Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen 27 november
2012.
De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt
onderworpen kan door of namens één van de Kamers of door ten minste vijftien leden
van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven
uiterlijk op 27 december 2012.
Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt,
omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de
Wet op de Raad van State).
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 november 2012
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van
de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State gehoord, heb
ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen de op 2 maart 2012/8 augustus
2012 te Panama tot stand gekomen notawisseling houdende een verdrag tot wijziging
van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Panama inzake
luchtdiensten tussen en via hun respectieve grondgebieden (Trb. 2012, 155).
Een toelichtende nota bij het wijzigingsverdrag treft u eveneens hierbij aan.
De goedkeuring wordt alleen voor het Europese deel van Nederland gevraagd.
De minister van Buitenlandse Zaken,
F. C. G. M. Timmermans
Toelichtende nota
Inleiding
In 2010 en 2011 vonden besprekingen plaats tussen de luchtvaartautoriteiten van Panama
en Nederland die hebben geresulteerd in een aanpassing van het op 5 juli 1996 te ’s-Gravenhage
tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Panama
inzake luchtdiensten tussen en via hun respectieve grondgebieden (Trb. 1996, 218), hierna het «Verdrag».
Om te voldoen aan de uitspraak van het Europese Hof van Justitie van 5 november 2002
in de zogenaamde «Open Skies» zaken, is op 29 april 2004 Verordening (EG) nr. 847/2004
van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2004, L 157) inzake onderhandelingen over
en de uitvoering van overeenkomsten inzake luchtdiensten tussen lidstaten en derde
landen vastgesteld. Op 10 oktober 2007 is de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap
en de Republiek Panama inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten (PbEU 2007, L 106)
tot stand gekomen, die vervolgens op 3 maart 2009 in werking is getreden; met deze
Overeenkomst is de toepasselijke EU-regelgeving in het Verdrag geïncorporeerd.
In het licht van de expansie van de luchtvaartbetrekkingen tussen Panama en Nederland
wensen beide partijen de mogelijkheid van aanwijzing en verlening van vergunningen
voor luchtvaartmaatschappijen uit te breiden van enkelvoudige naar tweevoudige aanwijzing.
Om vertraging te voorkomen is er van Nederlandse zijde van afgezien om de verdragswijzigingen
voor te stellen die nodig zijn om het Verdrag uit te kunnen breiden tot het Caribische
deel van Nederland; er zal een volgende onderhandelingsronde worden voorgesteld met
betrekking tot een dergelijke uitbreiding.
De wijziging
De wijziging van het Verdrag heeft slechts één doel: uitbreiding van één naar twee
luchtvaartmaatschappijen die door de partijen aangewezen mogen worden om vluchten
uit te voeren. Aanpassing van artikel 4 is voldoende om dat te bereiken.
De in de inleiding genoemde Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Panama
zou het mogelijk maken om onder artikel 4 van het Verdrag Europese luchtvaartmaatschappijen
aan te wijzen.
Voorlopige toepassing
De wijzigingen van het Verdrag worden voorlopig toegepast. De uitbreiding van de luchtvaartbetrekkingen
is van direct belang voor de Nederlandse luchtvaartwereld en dus van economisch belang
voor Nederland.
Koninkrijkspositie
De wijzigingen van het Verdrag zullen voor wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden,
evenals het Verdrag van 1996, alleen voor het Europese deel van Nederland gelden.
Zie voor het Caribische deel van Nederland ook de laatste alinea van de inleiding
van deze toelichting.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W. J. Mansveld
De minister van Buitenlandse Zaken,
F. C. G. M. Timmermans