33 467 Goedkeuring van de op 29 juni 2012 te Tegucigalpa tot stand gekomen Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Midden-Amerika, anderzijds (Trb. 2012, 163)

Nr. 4 HERDRUK1 VERSLAG

Vastgesteld 7 december 2012

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Het verslag behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng is geleverd. Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig en afdoende zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Eijsink

De griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Van Toor

Algemeen

De leden van de VVD-fractie hebben kennis genomen van het voorstel tot wet dat is ingediend bij de Tweede Kamer der Staten Generaal. De leden van de VVD-fractie vinden het een goede zaak dat de EU steeds meer akkoorden sluit met landen in Midden- en Zuid-Amerika. Mexico, Chili en het Caribisch gebied zijn inmiddels geïncorporeerd in verdragen met de EU. De leden van de VVD-fractie hopen dat de Mercosur-landen, waaronder Brazilië en Argentinië, ook snel zullen volgen. Kan de regering aangeven wanneer concrete stappen op dit dossier zijn te verwachten?

Ter tafel ligt nu een verdrag met de landen Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras, Nicaragua en Panama. Vooral met dat laatste land is de VVD-fractie blij, gezien de recentelijk geopende ambassade in Panama en de verwachte groeiende handelsrelatie omwille van het Panamakanaal. De leden van de VVD-fractie hebben nog enkele vragen, vooral op het gebied van de economische afspraken die gemaakt zijn en de consequenties voor het Europese beleid ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking in Midden-Amerika.

De leden van de fractie van de Partij van de Arbeid hebben met bijzondere belangstelling kennis genomen van het voorstel van wet houdende goedkeuring van de op 29 juni 2012 te Tegucigalpa tot stand gekomen Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Midden-Amerika anderzijds.

De leden van de PvdA-fractie hechten belang aan de lange historische en culturele verbondenheid van de Midden-Amerikaanse landen met Europa en staan positief tegenover het bestendigen en vergroten van deze verbondenheid. Het feit dat de grenzen van de regio aan de Caribische delen van het Koninkrijk grenzen maakt het voorliggende Associatie Akkoord voor Nederland bijzonder relevant.

De leden van de fractie van de SP hebben met belangstelling kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel en hebben hierover verschillende vragen en opmerkingen.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van voorliggend wetsvoorstel. De leden van de fractie van het CDA hechten grote waarde aan verdere investering in de relaties tussen de Europese Unie en Midden-Amerika. De historische verbondenheid tussen Europa en Midden-Amerika maken goede betrekkingen van bijzonder belang. Genoemde leden hebben een aantal vragen.

Doelstellingen en beoordeling van de Overeenkomst

De leden van de PvdA-fractie vragen zich af op welke wijze wordt toegezien op de uitvoering van het associatieakkoord en hoe de Kamer geïnformeerd wordt over voortgang en ontwikkelingen hiervan?

De leden van de fractie van de PvdA willen graag van de regering weten welke afzonderlijke, bilaterale relaties er buiten het Associatie Akkoord met de Midden-Amerikaanse landen bestaan? Hoeveel EU lidstaten onderhouden een (of meerdere) bilaterale handelsrelatie met de regio? Wat is in dit kader de toegevoegde waarde van het associatieakkoord tussen de EU en Midden-Amerika?

De leden van de PvdA-fractie vragen of de regering per land kan aangeven welke ontwikkelingen in de mensenrechtensituatie in Midden-Amerika gaande zijn, en op basis waarvan zij van mening is dat de algemeen geldende principes van de samenwerking, namelijk democratie, respect voor mensenrechten en respect voor de principes van het internationaal recht, voldoende worden nageleefd in alle betreffende landen?

De leden van de PvdA fractie willen tevens graag van de regering weten welke handelsvoordelen nu aan de verschillende Midden-Amerikaanse landen worden toegekend en of deze gelijk zijn voor de betreffende landen?

De leden van de fractie van de PvdA merken op dat de regering schrijft dat de belangrijkste doelstelling van het Associatie Akkoord het consolideren en versterken van betrekkingen tussen de EU en Midden-Amerika is door 1) politieke dialoog, 2) samenwerking, 3) handel.

De leden van de PvdA-fractie vragen of de regering nader kan toelichten wat de asymmetrische aard van het handelsgedeelte van de overeenkomst inhoudt? Wat zijn de consequenties voor de landen van Midden-Amerika, en voor de EU van dit asymmetrische karakter? Welke technische handelsbelemmeringen worden opgeheven?

De leden van de fractie van de PvdA vragen zich welke nieuwe kansen de regering denkt dat Nederlandse bedrijven – bijvoorbeeld op het gebied van telecommunicatie of zakelijke dienstverlening – zullen krijgen? In welk(e) land(en) zullen de meeste kansen liggen voor het Nederlandse bedrijfsleven? Kunnen de toekomstplannen van de regering voor Nederland in de regio worden toegelicht?

De leden van de fractie van de SP wijzen erop dat diverse maatschappelijke organisaties – ook recentelijk nog – grote zorgen geuit hebben over de mogelijke implicaties van het Associatie Akkoord. Deze zorgen hebben onder meer te maken met het (gebrek aan) monitoringmechanismen, mensenrechten, duurzame ontwikkeling en werkgelegenheid. Kan de regering aangeven wat er concreet is gebeurd met de uitkomsten en aanbevelingen van de Trade Sustainablility Impact Assesments (TSIA)? Valt liberalisering van de financiële dienstensector onder het akkoord en zo ja, kan de regering dan ingaan op de risico’s die hierover in de TSIA naar voren kwamen? Hoe is de monitoring nu geregeld? Kan de regering ingaan op de zorgen die er bestaan op het gebied van mogelijke (toenemende) landroof als gevolg van dit akkoord, bijv. in Guatamala? En hoe beziet de regering de zorgen die worden geuit op het gebied van (toenemende) waterconsumptie door bedrijven in Midden-Amerika als gevolg van een toenemende vraag naar suikerbieten en palmolie?

De leden van de fractie van de SP vragen de regering voorts om een reactie op het rapport «EU Trade Agreements with Central America, Colombia and Peru: Roadblocks for sustainable development»2. De leden van deze fractie vragen de regering uitgebreid in te gaan op de bevindingen en aanbevelingen die worden gedaan in dit rapport. Tevens vragen deze leden de regering om een reactie op het rapport «Not all that is green is good» van o.a. APRODEV3 en de aanbevelingen die daarin worden gedaan. Deze leden vragen de regering daarbij ook in te gaan op de richtlijnen van de VN speciaal rapporteur over het recht op voedsel. De leden van de fractie van de SP vragen de regering ten slotte een reactie te geven op het onderzoek van verschillende ngo’s over criminalisering van mensenrechtenverdedigers in Latijns-Amerika en de aanbevelingen die deze ngo’s doen aan de EU met het oog op het sluiten van het Associatieakkoord.4 De leden van deze fractie vragen de regering hierbij in het bijzonder in te gaan op de uitspraken van de Inter-American Commission on Human Rights en de VN Speciaal rapporteur voor mensenrechtenverdigers.

De leden van de fractie van het CDA vragen naar de werking van de Associatieraad. Kan de regering ingaan op de visie die zij heeft op de werking van deze Raad? Deze leden hechten zeer aan een stevige inzet ten aanzien van de verbetering van mensenrechten in deze regio. Kan de regering in zijn algemeenheid in gaan op welke wijze dit verdrag een bijdrage levert aan die doelstelling? En wat zal de politieke rol van deze Raad zijn, bijvoorbeeld als het gaat om politiek overleg met betrekking tot mensenrechten?

De leden van de fractie van het CDA vragen de regering in te gaan op het algemene effect dat dit verdrag zal hebben op de Europese economie. Kan de regering daarnaast aangeven welke maatregelen zijn genomen om de overgang van het Algemeen Preferentieel Stelsel naar dit Associatieakkoord goed te laten verlopen? En kan de regering de stelling nader onderbouwen dat de landen daar economisch van zullen profiteren? Zijn er binnen de betreffende landen in Midden-Amerika consultaties gehouden met betrokken partijen? Zo ja, welke en wat was daarvan de uitkomst?

De leden van de fractie van het CDA hechten grote waarde aan de betrokkenheid van lokale partijen bij de uitvoering van dit akkoord. Daarom juichen zij de instelling van Gemengd Raadgevend Comité van harte toe. Kan de regering ingaan op welke wijze zal worden geborgd dat dit Comité een goed beeld krijgt van de verschillende geluiden die vanuit de samenlevingen komen? Kan de regering daarnaast aangeven welke bevoegdheden dit Comité krijgt om het draagvlak voor deze samenwerking onder de lokale bevolking te versterken? De leden van de fractie van het CDA krijgen hierop graag een reactie van de regering.

Opschorting van de overeenkomst

De leden van de fractie van de PvdA merken op dat de regering aangeeft dat op basis van artikel 355 het Associatie Akkoord kan worden opgeschort. Deze leden vragen zich af op welke wijze toezicht wordt gehouden op de eerbiediging van de democratische beginselen en de rechten van de mens en het beginsel van de rechtsstaat (artikel 1), alsmede op de afspraken over de bestrijding van kern-, chemische en biologische massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor (artikel 15).

Algemene en institutionele bepalingen

De leden van de fractie van de PvdA wijzen erop dat één van de leidende beginselen in het Associatie Akkoord de verbintenis is om duurzame ontwikkeling te bevorderen, met inachtneming van de milleniumdoelstellingen en een passend evenwicht tussen de economische, sociale en milieuaspecten van duurzame ontwikkeling. De leden van de PvdA fractie vragen of de regering meer informatie kan geven over de wijze waarop zij verwacht dat het Associatie Akkoord duurzame ontwikkeling zal bevorderen? Welke rol zal de Nederlandse regering hiertoe kunnen spelen? Wat zal dit in de praktijk (kunnen) betekenen voor de mensen die in de regio woonachtig zijn?

Politieke dialoog

De leden van de VVD-fractie merken op dat naast de elementen die betrekking hebben op de liberalisering van de vrijhandel dit akkoord veel weg heeft van een lijstje met goede voornemens. Zo staat in artikel 1 dat het een leidend beginsel is om met de verbintenis duurzame ontwikkeling te bevorderen, met in acht neming van de millenniumdoelen. Artikel 23 spreekt over de betrokkenheid van de Europese Investeringsbank (EIB) om investeringen te bevorderen en het algemeen welzijn van Midden Amerika te stimuleren. Artikel 43 spreekt over een verbetering van de toegang tot onderwijs voor de inheemse volkeren. Artikel 67 heeft het over eerlijk en duurzaam toerisme waarbij de nadruk komt te liggen op armoedebestrijding. De leden van de VVD-fractie maken zich er zorgen over dat het vastleggen van dergelijke goede voornemens in een verdrag gevolgen kan hebben. De doelstellingen op het gebied van armoedebestrijding, toegang tot scholing en eerlijk toerisme zijn niet meetbaar. Kan de regering concreet aangeven welke verplichtingen de EU aangaat met dit verdrag op het gebied van armoedebestrijding, het scholingsbeleid in de betreffende landen en de wijze waarop toerisme wordt ingericht? Kan de regering aangeven welk budget voor ontwikkelingssamenwerking met dit verdrag gemoeid is? Verplicht de EU zich met dit verdrag tot het geven van ontwikkelingssamenwerking aan de betreffende landen? En zo ja, hoeveel en voor welke termijn?

De leden van de fractie van de PvdA vragen zich af in welke fora en wanneer zal de politieke dialoog worden gevoerd? Hoe wordt over de voortgang van deze dialoog gerapporteerd aan de nationale parlementen? Welke invloed kunnen de nationale parlementen op de politieke dialoog uitoefenen volgens de regering?

Handel

De leden van de VVD-fractie merken op dat het doel is om binnen een periode van 1- tot 12 jaar te komen tot een vrijhandel die 90% van de handel beslaat. De regering schrijft dat er een schema overeen is gekomen over de termijn waarop de liberalisering van de vrijhandel wordt bereikt. Kan de regering dit schema aan de Kamer doen toekomen? Wanneer wordt die vrijhandel gehaald? Welke handelsgebieden zullen hier niet onder gaan vallen? En zijn er verschillende vrijhandelstempo’s voor de verschillende landen overeen gekomen? De VVD-fractie vindt het goed dat landbouwproducten als bananen, suiker, rundvlees en rum worden genoemd als terreinen waar vrijhandel beslag zal krijgen. Kan de regering aangeven op welke terreinen de liberalisering verder gaat dan onder het APS(+)-regime? Vrijhandel levert doorgaans een economisch voordeel op voor de Europese Unie. Bij de voorbereiding van de handelsraad is het gebruikelijk de economische omvang van dit voordeel te benoemen. Kan de regering aangeven hoe groot het economisch voordeel is dat de EU, en ook Nederland, kunnen behalen met dit akkoord?

De leden van de fractie van de PvdA vragen welke niet-tarifaire handelsbelemmeringen er momenteel tussen de EU en Midden-Amerika bestaan en welke worden wegenomen door de inwerkingtreding van het Associatie Akkoord?

De regering schrijft dat het doel van de artikelen 140 t/m 157 is de negatieve gevolgen van sanitaire en fytosanitaire maatregelen (SPS-maatregelen) voor de handel tussen de EU en Midden-Amerika te beperken, en tegelijkertijd het leven of de gezondheid van mens, dier of plant te beschermen. De leden van de PvdA-fractie vragen zich af welke negatieve gevolgen het Associatie Akkoord mogelijk kan hebben voor de sanitaire en fytosanitaire situatie in de landen van Midden-Amerika? Is de regering er gerust op dat deze mogelijk negatieve gevolgen voldoende worden weggenomen?

Naar boven