Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 november 2013
Bij brief van 9 oktober 2013 heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn
en Sport de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verzocht om een
reactie op de mail «compensatieregelingen commissie Samson». Hierbij stuur ik u, mede
namens de Staatssecretaris van VWS, onze reactie.
Vanwege privacy redenen zal in deze brief niet inhoudelijk worden ingaan op het individuele
geval, mede omdat het Schadefonds Geweldsmisdrijven nog geen besluit heeft genomen
in het kader van de betreffende aanvraag. Wel zal ik in algemene zin op een aantal
vragen en opmerkingen uit de brief ingaan.
Allereerst is van belang toe te lichten welke regelingen er zijn en op welke uitgangspunten
deze regelingen gebaseerd zijn. Om slachtoffers van seksueel misbruik in jeugdzorginstellingen
en pleeggezinnen financieel tegemoet te kunnen komen, zijn twee regelingen opgesteld.
Dit zijn het «Statuut voor de buitengerechtelijke afhandeling van civiele vorderingen
tot schadevergoeding in verband met seksueel misbruik in jeugdzorginstellingen en
pleeggezinnen» (het Statuut) en de «Tijdelijke regeling uitkeringen seksueel misbruik
minderjarigen in instellingen en pleeggezinnen» (de Tijdelijke regeling).
Het Statuut is een regeling voor slachtoffers die ten tijde van het seksueel misbruik
in jeugdinstellingen en/of pleeggezinnen verbleven en is gebaseerd op de mogelijke
aansprakelijkheid van de overheid, een jeugdzorginstelling of de jeugdzorginstelling
die het kind in een pleeggezin plaatste. De jeugdzorginstellingen die lid zijn van
Jeugdzorg Nederland hebben zich aangesloten bij het Statuut. De Tijdelijke regeling
geldt voor slachtoffers die ten tijde van het seksueel misbruik in jeugdinstellingen
en/of pleeggezinnen verbleven en niemand aan kunnen of willen spreken op de geleden
schade.
Voor beide regelingen geldt dat zij beperkt zijn tot die gevallen waarin het misbruik
in een residentiële instelling dan wel pleeggezin heeft plaatsgevonden. Hier is voor
gekozen, omdat deze regelingen, in aansluiting op het rapport van de Commissie Samson,
specifiek bedoeld zijn voor slachtoffers van misbruik in jeugdzorginstellingen of
pleeggezinnen. Misbruik in het eigen gezin valt daarmee buiten de reikwijdte van de
regelingen.
Daarentegen kan verblijf bij familie in het kader van netwerkpleegzorg onder omstandigheden
wel onder de reikwijdte van de regelingen vallen. Het is steeds aan de Commissie van
het Schadefonds Geweldsmisdrijven om alle concrete omstandigheden van het individuele
geval te beoordelen en te bepalen of op basis hiervan een aanspraak bestaat op één
van beide regelingen.
Wanneer een zaak niet onder de reikwijdte van deze regelingen valt, betekent dat niet
dat een slachtoffer in die situatie geen erkenning en/of tegemoetkoming kan krijgen.
Het betekent alleen dat dit niet via de weg van het Statuut of de Tijdelijke regeling
kan plaatsvinden. Voor gevallen van misbruik van na 1973 kan via de reguliere procedure
van het Schadefonds Geweldsmisdrijven, op basis van de Wet Schadefonds Geweldsmisdrijven,
een aanvraag worden ingediend. Het blijft ook mogelijk om de verantwoordelijke instelling
(als de instelling nog bestaat of bestaat door rechtsopvolging) zelf te benaderen
om te bezien of tot erkenning en eventueel tegemoetkoming kan worden gekomen. Indien
dit niet tot een bevredigende oplossing leidt, kan een procedure bij de civiele rechter
worden overwogen.
Tenslotte wordt in de brief aandacht gevraagd voor de bewaartermijnen van de dossiers
die in het kader van de financiële regelingen bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven
worden opgebouwd. Hiervoor is aangesloten bij de wettelijke bewaartermijn voor reguliere
dossiers van het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Deze termijn is tien jaar. Ik zal
ervoor zorgen dat deze termijn bekend wordt bij Slachtofferhulp Nederland en de lotgenotenorganisaties
en dat het Schadefonds Geweldsmisdrijven deze termijn richting slachtoffers die een
aanvraag (willen) indienen communiceert.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven