Klacht
Verzoeker is van mening dat de staatssecretaris van Financiën op grond van de hardheidsclausule
ex artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen had moeten goedkeuren dat
hij de extra huisvestingskosten die hij heeft in verband met het ondergaan van een
noodzakelijke medische ingreep aftrekt van zijn belastbaar inkomen.
Naar aanleiding van deze klacht heeft de staatssecretaris van Financiën inlichtingen
verstrekt aan de commissie.
Feiten
Verzoeker huurt vanaf juni 2011 tot heden een extra woning en wel in Zeeuws Vlaanderen,
omdat hij alleen dan in aanmerking kwam voor een medische ingreep in een Belgisch
ziekenhuis, omdat dat ziekenhuis voor het verrichten van die ingreep de voorwaarde
stelt dat de patiënt woonachtig is in een bepaalde regio. Een vergelijkbare ingreep
in Nederland zou te lang op zich hebben laten wachten. Verzoeker was op het moment
van indiening van het onderhavige verzoekschrift, op 16 juni 2012, nog steeds woonachtig
in dit huurhuis, omdat de ingreep weliswaar verricht is maar er zich complicaties
hebben voorgedaan.
Verzoeker wil de hiermee gemoeide extra huisvestingskosten als specifieke zorgkosten
opvoeren als aftrekpost voor de inkomstenbelasting en heeft daartoe, na overleg met
de belastingsinspecteur, een beroep gedaan op de hardheidsclausule omdat hij meent
dat er sprake is van een bijzondere situatie. De staatssecretaris heeft echter geen
reden gezien om de hardheidsclausule toe te passen.
Overwegingen
De staatssecretaris stelt zich op het standpunt dat huisvestingskosten alleen als
specifieke zorgkosten als bedoeld in de limitatieve opsomming in artikel 6.17 eerste
lid van de wet op de inkomstenbelasting 2001 aftrekbaar zijn voor de inkomstenbelasting
als die rechtstreeks verband houden met de medische behandeling zelf. Jurisprudentie
bevestigt dat volgens hem. Een verhuizing om binnen een bepaalde regio te gaan wonen
om zodoende in aanmerking te komen voor behandeling in een bepaald ziekenhuis, vloeit
niet voort uit de medische behandeling zelf.
Oordeel van de commissie3
De staatssecretaris kan worden gevolgd in zijn standpunt. Het is weliswaar zeer begrijpelijk
dat verzoeker voor verhuizing heeft gekozen maar dat maakt de daarmee gemoeide kosten
nog niet tot uitgaven voor geneeskundige hulp.
Verzoeker kan overigens nog het oordeel van de rechter vragen over de uitleg van artikel
6.17 eerste lid, door gebruik te maken van de mogelijkheden van bezwaar- en beroep
tegen nog op te leggen aanslagen in de inkomstenbelasting over 2011 en indien nodig
volgende jaren.
Voorstel aan de Kamer
Er is geen aanleiding om de Kamer een voostel te doen.
De voorzitter van de commissie, Neppérus
De griffier van de commissie, Van Dijk