33 279 Internationale militaire samenwerking

Nr. 21 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 januari 2017

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de vaste commissie voor Defensie aan de Minister van Defensie over de brief van 8 december 2016 over de samenwerking op het gebied van vervangende capaciteit M-fregatten en mijnenbestrijding (Kamerstuk 33 279, nr. 20). Deze vragen werden ingezonden op 15 december 2016.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

1.

Klopt het bericht dat u niet geïnteresseerd zou zijn in plaatsing van SM-3 raketten op de nieuwe Nederlandse fregatten en België? Zo ja, waarom niet? Bestaan er mogelijk ook andere verschillen van inzicht met België op dit terrein? Zo ja, welke?

3.

Bent u bereid de voor- en nadelen en de kosten van plaatsing van deze raketten op de nieuwe fregatten op een rij te zetten en te bespreken met de Belgen? Wilt u deze informatie delen met de Kamer?

6.

Erkent u de mogelijke meerwaarde van de capaciteit om zelf deze raketten te kunnen lanceren – zeker in combinatie met de moderne SMART-L radar – als hypermodern defensief wapen tegen inkomende ballistische raketten en als nichecapaciteit binnen de Europese NAVO-landen? Kunt u een toelichting op uw antwoord geven?

8.

Bent u bereid te onderzoeken of het uitrusten van de nieuwe Nederlandse M-fregatten wenselijk en haalbaar is, bijvoorbeeld door deze raketten in een Europese pool aan te schaffen om de kosten van verwerving en instandhouding in internationale samenwerking te delen? Kunt u dat aspect meenemen in de A-brief over M-fregatten die later naar de Kamer zal worden gestuurd?

Nederland is in Europa een van de koplopers op het gebied van maritieme ballistische raketverdedigingscapaciteit. Met de upgrade van de SMART-L radar tot SMART-L EWC (Early Warning Capability) van de vier luchtverdedigings- en commandofregatten (LC-fregatten) beschikt Nederland vanaf 2020 over een Ballistic Missile Defence (BMD) sensorcapaciteit. België heeft in de Strategische Visie geschreven behoefte te hebben aan een capaciteit om ballistische raketten buiten de dampkring te kunnen treffen, de zogenaamde shooter capaciteit, niet aan sensorcapaciteit. België wil deze shooter capaciteit (in de vorm van SM-3 raketten) beschikbaar hebben op zijn vervangende capaciteit voor de M-fregatten. In Nederland ligt de nadruk de komende jaren op het herstel van de basisgereedheid, het vervangen van capaciteiten en het verbeteren van de combat support en de combat service support. De versterking van de slagkracht, waar de verwerving van SM-3 raketten onder zou kunnen vallen, komt pas daarna aan de orde. De A-brief over de vervangende capaciteit M-fregatten zal daarom niet ingaan op de shooter capaciteit.

Uiteraard zullen we in de toekomst onze samenwerking met België voortzetten en deze uitbreiden op het gebied van BMD. Denk hierbij aan het koppelen van de Belgische SM-3 raketten aan de sensorcapaciteit van de LC-fregatten. Over zowel de huidige als toekomstige samenwerking inzake de capaciteiten van onze fregatten vindt steeds overleg met België plaats. Dit geldt ook voor de BMD-capaciteiten.

Over de toekomstige verwerving, pooling en het onderhoud van een shooter capaciteit is in dit stadium nog niets bekend.

2.

Is de vraag naar het al dan niet mogelijk maken van de plaatsing van deze raketten aan de orde geweest toen de intentieverklaring met België werd gesloten, dan wel daarna? Met welk resultaat?

Nee. De intentieverklaring gaat niet over specifieke wapensystemen op de platformen. De Belgische Strategische Visie is enkele maanden eerder verschenen dan de intentieverklaring en Nederland was dus op de hoogte van het Belgische voornemen. Voor de gezamenlijke verwerving van nagenoeg identieke fregatten heeft dit geen gevolgen.

4.

Vindt u dat Nederland al genoeg bijdraagt aan het raketschild ter bescherming van het Europees deel van het NAVO-bondgenootschap of vindt u dat Nederland meer moet doen?

Nederland levert hoogwaardige bijdragen aan de ballistische raketverdedigingscapaciteit van de Navo (Ballistic Missile Defence, BMD). De Nederlandse Patriot grondgebonden luchtverdedigingssystemen zijn al beschikbaar en voorts zullen de SMART-L EWC radars op de LC-fregatten en de nog te bouwen SMART-L EWC ground based radars beschikbaar worden gesteld voor de BMD van het bondgenootschap.

5.

Hoe is de samenwerking op dit terrein in NAVO-verband geregeld?

De BMD van de Navo bestaat uit een gemeenschappelijk gefinancierde commandovoeringfaciliteit en sensor- en interceptorcapaciteiten die landen op vrijwillige basis beschikbaar stellen.

7.

Zit er per definitie een lanceerinstallatie in de nieuwe M-fregatten van waaruit deze raketten kunnen worden gelanceerd, dus ongeacht of die raketten aangekocht worden, of is de inbouw daarvan optioneel? Overweegt Nederland in ieder geval de lanceerinstallatie in te bouwen, zodat het lanceren van deze raketten in ieder geval niet onmogelijk wordt gemaakt?

De voorziene, verticale lanceerinstallatie voor de vervangende capaciteit voor de M-fregatten is geschikt voor verschillende types raketten en kan als lanceerinstallatie dienen voor SM-3 raketten. Let wel, een lanceerinstallatie is een onderdeel van de gehele hardware/software keten die nodig is voor een BMD shooter capaciteit. Bovendien heeft Nederland, zoals gezegd, de vier LC-fregatten die beter geëquipeerd zijn voor BMD. Zie ook de antwoorden op vragen 1, 3, 6 en 8.

Naar boven