33 424 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het wijzigen van de tellerstand van motorrijtuigen

A VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR INFRASTRUCTUUR, MILIEU EN RUIMTELIJKE ORDENING1

Vastgesteld 4 juni 2013

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel geeft de commissie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen. De commissie verzoekt de regering om de vragen uiterlijk 24 juni 2013 te beantwoorden.

Inleiding

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben enkele vragen aan de regering.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel en ondersteunen het belang van het bestrijden van fraude met kilometertellerstanden van motorrijtuigen. Deze leden ondersteunen het idee van strafbaarstelling van het ongeoorloofd wijzigen van de tellerstanden. Wel hebben deze leden nog enkele vragen naar aanleiding van het wetsvoorstel.

PvdA

De leden van de PvdA-fractie zouden graag van de regering vernemen hoeveel fraudezaken met kilometertellers zij verwacht dat binnen nu en twee jaar met behulp van de wet kunnen worden aangepakt. Tevens vragen deze leden aan de regering om de Eerste Kamer over twee jaar te informeren hoeveel zaken daadwerkelijk zijn aangepakt. Hiermee samenhangend zouden de leden van de PvdA-fractie graag vernemen hoeveel capaciteit het OM voor de opsporing van fraude met kilometertellers jaarlijks vrij gaat maken.

CDA

Met het wetsvoorstel beoogt de regering de fraude te bestrijden door strafbaarstelling en uitbreiding van de registratie van kilometerstanden. De leden van de CDA-fractie constateren dat registratie van kilometerstanden een administratieve benadering is. Heeft de regering ook overwogen om fraude tegen te gaan via technologische oplossingen waardoor knoeien met tellers niet (goed) meer mogelijk respectievelijk zinvol is? Zo nee, waarom niet?

Het wetsvoorstel voorziet erin dat tellerstanden vaker moeten worden doorgegeven. Niet meer aan de Stichting Nationale Auto Pas (NAP), maar aan de RDW. Kan de regering nog eens toelichten waarom de registratie niet in handen kan blijven van de NAP, maar in handen hoort te zijn van een publieksrechtelijke instantie? Kan de regering nog eens toelichten waarom het alleen via de RDW en niet via de NAP mogelijk is via erkende bedrijven en op meerdere momenten de tellerstanden te laten registreren?

Op dit moment geven erkende bedrijven al vrijwillig standen door aan de NAP. De voorgestelde registratie behelst dat erkende garagebedrijven vaker kilometerstanden doorgeven. Niet meer aan de NAP, maar aan het RDW. Dit bijvoorbeeld bij reparaties boven bepaalde bedragen, bij wijziging van inrichting of aanbrengen van installaties (boordcomputer taxi, GPL, roetfilter, alcoholslot e.d.). Niet-erkende bedrijven hoeven niet aan deze verplichting te voldoen. Zijn er cijfers bekend hoeveel fraude via erkende bedrijven respectievelijk niet-erkende bedrijven plaatsvindt? Zo ja, dan zouden deze leden graag deze gegevens ontvangen. Acht de regering het voorstelbaar dat fraudeurs in de toekomst (nog) meer naar niet-erkende bedrijven gaan? Hoe schat de regering de mogelijkheden van «sluiproutes» in, bijvoorbeeld door kapotte tellers? Kan de regering toelichten waarom rijden met kapotte teller niet strafbaar wordt?

In de memorie van toelichting wordt aangegeven dat het wetsvoorstel in nauw overleg met de RDW en de branche tot stand is gekomen en dat de RDW daarom geen afzonderlijke uitvoeringstoets over het voorstel heeft uitgebracht. De Raad van State was vrij kritisch. Kan de regering aangeven wat de visie van de NAP en de garagehoudersbranche is over noodzaak en effectiviteit van het wetsvoorstel alsmede over de handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid? Kan de regering aangeven in hoeverre het wetsvoorstel een lastenverzwaring meebrengt voor de erkende garagebedrijven?

De leden van de CDA-fractie constateren dat RDW en NAP hebben onderkend dat er problemen zullen blijven bij de handhaving, onder andere vanwege bewijsproblemen. Ook opsporingscapaciteit zal een probleem zijn. Graag ontvangen deze leden hierop een reactie van de regering.

Duitsland en België kennen ook een strafbaarstelling. Kan de regering aangeven op welke punten het wetsvoorstel afwijkt van de Duitse en Belgische wetgeving en hoe? Heeft de regering zicht op het effect dat de wetgeving in deze beide landen heeft gehad op het terugdringen van fraude met kilometertellerstanden en kan de regering daarbij de vraag betrekken of er in die landen ook al iets was als een vrijwillige registratie via iets als de NAP?

De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening, Reynaers

De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening, De Boer


X Noot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Van der Linden (CDA), Putters (PvdA), Essers (CDA), Slagter-Roukema (SP), Engels (D66), Witteveen (PvdA), Nagel (50PLUS), Duthler (VVD), Hermans (VVD), Huijbregts-Schiedon (VVD) (vicevoorzitter), Koffeman (PvdD), Schaap (VVD), vac. (SP), Vliegenthart (SP), Flierman (CDA), Martens (CDA), Van Boxtel (D66), Vos (GL), De Boer (GL), De Lange (OSF), Ter Horst (PvdA), Vlietstra (PvdA), M. de Graaff (PVV), Reynaers (PVV) (voorzitter), Ester (CU), Schouwenaar (VVD) Van Beek (PVV), Duivesteijn (PvdA)

Naar boven