33 480 IV Wijziging van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2012 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 13 december 2012

De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden. Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Recourt

De adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx

1.

Kan de regering toelichten waar de extra capaciteit voor het College Financieel Toezicht (CFT) uit bestaat? Heeft dit te maken met de uitbreiding van de bevoegdheden van het CFT?

Antwoord:

In 2011 is gebleken dat intensief contact tussen het secretariaat van het College en Sint Maarten leidt tot een betere verstandhouding, beter inzicht in de financiële vraagstukken van het land Sint Maarten en daarmee tot een versterking van het toezicht, als ook de adviserende rol van het College richting het Land Sint Maarten. Dat is dan ook de reden geweest voor uitbreiding van de capaciteit en middelen van het College.

Er is in 2011 en 2012 geen sprake geweest van uitbreiding van de bevoegdheden van het Cft. De wet is niet aangepast en wordt 5 jaar na transitiedatum geëvalueerd.

2

Welke redenen hebben het noodzakelijk gemaakt om meer personeel aan te nemen ten behoeve van het College Financieel Toezicht Curaçao en Sint Maarten (Cft) en om een nieuwe vestiging van het Cft op Sint Maarten te openen?

Antwoord:

Zie antwoord bij vraag 1

3

Waarom is het bedrag van ruim 13 miljoen euro niet ingezet voor het wegwerken van betalingsachterstanden van de Landen en de BES-eilanden?

Antwoord:

In het Overgangsakkoord (BES) en het Toetredingsakkoord (Curaçao en Sint Maarten) heeft Nederland toegezegd de betalingsachterstanden weg te werken. Per land en eiland zijn er plafonds afgesproken voor het saneren van betalingsachterstanden. Nederland had geen verplichting om tot de plafonds te saneren. Tevens zijn er voorwaarden gesteld waaraan ingediende achterstanden moesten voldoen om voor sanering in aanmerking te komen. Voorbeelden hiervan zijn een goedkeurende accountantsverklaring en een tijdige aanlevering van ondersteunende documenten.

De vrijval van de middelen hangt samen met het feit dat:

  • landen en/of eilanden betalingsachterstanden aanleverden die niet aan de overeengekomen voorwaarden voldeden;

  • dat Landen en/of eilanden niet tot aan het plafond betalingsachterstanden hebben ingediend.

De in de Najaarsnota gepresenteerde vrijval is een deel van de totale vrijval. In 2012 hebben de laatste betalingen plaatsgevonden. Een deel van de vrijval is reeds geboekt, het restant volgt bij Slotwet.

Naar boven