33 302 Wijziging van de Gemeentewet en de Provinciewet in verband met het aanpassen van enkele bepalingen inzake het financieel toezicht op gemeenten en provincies

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het begrip evenwicht te verduidelijken en de toezichtlast op gemeenten en provincies te beperken;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 189, tweede lid, en in artikel 203, eerste lid, wordt «in evenwicht» vervangen door «structureel en reëel in evenwicht», «het evenwicht» vervangen door «het structureel en reëel evenwicht» en «een evenwicht» vervangen door «een structureel en reëel evenwicht».

B

Artikel 203, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid, onderdeel a, vervalt.

2. Het tweede lid, de onderdelen b en c worden geletterd a en b.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Gedeputeerde staten kunnen het besluit, bedoeld in het eerste lid, gedurende het lopende begrotingsjaar intrekken.

ARTIKEL II

De Provinciewet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 193, tweede lid, en in artikel 207, eerste lid, wordt «in evenwicht» vervangen door «structureel en reëel in evenwicht», «het evenwicht» vervangen door «het structureel en reëel evenwicht» en «een evenwicht» vervangen door «een structureel en reëel evenwicht».

B

Artikel 207, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid, onderdeel a, vervalt.

2. Het tweede lid, de onderdelen b en c worden geletterd a en b.

3. Er wordt een lid wordt toegevoegd, luidende:

  • 5. Onze Minister kan het besluit, bedoeld in het eerste lid, gedurende het lopende begrotingsjaar intrekken.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministers, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Naar boven