaatregelen om daar zo de natuurkwaliteit op orde te houden en daarmee ontwikkelingsruimte te creëren. Daarnaast aan generieke maatregelen in en rond de gebieden voor het verlagen van de stikstofdepositie. Het is aan het Inter Provinciaal Overleg (IPO) om het budget tussen de verschillende provincies te verdelen.
94
Kunt u aangeven waardoor er hogere kosten zijn gemaakt voor inhuur van externen en ICT, voor welke projecten zijn de kosten hoger uitgevallen en zijn deze hogere kosten ook volgend jaar weer te verwachten of is het eenmalig?
Zoals aangegeven in de toelichting op het kasstroomoverzicht van de NVWA betreft dit kosten gemaakt in 2011. De afronding van de fusie vereiste specifieke deskundigheid op het gebied HRM die in de organisatie niet beschikbaar was. De hogere ICT kosten zijn ontstaan door tegenvallers bij het integreren van en het harmoniseren van systemen ten behoeve van de administratieve processen. Ook in 2012 is sprake van hogere kosten voor onder andere ICT. Ik verwijs hiervoor naar het antwoord op vraag 74.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33480-XIII-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.