33 426 Wijziging van de Mediawet 2008 in verband met de verspreiding van televisie- en radio programmakanalen door middel van omroepnetwerken en omroepzenders en de vaststelling van de minimale omvang van het standaardpakket televisie- en radioprogrammakanalen

Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID JASPER VAN DIJK

Ontvangen 4 juni 2013

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel A, wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

3. Toegevoegd wordt een nieuwe omschrijving, luidende:

zenderraad:

zenderraad als bedoeld in artikel 6.20.

II

In artikel I komt onderdeel I te luiden:

I

Paragraaf 6.3.1.3 wordt vervangen door twee nieuwe paragrafen, luidende:

Paragraaf 6.3.1.3. Marktonderzoek

Artikel 6.15

Artikel 6.12 is van toepassing.

Artikel 6.16

  • 1. Het Commissariaat draagt een pakketaanbieder ten minste een keer per kalenderjaar op een onderzoek te laten uitvoeren naar de voorkeuren van zijn abonnees ten aanzien van de samenstelling van het digitaal standaardprogrammapakket.

  • 2. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een onafhankelijke onderzoeksinstelling. De pakketaanbieder toont ten genoegen van het Commissariaat aan dat de onderzoeksinstelling onafhankelijk is en dat de resultaten van het onderzoek op wetenschappelijk wijze zijn verkregen.

  • 3. De pakketaanbieder maakt de resultaten van het onderzoek openbaar.

Artikel 6.17

  • 1. Het onderzoek, bedoeld in artikel 6.16, wordt zodanig ingericht dat de voorkeuren van de abonnees kunnen worden bepaald waaronder in elk geval:

    • a. de voorkeur voor de televisieprogrammakanalen van de regionale publieke mediadienst; en

    • b. de voorkeur voor door de zenderraad aan te wijzen categorieën programmakanalen, onverminderd artikel 6.18, aanhef en onderdeel b.

  • 2. Een zenderraad kan de desbetreffende pakketaanbieder adviseren over andere onderdelen van het onderzoek, bedoeld in artikel 6.16.

Artikel 6.18

Het Commissariaat kan nadere regels vaststellen over:

  • a. de inrichting, uitvoering en validering van het onderzoek, bedoeld in artikel 6.16;

  • b. de categorieën programmakanalen waaruit het digitaal standaardprogrammapakket bestaat; en

  • c. de specifieke doelgroepen abonnees waarmee in het onderzoek rekening wordt gehouden.

Paragraaf 6.3.1.4. Zenderraden

Artikel 6.19

Artikel 6.12 is van toepassing.

Artikel 6.20

  • 1. Een pakketaanbieder stelt een of meer zenderraden in.

  • 2. De pakketaanbieder en de zenderraad stellen elkaar in staat de bedrijfsvoering respectievelijk de taak naar behoren uit te voeren.

Artikel 6.21

  • 1. Een zenderraad bestaat uit ten minste zeven leden en ten hoogste vijftien leden. De leden worden benoemd door het Commissariaat.

  • 2. De benoeming van de leden geschiedt voor een periode van vier jaar. Herbenoeming voor een aansluitende periode is een maal mogelijk.

  • 3. Voor benoeming tot lid komen in aanmerking personen die een overeenkomst als bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, met de pakketaanbieder hebben gesloten, dan wel deel uitmaken van het huishouden van die personen.

  • 4. Met het lidmaatschap van een zenderraad zijn onverenigbaar:

    • a. het hebben van een binding met de pakketaanbieder; en

    • b. het lidmaatschap van de raad van bestuur, het lidmaatschap van een orgaan van of een dienstbetrekking bij een publieke media-instelling of het lidmaatschap van een orgaan van of een dienstbetrekking bij een commerciële media-instelling.

Artikel 6.22

De zenderraad stelt een reglement vast waarin regels zijn opgenomen met betrekking tot de benoeming van de leden, bedoeld in artikel 6.21.

Artikel 6.22a

  • 1. De pakketaanbieder stelt de zenderraad in kennis van het voorgenomen door hem te verspreiden digitale standaardprogrammapakket en de manier waarop bij de samenstelling daarvan rekening is gehouden met de uitkomsten van het onderzoek, bedoeld in artikel 6.16, derde lid.

  • 2. De zenderraad geeft de pakketaanbieder tijdig een voorlopig gemotiveerd advies over het digitale standaardprogrammapakket. Daarin kan de zenderraad voor ten hoogste twee televisieprogrammakanalen aangeven af te willen wijken van het voorstel van de pakketaanbieder.

  • 3. Als het voorlopig advies betrekking heeft op televisieprogrammakanalen die niet zijn opgenomen in het digitale standaardprogrammapakket, adviseert de zenderraad welke televisieprogrammakanalen plaats kunnen maken voor deze televisieprogrammakanalen.

  • 4. Als de pakketaanbieder voornemens is af te wijken van het advies van de zenderraad, bedoeld in het tweede lid, geeft hij dit aan de zenderraad aan en vindt overleg plaats.

  • 5. Na het overleg geeft de zenderraad een definitief gemotiveerd advies over de twee televisieprogrammakanalen die in het digitale standaardprogrammapakket moeten worden opgenomen en de televisieprogrammakanalen die plaats maken voor deze televisieprogrammakanalen. Dit definitieve advies is openbaar.

  • 6. De pakketaanbieder volgt het advies, bedoeld in het vijfde lid, tenzij hij ontheffing van het opvolgen van het advies heeft aangevraagd bij het Commissariaat en die ontheffing is verleend.

  • 7. Het Commissariaat kan ontheffing verlenen, als zwaarwichtige redenen zich verzetten tegen opvolging van het advies, bedoeld in het vijfde lid.

Artikel 6.22b

  • 1. Klachten van abonnees over de door de pakketaanbieder verspreide programmapakketten worden geïnventariseerd door de zenderraad.

  • 2. De zenderraad publiceert ieder jaar de inventarisatie van deze klachten.

  • 3. De zenderraad weegt deze klachten mee in zijn advisering aan de pakketaanbieder.

III

In artikel I, onderdeel J, wordt «en 6.10 tot en met 6.14d» vervangen door:, 6.10 tot en met 6.14d, en 6.15 tot en met 6.22b.

Toelichting

Dit amendement voorziet in consumenteninvloed op het digitale standaardprogrammapakket, door middel van onderzoek en de instelling van zenderraden.

Jasper van Dijk

Naar boven