33 417 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 17 VRSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN A.M. TE H.2 BETREFFENDE NAVORDERINGSAANSLAGEN

Vastgesteld 31 januari 2013

Klacht

Verzoeker is van mening dat de belastingdienst is begonnen met de invordering van navorderingsaanslagen, terwijl hij daarover nog in gespek was met de belastingdienst.

Naar aanleiding van deze klacht heeft de staatssecretaris van Financiën inlichtingen verstrekt aan de commissie.

Feiten

In 2008 wordt door de belastingadviseur van verzoeker aan de belastingdienst medegedeeld dat een herinvesteringsreserve niet tot een investering had geleid, terwijl dit uiterlijk in 2004 had gemoeten. De belastingdienst stelt daarop een boekenonderzoek in, dat in 2010 tot een rapport leidt. Eind 2009 legt de inspecteur der belastingen alvast navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en Ziekenfondswet op over het jaar 2004, omdat dit na 2009 niet meer mogelijk zou zijn. De invordering wordt echter niet ter hand genomen, in afwachting van de afronding van het boekenonderzoek. Na ommekomst van het rapport dient verzoeker bezwaarschriften in tegen de aanslagen. Die leidden tot vermindering van de aanslagen. Verzoeker dient daarna echter ook een beroepschrift in. Intussen wordt hem uitstel van betaling erleend. In augustus 2011 trekt verzoeker het beroepschrift in. In januari 2012 trekt de belastingdienst het uitstel van betaling in, waartegen verzoeker vergeefs in beroep gaat.

Overwegingen

Inhoudelijk gaat het conflict van verzoeker met de belastingdienst over de eerdergenoemde herinvesteringsreserve. In dit conflict stonden aan verzoeker rechtsmiddelen ter beschikking, die hij, zij het grotendeels vergeefs, ook heeft gebruikt. Het is niet aan de commissie of de Kamer om zich over dit conflict uit te spreken.

Verzoeker stelt zich wat betreft de invordering van de aanslagen op het standpunt dat het conflict nog niet is opgelost omdat hij daarover nog in gesprek zou zijn met de belastingdienst. Daarnaast leidt hij uit mededelingen van de ontvanger der belastingen in 2011 af dat het uitstel van betaling is verleend zolang verzoeker met de inspecteur in bespreking is over de aanslagen.

Verzoeker trekt echter zelf zijn beroepschrift tegen de aanslagen in augustus 2011 in, waarna de ontvanger in januari 2012 in redelijkheid kon concluderen dat er aan de besprekingen een einde was gekomen en dus ook aan het uitstel van betaling.

Verzoeker kan niet in redelijkheid volhouden dat hij de mededelingen van de ontvanger zo mocht begrijpen dat hem uitstel van betaling zou worden verleend tot het laatste woord tussen hem en inspecteur zou zijn gewisseld. Het valt ook niet in te zien waar verdere besprekingen met de inspecteur betrekking op zouden moeten hebben als verzoeker zelf de procedure beeindigt.

De commissie sluit niet uit dat verzoeker, die zijn fiscale aangelegenheden deels door een belastingadviseur heeft laten behartigen, zich niet heeft gerealiseerd dat met de intrekking van het beroep het conflict ten einde was gekomen, maar dit kan de belastingdienst niet worden verweten.

Oordeel van de commissie3

Verzoeker is door de belastingdienst niet onzorgvuldig behandeld.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie, Neppérus

De griffier van de commissie, Van Dijk


X Noot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

X Noot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

X Noot
3

De commissie bestaat uit de leden: Neppérus (voorzitter) (VVD), Van Raak (SP), Van Toorenburg (CDA), Schouw (D66), Mulder (VVD), Dik-Faber (CU) en de plaatsvervangend leden Van Oosten (VVD), Veldhoven (D66) en Litjens (VVD).

Naar boven