33 400 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2013

Nr. 83 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 mei 2013

Hierbij bied ik u aan het verslag van de Inspecteur-generaal der Krijgsmacht (IGK) over het jaar 20121. De IGK geeft mij gevraagd en ongevraagd advies over alle onderwerpen die Defensie betreffen. De bevindingen en aanbevelingen van de IGK worden bij de ontwikkeling van het defensiebeleid betrokken en waar mogelijk omgezet in concrete maatregelen en initiatieven. In het afgelopen jaar heeft de IGK uiteenlopende onderwerpen aan de orde gesteld. Zoals uit het jaarverslag blijkt, heeft hij een aantal al met de betrokken commandanten of beleidsverantwoordelijken opgelost of ter hand genomen. In deze brief ga ik in op enkele onderwerpen uit het jaarverslag.

Reorganisatie

De verslagperiode staat in het teken van de omvangrijke reorganisaties bij Defensie. De reorganisaties zijn vertraagd doordat het overleg met de Centrales van Overheidspersoneel enige tijd opgeschort is geweest. Terecht wijst de IGK erop dat het defensiepersoneel al lang in onzekerheid verkeert en het vertrouwen in de organisatie dreigt te verliezen. Zoals ik tijdens het algemeen overleg Personeel van 16 april jl. heb gemeld, wil ik de reorganisaties nog dit jaar zoveel mogelijk voltooien. Daarnaast heeft ook ABD-Topconsult geconstateerd dat de huidige reorganisaties omvangrijk en complex zijn (Kamerstuk 32 733, nr. 116). Ik heb de aanbevelingen uit dit rapport omarmd en zal ze benutten om in de toekomst het reorganisatieproces te vereenvoudigen.

Voorts deel ik de bezorgdheid van de IGK over het verlies van kennis en ervaring door de irreguliere uitstroom van schaarse kennis. Daarnaast constateert de IGK onduidelijkheid over de belegging van taken en verantwoordelijkheden als gevolg van het reorganisatieproces. Ik constateer een verband tussen deze twee zaken. Door de onduidelijkheid over de nieuwe rolverdeling en het langdurige proces, kiezen medewerkers voor een baan elders. Ook om die reden wil ik de reorganisaties zo spoedig mogelijk voltooien. Voorts vind ik het belangrijk om medewerkers goed te informeren over de veranderende bedrijfsvoering bij Defensie en de gevolgen voor de individuele werknemer. Naast algemene defensiebrede voorlichting, ligt hier een specifieke rol voor de kwartiermakers en sleutelfunctionarissen in de nieuwe organisatie. Zij informeren actief de medewerkers, bijvoorbeeld door het organiseren van informatiemiddagen en banenmarkten.

Veteranen

Met de IGK stel ik vast dat inmiddels veel is bereikt op het gebied van veteranenzorg. Bijzondere aandacht voor veteranen blijft ook in de toekomst nodig. Ik ben verheugd dat de IGK diverse gesprekken met (familieleden van) veteranen heeft opgenomen in zijn jaarverslag. Dit onderstreept de bijzondere positie van veteranen ten opzichte van de defensieorganisatie en de Nederlandse samenleving. Ik kom uitgebreid terug op het onderwerp veteranen in de Veteranennota 2012–2013.

Themaonderzoeken

De IGK heeft in 2012 twee themaonderzoeken uitgevoerd. In het jaarverslag zijn de belangrijkste bevindingen weergegeven. De IGK doet verder een aantal aanbevelingen tot verbetering.

Personeelsinstrumenten

Het eerste onderzoek betreft het gebruik van personeelsinstrumenten tijdens de reorganisatie. Onderzocht zijn respectievelijk de Numerus Fixus, de knelpuntcategorieën, het functietoewijzingsproces en het sociaal beleidskader. De IGK constateert dat Defensie voldoende personeelsinstrumenten inzet bij de uitvoering van reorganisaties, maar dat het personeel bij de toepassing ervan met veel onduidelijkheden wordt geconfronteerd. Grootste zorgpunt betreft het gebrek aan transparantie en communicatie, in het bijzonder over het functietoewijzingsproces.

Zoals de IGK ook vaststelt, zijn de meeste aanbevelingen inmiddels in maatregelen omgezet. Zo is de vacaturebank verbeterd en is er een aanwijzing SG uitgekomen over de toepassing van de vacaturebank. Verder is de Begeleidings- en Bemiddelings Organisatie toegesneden op de verwachte behoefte en zijn 26.000 telesticks uitgereikt om iedereen toegang te geven tot de vacaturebank. Tot slot blijf ik mij inspannen voor een grotere transparantie en betere communicatie. Ik noem in dit verband de uitgave in februari van een speciale defensiekrant over de reorganisatie en de verschillende informatiedagen georganiseerd door de defensieonderdelen.

Binden en boeien van de jonge militair

De IGK onderzocht tevens in hoeverre het P&O-beleid en de ontwikkelingsmogelijkheden bij Defensie tegemoetkomen aan de behoeften van jonge militairen. Uit het onderzoek blijkt dat de jonge officieren en onderofficieren Defensie zien als aantrekkelijke organisatie om zich te ontwikkelen, maar het personeelsbeleid ervaren als beperkende factor. Hierbij wordt onder andere gewezen op vaste loopbaanpatronen en de verschraling van opleidingsmogelijkheden.

Ik beschouw het boeien en binden van jonge, talentvolle medewerkers als essentieel voor het vullen en gevuld houden van de defensieorganisatie. Tijdens het algemeen overleg Personeel van 16 april jl. heb ik toegezegd een nieuw actieplan werving en behoud op te stellen met een evenwichtig pakket aan maatregelen om zowel werving als behoud te bevorderen. Ik zal de aanbevelingen van de IGK daar bij betrekken. Daarnaast onderzoek ik mogelijkheden om meer ruimte te scheppen voor diversiteit in functieduur en loopbaanpaden en voor een actiever beheer van specialisten en jong talent.

Tot slot

De IGK wijst op het teruglopende vertrouwen van het personeel in de organisatie. Hij ziet duidelijkheid, een luisterend oor, het waarderen van medewerkers en het toepassen van de menselijke maat als sleutels voor het terugwinnen van vertrouwen. Ik ben mij bewust van de uitdaging waar Defensie dit jaar voor staat en de wissel die de reorganisatie trekt op het personeel. Ik neem het advies van de IGK dan ook ter harte. Ik wil dit jaar duidelijkheid scheppen door de reorganisatie te voltooien en de visie op de krijgsmacht te presenteren. De IGK heeft daarbij een belangrijke rol als luisterend oor voor de gehele organisatie.

Met zijn bevindingen bij werkbezoeken en door individuele bemiddeling, houdt hij mij scherp om de menselijke maat ook in dit tijdsgewricht niet uit het oog te verliezen.

De minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven