Klacht
Verzoekster is van mening dat de belastingdienst haar ten onrechte zogenoemde vervolgingskosten
in rekening brengt voor het uitbrengen van een dwangbevel met betrekking tot een voorlopige
aanslag in de inkomstenbelasting. Die aanslag is volgens haar door toedoen van de
belastingdienst zelf op haar oude woonadres bezorgd.
Naar aanleiding van deze klacht heeft de staatssecretaris van Financiën inlichtingen
verstrekt aan de commissie.
Feiten
Verzoekster is in september 2011 van woonplaats veranderd. Zij ging er daarbij vanuit
dat de adreswijziging door de gemeente aan de belastingdienst zou worden doorgegeven.
In maart 2012 verzocht zij om uitstel voor het indienen van haar aangifte voor de
inkomstenbelasting over 2011 en deed zekerheidshalve mededeling van de adreswijziging.
In juni 2012 ontvangt zij een dwangbevel met betrekking tot de betaling van een voorlopige
aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over 2011. Daarbij worden
haar vervolgingskosten in rekening gebracht, bestaande uit een boete en kosten van
het dwangbevel. Bij brief van 22 juni 2012 beklaagt zij zich over het ontvangen van
het dwangbevel en over de vervolgingskosten en stelt dat haar adreswijziging kennelijk
niet goed door de belastingdienst is verwerk, zodat de voorlopige aanslag nog op haar
oude adres is bezorgd, evenals een aanmaning.
In reactie daarop laat de belastingdienst weten dat de adreswijziging in september
2011 wel juist is verwerkt maar dat het oude adres een zogenoemd verplicht toezendadres
was dat zij zelf had moeten laten wijzigen. De stukken bleven daarom naar het oude
adres gestuurd worden.
Verzoekster vindt deze reactie op haar klacht onbevredigend.
Overwegingen
De belastingdienst heeft in zijn reactie op de klacht van verzoekster alleen uitgelegd
hoe het kon gebeuren dat ondanks de doorgekomen adreswijziging stukken toch naar het
oude woonadres werden gestuurd. Daarmee heeft de dienst echter geen standpunt ingenomen
over de mate waarin dit aan verzoekster zelf te wijten was, die immers terecht mocht
veronderstellen dat een mutatie in de gemeentelijke basisadministratie onverkort zou
worden doorgevoerd in de administratie van de belastingdienst.
Ook de staatssecretaris is van mening dat de belastingdienst nog niet heeft beslist
op het bezwaar van verzoekster tegen de in rekening gebrachte vervolgingskosten. De
belastingdienst zal daarom nog op dat bezwaar reageren.
Oordeel van de commissie3
Nu verzoekster alsnog een reactie zal ontvangen op haar bezwaar tegen de vervolgingskosten,
zal de onvolkomenheid in de afhandeling van haar klacht worden hersteld.
Voorstel aan de Kamer
Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.
De voorzitter van de commissie, Neppérus
De griffier van de commissie, Van Dijk