Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 33426 nr. B |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 33426 nr. B |
Vastgesteld 24 september 2013
Het voorbereidend onderzoek heeft de commissie aanleiding gegeven de volgende vragen en opmerkingen aan de regering voor te leggen.
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben nog enkele vragen.
De leden van de fractie van de SP hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Deze leden hebben nog enige vragen ten aanzien van de bescherming van de consument.
De leden van de fractie van D66 hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel dat beoogt voorschriften te geven over de minimale omvang van het standaardpakket televisie- en radioprogrammakanalen. Zij hebben nog enkele vragen.
Dit voorstel legt vast dat het digitale standaardpakket niet kleiner mag zijn dan 30 televisiezenders. Volgens p. 1 van de memorie van toelichting zijn hierin de belangrijkste publieke zenders verplicht opgenomen. Naar aanleiding van welke criteria zijn zenders volgens de regering bestempeld als de belangrijkste? In dit voorstel zijn aan het standaardpakket ook alle Vlaamse publieke zenders toegevoegd, omdat volgens de regering de Nederlandse taal ons verbindt met onze Zuiderburen. De leden van de fractie van D66 vragen de regering waarom de Vlaamse zenders worden opgenomen in het standaardpakket, en waarom deze niet, zoals bijvoorbeeld de Duitse en Engelse publieke omroep, aan de keuze van de consument worden overgelaten.
Kabelbedrijven en andere aanbieders van radio en tv-pakketten fungeren als poortwachters. Zij bepalen omvang en samenstelling van pakketten en daarmee de mogelijkheid dat omroepen en publiek elkaar bereiken. Pakketaanbieders zijn echter geen «neutrale aanbieders», maar commerciële partijen, die opereren in een sterk concurrerende markt. Terecht stelt de regering dat de overheid verantwoordelijk blijft voor de distributie van een pluriform televisieaanbod. Het is de leden van de PvdA-fractie evenwel onvoldoende duidelijk hoe in de ogen van de regering dit belang van een pluriform aanbod voor verschillende bevolkings- en interessegroepen is geborgd en hoe wordt voorkomen dat (alle!) aanbieders vooral kiezen voor het opnemen van grote zenders in hun standaardpakket.
Door de regering wordt benadrukt dat consumenten de mogelijkheid hebben over te stappen naar een andere aanbieder wanneer zij ontevreden zijn over de inhoud van het pakket. Hoewel op zichzelf correct, zou daardoor de indruk kunnen ontstaan dat de regering voor zichzelf op dit punt slechts een bescheiden rol ziet weggelegd. Kan de regering concreet aangeven op welke wijze het belang van een pluriform aanbod voor de kijker is geborgd anders dan door het «stemmen met de voeten»? Hoe zorgt de regering ervoor dat ook de belangen van kleinere doelgroepen, die voor de pakketaanbieders commercieel gezien minder interessant zijn, worden geborgd? Hoe dient bijvoorbeeld rekening te worden gehouden met regionale verschillen?
In de memorie van toelichting staat dat de overheid in alle Europese landen de onafhankelijkheid, verscheidenheid en kwaliteit van de mediamarkt bevordert (p. 2). De leden van de fractie van D66 herinneren de regering in dit verband aan de situatie in Italië en Hongarije. In deze landen zijn de media verre van onafhankelijk en is er geen sprake van pluriformiteit. Is de regering hiervan op de hoogte en hoe strookt dit met de uitspraak in de memorie van toelichting?
In de Tweede Kamer is het amendement Van Dijk/Van Dam (nr. 41) aanvaard. Dit amendement geeft in artikel 6.16 de regering de mogelijkheid bij ministeriële regeling te bepalen dat een pakketaanbieder voorziet in de instelling van een geschillencommissie voor de behandeling van klachten van abonnees over de samenstelling van het digitale standaardprogramma. Daarbij geeft de regering tevens voorschriften over de wijze van behandeling van de klachten, de samenstelling van de geschillencommissie en de gevolgen van de beslissing bij gegrondverklaring van een klacht. De leden van de PvdA-fractie menen dat met dit amendement de positie van consumenten aanzienlijk wordt versterkt en vragen de regering aan te geven of zij gebruik gaat maken van genoemd artikel. Zo ja, op welk moment? Zo nee, waarom niet?
Een pakket van 30 zenders lijkt veel, maar is toch beperkt, zo menen de leden van de SP-fractie. Divers aanbod lijkt in de verdrukking te komen. Kleinere zenders die minder of geen commerciële kracht hebben, dreigen hiermee hun positie te verliezen. Door het verdwijnen van de programmaraden hebben de consumenten geen rechtstreekse invloed meer. De regering wil dit oplossen door middel van de mogelijkheid van een geschillencommissie. De leden van de fractie van de SP willen graag weten wanneer dit wetsartikel 6.16 toegepast gaat worden. Welke uitgangspunten zullen dan bij dit uitvoering van dit artikel gehanteerd worden?
In de huidige Mediawet 2008 adviseert de programmaraad de kabelexploitant (naast de zgn. must carry programma’s) over de overige programma's in het wettelijk minimumpakket. In 2006 startte de Europese Commissie een inbreukprocedure, omdat de programmaraden weinig transparant zouden zijn. In 2009 is deze procedure gestopt omdat Nederland voornemens was de programmaraden op termijn af te schaffen. Dit voornemen wordt met dit wetsvoorstel gerealiseerd, zo constateren de leden van de fractie van D66.
Tijdens de behandeling in de Tweede Kamer van het voorliggende wetsvoorstel is er een rol toegezegd voor het Commissariaat voor de Media om extra aandacht te besteden aan onder meer de diversiteit binnen het standaardpakket en het totale aanbod. De jaarlijkse Mediamonitor maakt dat er grondig naar de gevolgen van de wijzigingen zal worden gekeken. Het Commissariaat voor de Media is een zelfstandig bestuursorgaan en staat onder leiding van een college van commissarissen die worden benoemd door de minister van OCW. Het Commissariaat is verantwoording schuldig aan de minister.
De leden van de fractie van D66 achten het van belang voor het media-aanbod dat de diversiteit hiervan onafhankelijk van de politiek beoordeeld wordt. Kan de regering toelichten wie er grondig naar de uitkomst van de jaarlijkse Mediamonitor zal kijken en op welke manier de uitkomst van de Mediamonitor vervolgens gevolg krijgt?
De regering heeft toegezegd de wet na twee jaar te evalueren. De leden van de PvdA-fractie vinden dat een goede zaak en horen graag van de regering op welke wijze de regering deze evaluatie gaat uitvoeren (inhoud en proces). Deze leden achten het van belang daar nu reeds helderheid over te geven.
De regering heeft een evaluatie toegezegd over de wet. Om goed te kunnen evalueren is het in ieder geval van belang dat ook de wens van de consument meegenomen wordt. Daartoe is een behoefteonderzoek naar de wensen van consumenten en een tevredenheidsonderzoek wenselijk. De leden van de fractie van de SP willen van de regering weten of zij dit mee wil nemen in de evaluatie. Daarnaast willen deze leden graag weten op welke wijze de regering verder invulling wil gaan geven aan de evaluatie.
De leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zien de reactie van de regering – bij voorkeur zo spoedig mogelijk – met belangstelling tegemoet.
De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, De Vries-Leggedoor
De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Bergman
Samenstelling:
Holdijk (SGP), Dupuis (VVD), Linthorst (PvdA), Kox (SP), Sylvester (PvdA), Essers (CDA), Engels (D66), Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Van Bijsterveld (CDA), Duthler (VVD), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU) Schaap (VVD), De Vries-Leggedoor (CDA), (voorzitter), Lokin-Sassen (CDA), Backer (D66), Ganzevoort (GL), (vicevoorzitter), De Lange (OSF), Koole (PvdA), Sent (PvdA), Vlietstra (PvdA), Van Strien (PVV), Sörensen (PVV), Frijters-Klijnen (PVV), Bruijn (VVD) en Gerkens (SP).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33426-B.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.