De memorie van antwoord heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de
volgende nadere opmerkingen en het stellen van de volgende nadere vragen.
Inleiding
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de antwoorden van de regering op hun vragen over
de vorm van de flexibele dialoog. Zij hebben hierover nog enkele nadere vragen en
opmerkingen.
De regering maakt in haar beantwoording duidelijk dat het Landelijk Overleg Minderhedenbeleid
(Lom) steeds goed heeft gefunctioneerd, zowel qua inhoud en resultaat, als op het
gebied van representativiteit, zo constateren de leden van de fractie van GroenLinks. Zij vinden het des te opmerkelijker dat dit kabinet niettemin toch een eind aan
het overleg wil maken, enkel en alleen met de motivatie dat de toekomst in plaats
van de achtergrond centraal staat.
Vormgeving dialoog
De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat ook een flexibele dialoog moet streven naar representativiteit
van de deelnemers voor de groepen of culturen die zij zeggen te vertegenwoordigen.
De werking van de dialoog dient voorts voor alle betrokkenen transparant te zijn.
Ook achten zij het waardevol als in een flexibele dialoog niet telkens het wiel wordt
uitgevonden, maar van de ervaring en kennis van stakeholders kan worden geprofiteerd.
Waarom wil de regering zich niet uitspreken over de wenselijkheid om deze criteria,
die al sinds jaar en dag aanvaard worden, aan de flexibele dialoog mee te geven, zo
vragen deze leden. De regering zegt geen structuur te willen om aan te sluiten bij
bewegingen in de samenleving. Betekent dit dat het een dialoog betreft die uitsluitend
op initiatief van de overheid wordt gevoerd? Een dialoog moet toch van meer kanten
kunnen komen! Hoe kan de flexibele dialoog zo worden ingezet dat organisaties en groepen
die een kwestie aanhangig willen maken, duidelijkheid krijgen over hoe en waar zij
dit kunnen doen?
Zoals opgemerkt, vinden de leden van de fractie van GroenLinks het opmerkelijk dat de regering een einde wil maken aan het goed functionerende Lom.
Tegelijkertijd constateren zij dat ondanks dat de transformatie naar een meer flexibele
dialoog reeds in 2011 is aangekondigd, de regering nog geen duidelijk inzicht kan
verschaffen in de wijze waarop deze dialoog wordt ingevuld. Kan de regering nader
uiteenzetten aan welke concrete vormen van overleg of samenwerking, naast een jaarlijks
breed overleg, wordt gewerkt ter vervanging van het Lom? Voorts valt het de leden
van GroenLinks op dat de regering vooral denkt vanuit de behoefte van het ministerie
(toegang tot sleutelfiguren), en nauwelijks vanuit het perspectief van minderhedenorganisaties,
die bijvoorbeeld signalen willen doorgeven of feed back willen leveren op bepaalde
ontwikkelingen of beleid. Op welke wijze wordt voorzien in de toegang voor Lom-organisaties
en andere organisaties en groepen, om naast het jaarlijks te organiseren overleg,
een dialoog aan te gaan met de regering?
De leden van de commissie zien de beantwoording met belangstelling tegemoet. Zij ontvangen
de reactie bij voorkeur binnen vier weken.
De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Sylvester
De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Van Dooren