33 358 Marinierskazerne Zeeland

24 587 Justitiële Inrichtingen

Nr. 39 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 december 2022

Sinds de start van het bouwproject Justitieel Complex Vlissingen (JCV) als onderdeel van het compensatiepakket «Wind in de Zeilen», is er voortgang geboekt in de planvorming en heeft het project vorm gekregen. Zo zijn in intensieve samenwerking tussen Rijk en regio de volgende resultaten bereikt:

  • Een vastgestelde gebiedsvisie Stadslandgoed Nieuwerve (het voormalige marinierskazerneterrein) waar het JCV deel van uitmaakt;

  • Een integraal programma van eisen voor het JCV;

  • Een vastgestelde contractvorm (Design, Build, Maintain);

  • Een voorontwerpbestemmingsplan;

  • Uitwerking mogelijkheden aanbestedingsopdrachten voor de lokale en regionale economie Zeeland ten behoeve van de exploitatiefase;

  • Instemming van gemeente, waterschap en provincie voor levering gronden ten behoeve van het JCV; passeren van de akte volgt op zo kort mogelijke termijn;

  • Planvoorbereiding voor de sanering en het bouwrijp maken van de bouwlocatie;

  • Start van de sanering eind 2022.

Uw Kamer is op diverse momenten en wijzen geïnformeerd over de voortgang van het JCV, onder andere via de (voortgangs-)brieven over de aanpak van georganiseerde criminaliteit tijdens detentie en berechting, maar ook via de voortgangsrapportages «Wind in de Zeilen».

Met deze brief informeer ik u over de laatste ontwikkelingen in het project. Helaas moet ik u melden dat de ingebruikname van het JCV verschuift van medio 2028 naar medio 2030. Het project wordt geconfronteerd met 1) een aangepaste aanbestedingsvorm in combinatie met de complexiteit van de opgave en de marktsituatie als gevolg van de oorlog in Oekraïne en 2) de stikstofproblematiek.

Ik kan mij voorstellen dat de ontstane vertraging tot zorg leidt bij de Zeeuwse bevolking. De actualisatie van de planning is een forse tegenvaller. De komst van het JCV staat voor mij echter niet ter discussie. De afgelopen periode is zichtbaarder geworden welke ondermijnende impact de georganiseerde criminaliteit heeft op ons land en onze rechtsstaat. Deze ontwikkelingen maken de noodzaak voor het JCV alleen maar groter.

Toelichting op de geactualiseerde planning

1. Wijziging aanbestedingsvorm en complexiteit van de opgave:

De actuele (onzekere) marktsituatie in combinatie met de complexiteit van de opgave, brengt extra (prijs-)risico’s met zich mee. Om die risico’s in de uitvoering tot een minimum te beperken, is het voornemen om samen met de te selecteren marktpartij het hele ontwerpproces te doorlopen, voordat tot definitieve prijsvorming wordt overgegaan.

Verder heeft op basis van een juridisch advies wijziging plaatsgevonden van de aanbestedingsvorm naar een combinatie van gedeeltelijk openbaar en gedeeltelijk heimelijk aanbesteden. Dit heeft tot gevolg dat bepaalde onderdelen van de aanbestedings- en ontwerpfase niet langer parallel maar volgtijdelijk met meerdere partijen zullen worden uitgevoerd, wat extra tijd vraagt dan bij de start van het project medio 2020 voorzien. Daarnaast vereist de samenhang en integraliteit van de diverse gebouwdelen in de aanbestedings- en ontwerpfase meer aandacht en afstemming dan verwacht.

Samengevat leidt de aard en omvang van het project en de inkoopstrategie in de huidige marktsituatie tot een ruim 1,5 jaar langere doorlooptijd in de aanbestedings- en ontwerpfase tot aan start bouw.

2. Aanscherping van de stikstofregels:

Eind 2021 is het voorontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd, waarbij geen sprake was van een overschrijding van de stikstofdepositie. Begin 2022 zijn de (reken)regels voor stikstofdepositie echter aangescherpt waardoor alsnog een overschrijding is vastgesteld. Heel 2022 heeft vervolgens in het teken gestaan van intensief overleg tussen de projectorganisatie Regio-Rijk, externe bureaus en juristen om tot een passende oplossing te komen. Rijk en regio zijn meteen overgegaan tot een mitigerende maatregel in de vorm van «extern salderen», wat concreet de aankoop van landbouwgrond en een gedeeltelijke beëindiging van een varkenshouderij behelst. Hierover is overeenstemming bereikt tussen saldogevende ondernemers en het Rijksvastgoedbedrijf als saldonemer. Deze maatregelen zijn van belang voor opname in het ontwerpbestemmingsplan om in voldoende saldo te voorzien zodat het bestemmingsplan Stadslandgoed Nieuwerve niet zal leiden tot een toename van stikstofdepositie op de Natura 2000-gebieden Manteling van Walcheren respectievelijk Westerschelde & Saeftinghe. Ten gevolge van de ontwikkelingen op het gebied van stikstof is de vraag evenwel gerezen of het instrument van externe saldering inzetbaar is (additionaliteitsbeginsel).

Daarnaast doet de vraag zich voor welke mogelijkheden er zijn in het kader van de brief van het kabinet aan de Tweede Kamer d.d. 25 november 2022 met onderwerp «Integrale aanpak landelijk gebied en opvolging uitspraak Raad van State over Porthos». Specifiek wordt hierbij verwezen naar o.a. paragraaf 4(ii) «Specifiek aandacht voor bijzondere projecten», waarin de mogelijkheid wordt geboden om geen of minder beperkingen op te leggen aan projecten die op korte termijn een toename van stikstofuitstoot en -depositie veroorzaken, maar op de langere termijn een substantiële afname leveren, die bijdragen aan natuurherstel. In dit geval wordt gedacht aan de komst van het Stadslandgoed, waar het JCV onderdeel van uitmaakt. Over deze vragen wordt op gezamenlijk initiatief van Rijk en regio juridisch advies ingewonnen bij de Landsadvocaat, waarover naar verwachting medio december 2022 besluitvorming zal plaatsvinden.

Afhankelijk van de uitkomst van bovenstaande is de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan in de tijd vertraagd. De verwachting is dat het bestemmingsplan op zijn vroegst medio 2023 in werking zal treden. Dit resulteert in elk geval in een vertraging van circa 6 maanden in de overall planning van het bouwproject JCV. Een eventuele zienswijze en/of beroepschrift kan overigens niet worden uitgesloten.

Helaas is het onvermijdelijk dat deze twee aspecten leiden tot een optelling van circa 2 jaar vertraging. Omdat het ontwerptraject onderdeel is van de aan te besteden opdracht, kan dit onderdeel niet vooruit worden getrokken. In de voortgangsrapportage «Wind in de Zeilen» bent u vorig jaar geïnformeerd over een vertraging van 9 maanden in het bouwproject JCV. Deze vertraging had betrekking op de voorbereidingsfase. De in deze brief gemelde vertraging heeft betrekking op de vervolgfasen: de aanbestedings- en ontwerpfase. De actualisatie van de planning is gebaseerd op de nu beschikbare informatie, waarbij kennis en expertise is ingewonnen van een extern adviesbureau.

Vervolg

Vanuit het project wordt de komende tijd de focus gelegd op het bereiken van de volgende twee kritieke mijlpalen:

  • 1. Een in werking getreden bestemmingsplan per medio 2023. Zoals hierboven beschreven vormt het stikstofvraagstuk een onzekerheid in de bestemmingsplanprocedure. Het Rijk en de regio zetten zich maximaal in om verdere vertraging te voorkomen.

  • 2. Het bereid vinden van een geschikte marktpartij die het JCV wil ontwerpen, bouwen en onderhouden. In afstemming met de gecontracteerde marktpartij kan een exactere planning afgegeven worden voor de bouwfase inclusief eventuele mogelijkheden tot versnelling.

Om de risico’s in de voortgang tijdens de bouwfase te reduceren worden waar mogelijk reeds (deel)opdrachten uitgevoerd, vooruitlopend op het contracteren van een marktpartij. Dit betreft bijvoorbeeld werkzaamheden in het kader van het ruimen van ontplofbare oorlogsresten, bodemsanering en de aanleg van de blauw-groene kraag om het beoogde complex.

Tot slot

Zowel vanuit het compensatiepakket «Wind in de Zeilen» voor de regio Zeeland als vanuit het JenV-belang blijven mijn ambtgenoot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en ik ons maximaal inspannen voor een spoedige realisatie. Dit doen wij in goede en nauwe samenwerking met de betrokken bestuurders van provincie Zeeland en gemeente Vlissingen. Wij hebben daarbij begrip voor de positie van de provincie Zeeland als bevoegd gezag voor natuur. Daarom zullen ook de collega’s van Landbouw, Natuur en Visserij betrokken worden. Via de reguliere voortgangsrapportages houd ik u op de hoogte van de verdere voortgang.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind

Naar boven