Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 33432 nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 33432 nr. 2 |
Vastgesteld 13 december 2012
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar aanleiding van de brief van 4 oktober 2012 over het voornemen om met ingang van 1 januari 2013 over te gaan tot het instellen van Logius als baten-lastendienst. (Kamerstuk 33 432, nr. 1).
De minister voor Wonen en Rijksdienst heeft deze vragen beantwoord bij brief van 7 december 2012. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, De Rouwe
De adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de minister van Binnenlandse Zaken met betrekking tot het instellen van de baten-lastendienst Logius. Op 1 januari 2010 heeft Logius de status van tijdelijke baten-lastendienst gekregen. Nu wordt voorgesteld Logius definitief de status van baten-lastendienst te geven. De leden van de VVD-fractie willen de regering graag een aantal vragen voorleggen.
In de brief wordt aangegeven dat het mnisterie van Financiën groen licht heeft gegeven voor de status van baten-lastendienst. Graag krijgen de leden van de VVD-fractie meer inzicht in de «groen licht» beoordeling van dit ministerie. Hoe heeft dit ministerie de «doelmatigheid» van Logius, zijnde één van de instellingsvoorwaarden, beoordeeld? Waaruit blijkt dat Logius zich als baten-lastendienst met tijdelijke status heeft bewezen als slagvaardige en doelgerichte opdrachtnemer? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.
Welke overheidsorganisaties maken thans gebruik van Logius? In hoeverre maken ook organisaties, die buiten de departementale structuur werkzaam zijn, gebruik van Logius? Op welke termijn, zo is de verwachting, zullen alle departementen er gebruik van maken? Hoe realistisch is het om te veronderstellen dat steeds meer organisaties de diensten van Logius zullen afnemen? Hoe ziet het takenpakket van Logius er per 1 januari 2013 uit? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.
Eén van de instellingsvoorwaarden is de «doelatigheidsverbetering». In hoeverre heeft de instelling van de tijdelijke baten-lastendienst geleid tot doelmatigheidsverbetering? Heeft er om dit te kunnen beoordelen een nulmeting plaatsgevonden? Zo ja, wat waren de resultaten? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.
De tweede instellingsvoorwaarde is het «resultaatgericht besturingsmodel».In hoeverre is er thans sprake van kostendekkende tarieven voor producten en diensten? Welke prestatieafspraken zijn er gemaakt tussen de eigenaar van Logius, de directeur-generaal Organisatie en Bedrijfsvoering, en Logius? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.
Uit de ontwerpbegroting 2013 van Logius blijkt dat de lasten stijgen. In hoeverre is de verwachting dat deze hogere kosten door beleidsopdrachtgevers of door betalende klanten worden gedekt? Wat betekenen de in de ontwerpbegroting beschreven risico’s voor de uitvoering van Logius? Welke risico’s brengt veroudering van de producten met zich mee? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.
Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie wat de gevolgen voor Logius zijn als Logius voorlopig een tijdelijke baten-lastendienst zou blijven en pas op een later moment de definitieve status van baten-lastendienst zou krijgen. Behoort een jaar uitstel tot de mogelijkheden? Zo neen, waarom niet? Welke risico’s zijn aan uitstel verbonden? Zijn er alternatieven voor deze baten-lastendienst? Zo ja, welke? Zijn die overwogen? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de voorhangprocedure instellen baten-lastendienst Logius en willen de regering nog enkele vragen voorleggen.
Kan de regering aangeven wat er bereikt dient te worden met het instellen van een baten-lastendienst en kan de regering daarbij beargumenteren waarom deze doelstellingen ook daadwerkelijk behaald zullen worden?
Welke gevolgen heeft het instellen van een baten-lastendienst voor de mate waarin de leden van de Tweede Kamer de minister ter verantwoording kunnen roepen wanneer er bij Logius zaken mis gaan?
Kan de regering toelichten of beargumenteren waarom (en op welke wijze) Logius voldoet aan de voorwaarden die worden gesteld bij de instelling als definitieve baten-lastendienst?
Kan de regering toelichten op welke wijze Logius doelmatiger gaat werken?
Kan de regering toelichten waarom er met een voorhangprocedure is gestart terwijl doelmatigheidsindicatoren nog in ontwikkeling zijn?
Kan de regering toelichten hoe doelmatigheidsprikkels binnen Logius worden vormgegeven?
Kan de regering aangeven of er een resultaatgericht besturingsmodel is? Zo ja, kan dit nader worden toegelicht?
Kan de regering aangeven of Logius met een kostprijsmodel werkt? Zo ja, kan hierover nader bericht worden?
Kan de regering concreet aangeven wat de herziene strategie van Logius inhoudt en wat de consequenties zijn voor het functioneren van de oorspronkelijke taakstelling van Logius?
De leden van de fractie van de SP hebben met interesse kennisgenomen van het voorstel van de regering om met ingang van 1 januari 2013 over te gaan tot het verlenen van de definitieve status aan de baten-lastendienst Logius.
Deze leden constateren dat het ministerie van BZK de rijksbrede norm van 10% voor de inhuur van externen niet haalt, mede doordat baten- en lastendiensten deze norm overschrijden. Wat is op dit moment de hoogte van de externe inhuur bij Logius in verhouding tot de totale uitgaven aan personeel? Kan de regering garanderen dat bij het toekennen van de definitieve status deze inhuur niet de rijksbrede norm van 10% zal overschrijden?
In 2009 (TK 32 214, nr. 2) zegde de regering toe dat de meting van de prestatie-indicatoren over 2010 als nulmeting zou fungeren bij de toets voor het toekennen van de definitieve status. Tevens zou een benchmark worden uitgevoerd door de kosten van de bedrijfsvoering van het toenmalige GBO.Overheid te vergelijken met die van de markt. De leden van de SP-fractie vragen zich af of dit is gebeurd en wat de uitkomsten waren.
De regering geeft in de begroting aan dat ook voor baten- en lastendiensten een taakstelling zal gelden. DGBK en BZK bepalen hoe deze additionele taakstelling 2013 wordt ingevuld. Welke gevolgen zal deze taakstelling hebben voor het dienstverleningspakket van Logius, onder meer voor de prijzen en de kwaliteit van de dienstverlening? Wat betekenen de in de begroting beschreven risico’s voor de uitvoering van de taken van Logius? Aan wie gaat Logius de hogere kosten voor bijvoorbeeld hogere beveiligingseisen doorrekenen? Aan de beleidsopdrachtgevers of aan de klanten? De leden van de SP-fractie ontvangen graag antwoord van de regering op deze vragen.
De leden van de D66-fractie hebben kennis genomen van het voornemen om van Logius een baten lastendienst te maken. Zij hebben nog enkele vragen rondom het voornemen, de voordelen en het proces.
Zo willen deze leden weten wat de voordelen zijn voor specifiek Logius van het worden van een baten lastendienst. Kan de regering hier een opsomming van geven ?
Verder horen zij graag of uit de genoemde instellingsvoorwaarden (aantoonbare doelmatigheid, resultaatgericht besturingsmodel en kostprijsmodel) niet volgt dat Logius een soort van marktpartij moet zijn. Klopt het dat dit de bedoeling is vragen zij aan de regering. Ook willen zij weten of op deze manier geen concurrentie met marktpartijen wordt gestimuleerd. De leden krijgen graag bevestigd dat er op geen enkele manier aan derde partijen diensten zullen worden aangeboden.
Vraag 1:
In de brief wordt aangegeven dat het ministerie van Financiën groen licht heeft gegeven voor de status van baten-lastendienst. Graag krijgen de leden van de VVD-fractie meer inzicht in de «groen licht» beoordeling van dit ministerie. Hoe heeft dit ministerie de «doelmatigheid» van Logius, zijnde één van de instellingsvoorwaarden, beoordeeld? Waaruit blijkt dat Logius zich als baten-lastendienst met tijdelijke status heeft bewezen als slagvaardige en doelgerichte opdrachtnemer? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.
Antwoord 1:
Het DG Rijksbegroting – in zijn rol conform het derde lid van artikel 3 van de Regeling baten-lastendiensten – ondersteunt het besluit tot instelling van het agentschap Logius per 1 januari 2013. De fundering voor deze steun ligt besloten in de groenlichtmeting die door het DG Rijksbegroting is uitgevoerd waarbij op basis van documentatie, cijfermateriaal en interviews is gekeken of het agentschap voldoet aan de drie instellingvoorwaarden waaronder doelmatigheid. Logius heeft sinds 2009 een ontwikkeling doorgemaakt tot een professionele organisatie. Deze ontwikkeling is terug te zien in een lagere kostprijs, toename van organisaties, een resultaatgericht besturingsmodel waarin de rollen van beleidsopdrachtgever, opdrachtnemer en eigenaar zijn benoemd en een kostprijsmodel dat de koppeling legt tussen geïdentificeerde producten en diensten enerzijds en de aan de perioden toe te rekenen kosten anderzijds.
Vraag 2:
Welke overheidsorganisaties maken thans gebruik van Logius? In hoeverre maken ook organisaties, die buiten de departementale structuur werkzaam zijn, gebruik van Logius? Op welke termijn, zo is de verwachting, zullen alle departementen er gebruik van maken? Hoe realistisch is het om te veronderstellen dat steeds meer organisaties de diensten van Logius zullen afnemen? Hoe ziet het takenpakket van Logius er per 1 januari 2013 uit?
Antwoord 2:
Logius is opgericht als gemeenschappelijke beheerorganisatie voor overheidsbrede ICT-oplossingen. Logius heeft 4 taken namelijk: beheer en exploitatie van bestaande producten, inbeheername van nieuwe producten, doorontwikkeling en stimuleren van gebruik. Op dit moment maken alle ministeries gebruik van Logius. Daarnaast verricht Logius ook werkzaamheden voor verschillende uitvoerende diensten, Hoge Colleges van Staat, Inspecties, provincies, gemeenten en waterschappen. De volumes en aansluitingen op bestaande producten neemt toe en nieuwe producten zoals onder andere MijnOverheid en Berichtenbox worden geïntroduceerd.
Vraag 3:
Eén van de instellingsvoorwaarden is de «doelmatigheidsverbetering». In hoeverre heeft de instelling van de tijdelijke baten-lastendienst geleid tot doelmatigheidsverbetering? Heeft er om dit te kunnen beoordelen een nulmeting plaatsgevonden? Zo ja, wat waren de resultaten?
Antwoord vraag 3:
De doelmatigheidverbetering is terug te zien in de productiviteitsverbetering. In de afgelopen jaren zijn de kosten van beheer en onderhoud van producten zoals Digid gedaald en is het aantal aansluitingen gegroeid. De inkoopprijzen en daarmee de tarieven zijn door een efficiënter inkoopbeleid gedaald. Benchmarks hebben aangetoond dat Logius markconforme prijzen hanteert. Er heeft geen nulmeting plaatsgevonden.
Vraag 4:
De tweede instellingsvoorwaarde is het «resultaatgericht besturingsmodel». In hoeverre is er thans sprake van kostendekkende tarieven voor producten en diensten? Welke prestatieafspraken zijn er gemaakt tussen de eigenaar van Logius, de directeur-generaal Organisatie en Bedrijfsvoering, en Logius?
Antwoord 4:
Logius werkt met kostendekkende tarieven voor producten en diensten. DGOBR is als eigenaar van Logius verantwoordelijk voor de continuïteit van de organisatie. De eigenaar maakt afspraken met Logius over prestaties, kwaliteit en kosten. De eigenaar stelt daarnaast ook de tarieven vast. Audits en klanttevredenheidsonderzoeken maken deel uit van deze prestatieafspraken.
Vraag 5:
Uit de ontwerpbegroting 2013 van Logius blijkt dat de lasten stijgen. In hoeverre is de verwachting dat deze hogere kosten door beleidsopdrachtgevers of door betalende klanten worden gedekt? Wat betekenen de in de ontwerpbegroting beschreven risico’s voor de uitvoering van Logius? Welke risico’s brengt veroudering van de producten met zich mee?
Antwoord 5:
Uitgangspunt voor de begroting van baten en lasten van Logius is een kostendekkende exploitatie. De lasten stijgen door de groei van producten en toename van het gebruik van producten. Hier staan baten tegenover. Wanneer de baten niet stijgen, betekent dit een stagnatie in de groei en verbetering van de producten. Veroudering van de producten kan als risico met zich mee brengen dat Logius niet meer kan voldoen aan nieuwe wensen van opdrachtgevers.
Vraag 6:
Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie wat de gevolgen voor Logius zijn als Logius voorlopig een tijdelijke baten-lastendienst zou blijven en pas op een later moment de definitieve status van baten-lastendienst zou krijgen. Behoort een jaar uitstel tot de mogelijkheden? Zo neen, waarom niet? Welke risico’s zijn aan uitstel verbonden? Zijn er alternatieven voor deze baten-lastendienst? Zo ja, welke? Zijn die overwogen?
Antwoord 6:
Op basis van de regeling baten-lastendiensten 2011 heeft Logius de tijdelijke status verkregen. De tijdelijke status dient conform deze regeling binnen drie jaar na aanvraag te worden omgezet in een definitieve status. Voor Logius is dat moment nu aangebroken. Verlenging van de tijdelijke status behoort weliswaar tot de mogelijkheden (artikel 21 regeling baten-lastendiensten 2011), maar ligt in het geval van Logius niet voor de hand. Verder valt op te merken dat per 1-1-2013 een nieuwe regeling van kracht is: Regeling Agentschappen. In deze nieuwe regeling is de tijdelijke status van agentschappen afgeschaft.
Eén van de belangrijkste redenen waarom BZK en Logius hebben gekozen voor de (tijdelijke) status als baten-lastendienst is omdat het financieel administratieve model van een baten-lastendienst het beste past bij het type bedrijf dat Logius wil zijn: dienstverlening op basis van een integraal kostprijsmodel waarbij de diensten worden afgerekend tegen goed onderbouwde en transparante tarieven. Hierdoor ontstaat de situatie dat het bepalen (van de diensten en de volumes), het betalen (van de diensten tegen p*q) en het genieten van de afgenomen diensten allemaal door de opdrachtgever plaats vindt. Bij andere alternatieven zijn deze voordelen minder aanwezig. Het risico bij uitstel is dat doelmatigheidswinst niet gerealiseerd wordt.
Vraag 7:
Kan de regering aangeven wat er bereikt dient te worden met het instellen van een baten-lastendienst en kan de regering daarbij beargumenteren waarom deze doelstellingen ook daadwerkelijk behaald zullen worden?
Antwoord 7:
Baten-lastendiensten zijn uitvoerende organisatieonderdelen van de rijksoverheid waarbij via een speciaal beheersregime de mogelijkheden tot een doelmatiger bedrijfsvoering benut worden, o.a. door resultaat gericht management. Resultaatgericht management houdt in dat vooraf tussen de eigenaar en de baten-lastendienst afspraken worden gemaakt over prestaties, kwaliteit en kosten en dat hierover verantwoording wordt afgelegd. Om de status van baten-lastendienst te verkrijgen dient de dienst aan 3 instellingseisen te voldoen. Het voldoen aan de eisen wordt door het Ministerie van Financiën getoetst; de groenlichtmeting.
Vraag 8:
Welke gevolgen heeft het instellen van een baten-lastendienst voor de mate waarin de leden van de Tweede Kamer de minister ter verantwoording kunnen roepen wanneer er bij Logius zaken mis gaan?
Antwoord 8:
Het instellen van een baten-lastendienst is een besturingsmodel waarbij de ministeriele verantwoordelijkheid geheel in tact blijft.
Vraag 9:
Kan de regering toelichten of beargumenteren waarom (en op welke wijze) Logius voldoet aan de voorwaarden die worden gesteld bij de instelling als definitieve baten-lastendienst? Kan de regering toelichten op welke wijze Logius doelmatiger gaat werken?
Antwoord 9:
Op basis van de aangeleverde documentatie en alsmede de uitkomst van de gehouden interviews kan worden vastgesteld dat Logius in voldoende mate functioneert als baten-lastendienst. Dit is terug te zien in een aantoonbare doelmatigheid (lagere kostprijs, toename van organisaties en kwaliteit), een resultaatgericht besturingsmodel waarin de rollen van beleidsopdrachtgever, opdrachtnemer en eigenaar zijn benoemd en een kostprijsmodel dat de koppeling legt tussen geïdentificeerde producten en diensten enerzijds en de aan de perioden toe te rekenen kosten anderzijds.
Vraag 10:
Kan de regering toelichten waarom er met een voorhangprocedure is gestart terwijl doelmatigheidsindicatoren nog in ontwikkeling zijn?
Antwoord 10:
Op basis van de regeling baten-lastendiensten 2011 heeft Logius in 2010 de tijdelijke status verkregen. De tijdelijke status dient conform deze regeling binnen drie jaar na aanvraag te worden omgezet in een definitieve status. Voor Logius is dat moment nu aangebroken. Indien daar aanleiding voor is, kunnen ook bij baten-lastendiensten met een permanente status, de doelmatigheidsindicatoren aangepast worden.
Vraag 11:
Kan de regering toelichten hoe doelmatigheidsprikkels binnen Logius worden vormgegeven?
Antwoord 11:
Logius realiseert dit door de opdrachtgever-opdrachtnemer verhouding duidelijk in te richten. Het opdrachtgeverschap is professioneler ingericht en er worden serviceovereenkomsten en kwaliteitsafspraken gemaakt. De (beleids)opdrachtgevers van Logius streven logischerwijs naar een zo laag mogelijke prijs tegen een door hen gewenst kwaliteitsniveau. DGOBR is als eigenaar van Logius verantwoordelijk voor de continuïteit van de organisatie. Logius is onderdeel van de Planning- en Controlcyclus van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, zodat over de kostendekkendheid periodiek gerapporteerd wordt. De eigenaar maakt prestatieafspraken met Logius en stelt de tarieven vast. Audits en klanttevredenheidsonderzoeken maken deel uit van het proces om de doelmatigheid inzichtelijk te maken.
Vraag 12:
Kan de regering aangeven of er een resultaatgericht besturingsmodel is? Zo ja, kan dit nader worden toegelicht? Kan de regering aangeven of Logius met een kostprijsmodel werkt? Zo ja, kan hierover nader bericht worden?
Antwoord 12:
Ja. Logius werkt met een resultaatgericht besturingsmodel en een kostprijsmodel. Logius werkt in opdracht van verschillende beleidsopdrachtgevers. Zij zijn verantwoordelijk voor het beleid en de bekostiging van de afzonderlijke producten. De eigenaar bewaakt de continuïteit en kwaliteit van Logius. Logius is als opdrachtnemer verantwoordelijk voor het leveren van de afgesproken producten tegen de afgesproken prijs en kwaliteit. De klanten (en beleidsopdrachtgevers) zijn vertegenwoordigd in de Programmaraad, het adviesorgaan voor Logius. Logius werkt met een kostprijsmodel dat de koppeling legt tussen geïdentificeerde producten en diensten enerzijds en de aan de perioden toe te rekenen kosten anderzijds.
Vraag 13:
Kan de regering concreet aangeven wat de herziene strategie van Logius inhoudt en wat de consequenties zijn voor het functioneren van de oorspronkelijke taakstelling van Logius?
Antwoord 13:
In het kader van de herziene strategie Logius richt Logius zich op haar kernactiviteiten die passen binnen het kader van de I-strategie (TK 2011–2012, 26 643, nr. 216) en in het bijzonder de aanbodstructurering daarvan. Deze strategiewijziging heeft eveneens tot gevolg dat een aantal projecten en pilots van nog niet volledige ontwikkelen producten afgestoten worden.
Vraag 14:
Deze leden constateren dat het ministerie van BZK de rijksbrede norm van 10% voor de inhuur van externen niet haalt, mede doordat baten- en lastendiensten deze norm overschrijden. Wat is op dit moment de hoogte van de externe inhuur bij Logius in verhouding tot de totale uitgaven aan personeel? Kan de regering garanderen dat bij het toekennen van de definitieve status deze inhuur niet de rijksbrede norm van 10% zal overschrijden?
Antwoord 14:
Op basis van de Ontwerpbegroting 2013 is de verwachting dat er € 9,4 mln. wordt uitgegeven aan inhuur externen ten opzichte van totale personele kosten van € 22,4 mln. De komende jaren wordt gestuurd op een verdere reductie van het inhuurpercentage. Hogere uitgaven aan inhuur externen wordt verklaard door de aard, tijdelijke specifieke ICT kennis, van de werkzaamheden van Logius. Inhuur van externen is ten behoeve van producten die door meerdere opdrachtgevers wordt gebruikt.
Vraag 15:
In 2009 (TK 32 214, nr. 2) zegde de regering toe dat de meting van de prestatie-indicatoren over 2010 als nulmeting zou fungeren bij de toets voor het toekennen van de definitieve status. Tevens zou een benchmark worden uitgevoerd door de kosten van de bedrijfsvoering van het toenmalige GBO.Overheid te vergelijken met die van de markt. De leden van de SP-fractie vragen zich af of dit is gebeurd en wat de uitkomsten waren.
Antwoord 15:
Begin 2012 heeft een externe partij een benchmark uitgevoerd op DigiD, Haagse Ring en Digipoort en de overhead. Conclusie van deze benchmark is dat de producten, op kleine verschillen na, marktconform zijn. Deze verschillen houden verband met de voor 2011 afgesloten meerjaren contracten en betreft met name de commerciële uitnutting en herziene beschikbaarheidseisen. In 2011 is een maatregel getroffen, het opnemen van een benchmarkclausule in de contracten, waardoor de verschillen niet meer zullen voorkomen.
Vraag 16:
De regering geeft in de begroting aan dat ook voor baten- en lastendiensten een taakstelling zal gelden. DGBK en BZK bepalen hoe deze additionele taakstelling 2013 wordt ingevuld. Welke gevolgen zal deze taakstelling hebben voor het dienstverleningspakket van Logius, onder meer voor de prijzen en de kwaliteit van de dienstverlening? Wat betekenen de in de begroting beschreven risico’s voor de uitvoering van de taken van Logius? Aan wie gaat Logius de hogere kosten voor bijvoorbeeld hogere beveiligingseisen doorrekenen? Aan de beleidsopdrachtgevers of aan de klanten?
Antwoord 16:
Het gevolg van deze taakstelling is dat het dienstverleningspakket kleiner wordt en daarmee samenhangend verlaging van de kosten. Door de taakstelling kan de kwaliteit van de dienstverlening veranderen, dit effect wordt bestuurlijk gewogen door de opdrachtgever verantwoordelijk voor het beleid. Daarnaast kan dit leiden tot een stagnatie in de groei en verbetering van producten. Veroudering van de producten kan als risico met zich mee brengen dat Logius niet meer kan voldoen aan nieuwe wensen van opdrachtgevers. Het doorberekenen van de hogere kosten hangt af van wie de opdracht financiert.
Vraag 17:
Zo willen deze leden weten wat de voordelen zijn voor specifiek Logius van het worden van een baten-lastendienst. Kan de regering hier een opsomming van geven? Verder horen zij graag of uit de genoemde instellingsvoorwaarden (aantoonbare doelmatigheid, resultaatgericht besturingsmodel en kostprijsmodel) niet volgt dat Logius een soort van marktpartij moet zijn. Klopt het dat dit de bedoeling is vragen zij aan de regering. Ook willen zij weten of op deze manier geen concurrentie met marktpartijen wordt gestimuleerd. De leden krijgen graag bevestigd dat er op geen enkele manier aan derde partijen diensten zullen worden aangeboden.
Antwoord 17:
De genoemde instellingsvoorwaarden leiden tot aantoonbare doelmatigheid door lagere kosten versus hogere kwaliteit, een resultaatgericht besturingsmodel waarin de rollen van beleidsopdrachtgever, opdrachtnemer en eigenaar zijn benoemd en een kostprijsmodel dat de koppeling legt tussen geïdentificeerde producten en diensten enerzijds en de aan de perioden toe te rekenen kosten anderzijds. Logius zal op geen enkele manier diensten aanbieden aan derde partijen en voert alleen publieke taken uit.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33432-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.