33 350 Goedkeuring van de algemene maatregel van bestuur tot aanpassing van wetten inzake verhoging AOW-leeftijd (Goedkeuringswet verhoging AOW-leeftijd)

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt / uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 26, vijfde lid, van de Wet op de Raad van State)

Algemeen

Op grond van artikel V, eerste lid, van de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd is door de wetgever aan de regering de bevoegdheid gegeven om bij algemene maatregel van bestuur wetten te wijzigen voor zover dit noodzakelijk is voor de toepassing van die wetten of ter voorkoming van onaanvaardbare gevolgen. Na het tot stand komen van deze algemene maatregel van bestuur wordt zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen acht weken een voorstel van wet tot goedkeuring van de algemene maatregel van bestuur aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gezonden.1 Dit wetsvoorstel (houdende goedkeuring van het Besluit aanpassing wetten inzake verhoging AOW-leeftijd) dient daartoe.

Artikelsgewijs

Artikel II

Tijdens de behandeling van de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd in de Eerste Kamer d.d. 10 juli 2012 kwam het al dan niet tijdelijke karakter van artikel V van die wet aan de orde. Artikel V is de tijdelijke delegatiegrondslag waarbij de wetten die aanpassing behoeven aan de inwerkingtreding van artikel I van de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd bij algemene maatregel van bestuur kunnen worden gewijzigd. Als gevolg van een toezegging van de zijde van de regering aan de Eerste Kamer vervalt deze tijdelijke delegatiegrondslag nadat artikel I van deze wet in werking is getreden. Artikel II voorziet hierin.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H. G. J. Kamp


X Noot
1

Zie ook Kamerstuk 33 290, nr. 16

Naar boven