33 410 Kabinetsformatie 2012

Nr. 1 BRIEF VAN DE VERKENNER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 september 2012

Hierbij bied ik u het verslag van mijn verkenning aan ten behoeve van het debat over de verkiezingsuitslag.

H. G. J. Kamp

Den Haag, 18 september 2012

Verslag

De voorzitter van de Tweede Kamer heeft mij, op initiatief van de heer M. Rutte (VVD) en met instemming van de voorzitter van de fracties van PvdA, PVV, SP, CDA, D66, GL, ChristenUnie, SGP en PvdD alsmede de heer H.C.M. Krol (50PLUS), op donderdag 13 september jl. gevraagd een verkenning te verrichten ten behoeve van de voorbereiding van het debat dat de Tweede Kamer voornemens is te houden op donderdag 20 september a.s. op basis van artikel 139a, eerste lid, van het Reglement van Orde. Hiertoe heb ik mij bereid verklaard.

Als verkenner heb ik op vrijdag 14 september alle (gewezen) lijsttrekkers ontvangen van de partijen die tijdens het beoogde debat met een fractie in de Tweede Kamer vertegenwoordigd zullen zijn. Hierbij heb ik mijn werkwijze uiteen gezet, vragen met betrekking tot de voorbereiding van het debat gesteld en kennis genomen van hun reacties en standpunten. De lijsttrekkers van VVD en PvdA heb ik op maandag 17 september elk afzonderlijk opnieuw ontvangen en daarna gezamenlijk. In het gezamenlijke gesprek zijn de namen van de informateurs aan de orde gekomen. Op dinsdag 18 september heb ik de voorzitter van de Eerste Kamer ontvangen. De weergave van wat de lijsttrekkers in hun gesprekken met mij naar voren hebben gebracht, heb ik in de vorm van gespreksverslagen als bijlagen bij dit verslag gevoegd.

Ten aanzien van de mogelijk te vormen coalities hebben de lijsttrekkers, met uitzondering van de lijsttrekkers van SP en PvdD, het standpunt ingenomen dat het onderzoek naar de vorming van een coalitie eerst gericht moet worden op een coalitie die in ieder geval bestaat uit VVD en PvdA. De lijsttrekker van de VVD wenste een onderzoek naar een coalitie die tenminste bestaat uit de fracties van VVD en PvdA.

De lijsttrekker van de PvdA wenste een onderzoek naar een coalitie van de fracties van VVD en PvdA waarbij, indien het nodig zou blijken hierbij andere fracties te betrekken, de SP-fractie betrokken zou moeten worden. De lijsttrekker van de SGP bepleitte de mogelijkheid de CDA-fractie bij het onderzoek naar een coalitie van VVD en PvdA te betrekken. De lijsttrekker van het CDA zag hiertoe geen reden.

De overige lijsttrekkers, met uitzondering van de lijsttrekker van de PVV, sluiten deelname van hun fractie aan een coalitie van VVD en PvdA niet bij voorbaat uit indien het onderzoek naar een coalitie die bestaat uit deze twee fracties hiertoe aanleiding zou geven.

De lijsttrekkers van SP en PvdD meenden dat een onderzoek naar coalitievorming eerst gericht moet worden op andere combinaties. De lijsttrekker van de SP bepleitte onderzoek naar de combinatie PvdA, SP, CDA en D66, te verrichten door een informateur van PvdA-huize. Indien dit onderzoek niet tot resultaat zou leiden, kunnen een informateur van VVD-huize en een informateur van PvdA-huize andere coalities onderzoeken.

De lijsttrekker van de PvdD wenste een onderzoek door de heer P. Winsemius als informateur naar een coalitie van de VVD met geestverwante partijen, vervolgens naar een coalitie van de PvdA met geestverwante partijen en tot slot naar een coalitie van VVD en PvdA, al dan niet met andere partijen.

Enkele lijsttrekkers hebben deelname van hun partij aan sommige combinaties bij voorbaat uitgesloten dan wel onwaarschijnlijk of niet aangewezen geacht. De lijsttrekker van de VVD wenste geen deelname aan een combinatie die mede bestaat uit zowel PvdA als SP. De lijsttrekker van de SP sloot uit dat zijn fractie zal deelnemen aan een combinatie waarvan de PVV-fractie deel uitmaakt. Hetzelfde geldt voor een centrumrechtse combinatie waarvan de PvdA geen deel uitmaakt. De lijsttrekker van D66 achtte deelname aan de combinaties VVD-CDA-D66-ChristenUnie-SGP en PvdA-SP-CDA-D66 onwaarschijnlijk.

Verschillende lijsttrekkers namen standpunten in over de stabiliteit van de positie van het kabinet in de verhouding met de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De lijsttrekkers van VVD, PvdA, D66 en ChristenUnie meenden dat het te vormen kabinet niet behoeft te berusten op een coalitie van partijen waarvan de fracties in de Eerste Kamer een meerderheid vormen. De lijsttrekkers van SP en GL meenden dat dit wel geboden is. De lijsttrekker van de PvdD achtte het van belang, maar zag ook ontbinding van de Eerste Kamer met aansluitend nieuwe verkiezingen voor de Eerste Kamer als mogelijkheid.

De voorzitter van de Eerste Kamer wees erop dat ook het huidige demissionaire kabinet sinds zijn aantreden niet beschikt over een meerderheid in de Eerste Kamer. In algemene zin lichtte hij toe dat de Eerste Kamer niet betrokken is bij de totstandkoming van een regeerakkoord en daar evenmin aan gebonden is. De Kamer pleegt, ongeacht de samenstelling van het kabinet, (wets-)voorstellen te beoordelen op hun rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid.

Geen van de lijsttrekkers meende dat nu een of meer formateurs moeten worden benoemd. Allen gingen uit van onderzoek door een informateur of twee informateurs.

Voor een onderzoek naar een coalitie die (mede) bestaat uit de fracties van VVD en PvdA gingen de lijsttrekkers van VVD, PvdA, CDA en GL uit van een informateur van VVD-huize en een informateur van PvdA-huize. De lijsttrekkers van D66, ChristenUnie, SGP en 50PLUS wensten één informateur. De lijsttrekkers van D66, SGP en 50PLUS wensten een informateur van VVD-huize, de lijsttrekker van de ChristenUnie wenste een informateur van VVD-huize of PvdA-huize.

Alle lijsttrekkers meenden dat het te verrichten onderzoek zo spoedig mogelijk moet worden afgerond. De lijsttrekkers van VVD, CDA, D66, ChristenUnie, GL en SGP hebben erop aangedrongen dat snel duidelijkheid ontstaat ten aanzien van de begroting voor 2013, waarbij voor D66 de ordentelijke uitvoering van het begrotingsakkoord centraal staat. De lijsttrekkers van SP, ChristenUnie, GL, SGP en PvdD wensten in de opdracht een streefdatum opgenomen te zien. De lijsttrekker van de SP ging uit van 1 november 2012, de lijsttrekker van de ChristenUnie van 1 december.

De lijsttrekkers van VVD, PvdA, SP, GL, SGP, PvdD en 50PLUS meenden dat het regeerakkoord zoveel mogelijk beperkt dient te blijven tot hoofdlijnen, waarbij de uitwerking wordt overgelaten aan het kabinet. Ten aanzien van de inhoud van het regeerakkoord wenste de lijsttrekker van de VVD afspraken over het meerjarig financieel kader, lastenverlichting, veiligheid en het volgen van het saldopad. De lijsttrekker van de PvdA wenste afspraken over een evenwichtige inkomensverdeling, vooruitgang op het gebied van onderwijs en innovatie alsmede afspraken over de woningmarkt, zorg, duurzame technologie en een structureel begrotingsevenwicht in 2017. De lijsttrekker van D66 stelde dat een regeerakkoord met voldoende hervormingen in ieder geval een voorwaarde zou zijn voor deelname aan een coalitie van VVD en PvdA.

De lijsttrekker van de SGP meende dat buiten de bestrijding van de financieel-economische crisis terughoudend moet worden omgegaan met het maken van afspraken, bijvoorbeeld over migratie en buitenlands beleid. De lijsttrekker van 50PLUS meende dat een regeerakkoord afspraken moet bevatten tot uitvoering van het Pensioenakkoord tussen sociale partners en het kabinet en tot het gelijk trekken van het vakantiegeld voor AOW-gerechtigden met dat van werkenden.

Gelet op het voorgaande kom ik na deze verkenning tot de volgende bevindingen.

Getalsmatig zijn op grond van de verkiezingsuitslag de fracties van de twee grootste partijen voldoende voor een meerderheid in de Tweede Kamer. Deze twee partijen – VVD en PvdA – hebben beide grote winst geboekt. Zij gaven aan dat nu in een informatie de mogelijkheid tot de vorming van een kabinet, tenminste bestaande uit VVD en PvdA, zou moeten worden onderzocht. Indien meer dan twee partijen bij de informatie worden betrokken, dan moet daar volgens de lijsttrekker van de PvdA in ieder geval de SP bij zijn. De lijsttrekker van de VVD sloot echter deelname uit aan een kabinet waarin behalve de PvdA ook de SP participeert.

De lijsttrekker van D66 gaf aan niet betrokken te willen worden bij deze informatie gericht op de vorming van een kabinet bestaande uit VVD en PvdA, omdat deze twee partijen eerst hun verschillen zouden moeten overbruggen. Hij constateerde voorts dat D66 niet nodig is voor een meerderheid.

Voor wat betreft die meerderheid zou ook gekeken kunnen worden naar de Eerste Kamer. Met CDA, PVV of SP zou een VVD/PvdA-kabinet in de Eerste Kamer een meerderheid hebben. De lijsttrekkers van deze drie partijen hebben evenwel aangegeven niet betrokken te willen worden bij dan wel niet de voorkeur te geven aan een informatie gericht op de vorming van een kabinet uit VVD en PvdA. Ten aanzien van de SP sloot de lijsttrekker van de VVD een kabinet van dergelijke samenstelling uit. De lijsttrekkers van ChristenUnie en SGP zien in eerste instantie een grote verantwoordelijkheid voor VVD en PvdA om te komen tot een stabiel kabinet. In deze fase zien zij geen rol voor de hun fracties weggelegd. De lijsttrekkers van de overige partijen (GL, PvdD en 50PLUS) wensten nu evenmin betrokken te worden bij een informatie gericht op de vorming van een kabinet uit VVD en PvdA, waarbij een constructieve benadering van toekomstige kabinetsvoorstellen door geen van hen werd uitgesloten. Dit laatste geldt ook voor ChristenUnie en SGP.

Anders dan deze lijsttrekkers en de lijsttrekkers van SP en D66, kondigde de lijsttrekker van de PVV aan stevig oppositie te zullen voeren tegen een nieuw kabinet van VVD en PvdA, met dien verstande dat voorstellen wel op hun merites zullen worden beoordeeld.

Er is dus nu geen draagvlak voor een informatie gericht op een coalitie bestaande uit VVD en PvdA en één of meer andere partijen.

De lijsttrekker van de SP gaf de voorkeur aan een informatie gericht op de totstandkoming van een kabinet bestaande uit (tenminste) PvdA, SP, CDA en D66. Omdat de lijsttrekkers van drie van deze vier partijen – PvdA, CDA en D66 – deze voorkeur niet deelden, is er nu geen draagvlak voor een informatie in deze richting.

Een alternatief zou nog kunnen zijn een kabinet bestaande uit VVD, SP, CDA en D66.

De lijsttrekker van de SP deelde mee een dergelijk kabinet niet aan een meerderheid te zullen helpen. Daarmee is er nu geen draagvlak voor een informatie in deze richting.

Een informatie om de mogelijkheden te onderzoeken voor de totstandkoming van een kabinet bestaande uit VVD en PvdA is in lijn met de adviezen van het overgrote deel van de politieke leiders van de partijen die in de nieuwe Tweede Kamer vertegenwoordigd zullen zijn. Een dergelijke uit twee partijen bestaande combinatie kan rekenen op de steun van 79 van de 150 leden. Een VVD/PvdA-kabinet zal voor wetsvoorstellen steeds opnieuw een meerderheid in de Eerste Kamer moeten zien te verwerven.

De lijsttrekkers van VVD en PvdA deelden mij mee de voorkeur te geven aan een onderzoek door twee informateurs, één uit de kring van de VVD en één uit de kring van de PvdA. Zij noemden daarvoor ondergetekende en de heer W.J. Bos.

Op basis van deze verkenning adviseer ik u, met instemming van de lijsttrekkers van VVD en PvdA, om in het debat op donderdag 20 september a.s. de benoeming te bespreken van een informateur van VVD-huize en een informateur van PvdA-huize.

Deze informateurs zouden als opdracht kunnen krijgen om – mede gelet op de financieel-economische situatie en in verband daarmee de begroting voor 2013 – op zo kort mogelijke termijn de mogelijkheid te onderzoeken van een stabiel kabinet uit VVD en PvdA, de grootste partijen en de grootste winnaars. Het verslag van dit onderzoek, met als eventuele bijlage het ontwerpregeerakkoord, zal aan u worden aangeboden.

Voor de uitvoering van de informatieopdracht zijn ondergetekende en de heer W.J. Bos beschikbaar.

Met de aanbieding aan u van dit verslag met bijlagen beschouw ik mijn werkzaamheden als verkenner als beëindigd. Ik dank u en de lijsttrekkers voor het in mij gestelde vertrouwen. Gaarne ben ik bereid het debat op donderdag 20 september a.s. bij te wonen en de leden van de Tweede Kamer dan desgevraagd inlichtingen te verstrekken.

Hoogachtend,

H. G. J. Kamp

Naar boven