33 441 Wijziging van de Wet inrichting landelijk gebied (decentralisatie investeringsbudget)

Nr. 11 AMENDEMENT VAN HET LID VAN VELDHOVEN

Ontvangen 27 mei 2013

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel A, artikel 1, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de definitie van «Dienst landelijk gebied» vervalt:, Landbouw en Innovatie.

2. De definitie van «Onze Minister» komt te luiden:

Onze Minister:

Onze Minister van Economische Zaken.

II

Artikel I, onderdeel L, wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 93c vervalt de aanduiding «1.» voor het eerste lid alsmede het tweede lid.

2. Artikel 93e vervalt.

3. Artikel 93f wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid wordt «, 93d en 93e, eerste en tweede lid,» vervangen door: en 93d.

c. In het tweede lid wordt «de hoogte van de uitkeringen, bedoeld in de artikelen 93c en 93e, eerste en tweede lid,» vervangen door: de hoogte van de uitkering, bedoeld in artikel 93c.

d. In het derde lid wordt «, 93d en 93e, eerste en tweede lid,» vervangen door: en 93d.

4. In artikel 93g wordt «De uitkeringen, bedoeld in de artikelen 93d en 93e, eerste en tweede lid,» vervangen door: De uitkering, bedoeld in artikel 93d,.

5. In artikel 93h wordt «, 93d en 93e, eerste en tweede lid,» vervangen door: en 93d.

6. Artikel 93i, tweede lid, onderdeel c, wordt als volgt gewijzigd:

a. Aan het slot van de eerste volzin vervalt «:».

b. Voor het eerste onderdeel vervalt «1°.» en wordt de zin aansluitend op de vorige regel geplaatst.

c. Het tweede onderdeel vervalt.

7. Artikel 93j vervalt.

III

In artikel II, onderdeel A, wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.

IV

In artikel II, onderdeel B, wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.

V

In artikel II, onderdeel C, wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.

Toelichting

De indiener constateert op basis van de nota naar aanleiding van verslag dat een aantal bepalingen in de wet uitsluitend bedoeld waren voor het geval dat Provincies niet meewerkten aan de afrekening van het ILG. Deze bepalingen hebben materieel geen waarde meer nu deze situatie zich niet voordoet. Daarom wordt met dit amendement voorgesteld deze te schrappen.

Tevens corrigeert dit amendement een aantal kleine punten van redactionele aard.

Van Veldhoven

Naar boven